Geknipt voor studenten

Nieuws | de redactie
5 september 2008 | "Met de verplichte evaluatie vijf jaar na de invoering kijkt het hoger onderwijs terug op de invoering van de bachelor-masterstructuur en de accreditatie van opleidingen. Belangrijker nog is dat het dat men naar aanleiding van deze evaluatie ook vooruit kijkt en oplossingen zoekt voor de knelpunten die gevonden zijn. Ongetwijfeld is de 'zachte knip' er een van," analyseert ISO-bestuurslid Hidde Terpoorten nu Plasterk hier wil ingrijpen.

“Minister Plasterk nam maandag bij de opening van het academisch jaar aan de UvA alvast een voorschot op zijn oplossing. Hij sprak zich nadrukkelijk uit vóór een harde knip: de eis dus dat een student eerst alle eindtermen van de bachelorstudie afrondt alvorens hij/zij kan beginnen aan een masterfase. Dit zou meer de nadruk leggen op de keuze die de student moet maken nadat het bachelordiploma behaald is. Ook zou de bachelor zo een meer zelfstandig karakter krijgen en wellicht zelfs arbeidsmarktwaardig worden, een langgekoesterde droom van de minister – en misschien stiekem ook wel van collega en penningmeester Wouter Bos – hoewel hij dat in zijn speech aan de UvA nog ontkende.

Bal bij instellingen

Maar is een verandering van systeem wel de juiste manier om studenten tot een keuze te dwingen na het afronden van hun bachelor? Momenteel is de hoofdreden voor studenten te kiezen voor een “doorstroom”-master of een ander masterprogramma aan hun eigen universiteit niet gemakzucht, maar het gebrek aan informatie. Universiteiten zien het namelijk niet zo zitten, dat hun studenten na de bachelorfase een ander heenkomen zoeken en stimuleren studenten absoluut niet zich te verdiepen in masterprogramma’s van andere universiteiten. De bal zou dus eigenlijk bij de instellingen gelegd moeten worden, opdat die ook andere universiteiten de gelegenheid geven om zich te profileren op de mastermarkten voor bachelorstudenten. Op die manier is het afschaffen van de zachte knip niet nodig en zal de mobiliteit van studenten ook verhoogd worden.

Ook het verhogen van de interesse vanuit de arbeidsmarkt voor bachelorstudenten kan op andere wijze worden opgelost. In het bachelorprogramma is al ruimte voor een minor opgenomen. Deze ruimte is bedoeld voor verdieping in het eigen vakgebied of voor verbreding door de mogelijkheid te geven zich met andere disciplines bezig te houden. Ook zijn er minoren die zich toespitsen op ondernemerschap en het oprichten van eigen bedrijfjes of op het doen van onderzoek. De minor zou ook ingezet kunnen worden om studenten voor  te bereiden op de arbeidsmarkt en zo niet de bachelor in zijn geheel aan te passen op de behoeftes vanuit het beroepenveld maar dit alleen aan te bieden aan studenten die ook daadwerkelijk van plan zijn om een baan te zoeken met hun bachelordiploma.

Vrij profileren

Kortom, laat studenten vrij om alvast vakken te volgen van de masterfase voordat zij de bachelor hebben afgerond. Zorg liever dat instellingen zich meer gaan profileren met hun masters, juist bij studenten die niet aan de eigen instelling studeren en stimuleer ook dat studenten hun heil ergens anders zoeken. Dit heeft niet alleen tot gevolg dat studenten de keuze voor hun master bewuster maken, maar ook dat instellingen elkaar zullen beconcurreren op zaken als kwaliteit van het geboden onderwijs, onderzoek en faciliteiten.

De ontwikkeling van minoren gericht op de arbeidsmarkt zorgt ervoor dat de keuze bij de student ligt en niet opgelegd wordt door de instellingen. Ook de samenwerking van instellingen met het bedrijfsleven zou hierdoor een extra impuls kunnen krijgen. Het ISO wil liever oplossingen die beginnen bij de instellingen dan door het ministerie opgelegde systeemwijzigingen.

Hidde Terpoorten
bestuurslid Interstedelijk Studenten Overleg










«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK