‘Laat de stokpaardjes op stal’

Nieuws | de redactie
16 september 2008 |

Het kabinet zet in op échte langetermijn-investeringen in de structuur van ons land, ook wat betreft kennis. De boodschap van Minister Maria van der Hoeven is: “Benut het ondergronds vermogen, zoals het aardgas, om bovengronds vermogen te verwezenlijken en te versterken,” zegt zij tegen ScienceGuide. Zij licht de impuls van een half miljard Euro toe, die zij vandaag bekend maakt. En kraakt harde noten over kernenergie en hobbyisme op het terrein van energie en energie- onderzoek. “Wil men met een prachtig idee eerst hier subsidie ophalen om een business case te ontwerpen, dan is het toch echt forget it. Zo doen we het dus niet, zo kom je niet tot innovatie.”

De maatschappelijke innovatie-agenda van het kabinet selecteert – vanuit Nederland in 2030 – essentiële thema’s om met de aardgasinkomsten te investeren in lange termijnoplossingen. Als je de keuzes en aanpak bekijkt, blijken dit in de kern allemaal investeringen in kennisontwikkeling en –toepassing te zijn. Is de minister van EZ steeds meer een nieuwe kennisminister aan het worden?

De agenda en haar verschillende hoofdterreinen zijn er vooral om kennis te verzamelen, dan te bundelen en de aanpak te structureren. Alleen zo komen we tot echte expertise-ontwikkeling voor de lange termijn op die thema’s. EZ is er niet voor het doen van investeringen in R&D die niet tot concrete vernieuwingen zouden leiden. Fundamenteel onderzoek is prachtig werk, maar dat terrein heb ik eerder al gedaan. Mijn aandacht gaat nu uit naar onderzoek en innovaties die voortborduren op fundamentele R&D-activiteiten. Onze investeringen richten zich op nieuwe inzichten die leiden tot nieuwe producten, processen, innovaties daarin. En op nieuwe manieren om dingen slimmer te organiseren, want ook dat kan de economische structuur van ons land op lange termijn verder versterken.

Ondergronds vermogen

Het FES heet natuurlijk niet voor niets fonds economische structuurversterking. Je wilt de investeringen die je uit het aardgas als het ware eenmalig kunt doen, door laten werken in de structuur van onze economie. Maar daar is kennis wel een sleutelthema bij.

Het FES werkt vanuit die gedachte, en daarom richt het zich sterk op grootschalige initiatieven die de structuur ingrijpend kunnen helpen versterken. Ook waar het de kennisinvesteringen betreft, ligt daar het accent op. Het is niet bedoeld als extra bron voor subsidies of incidentele gelden voor het ene of het andere project. Hoe nuttig die subsidies ook kunnen zijn, daar moet je een fonds met dit doel niet voor inzetten.

Het aardgas vormt een bijzonder vermogen van ons land. Het is dan van belang dat je het bewust inzet als investering in je toekomstige vermogen. Ik zeg altijd ‘Benut het ondergronds vermogen, zoals het aardgas, om bovengronds vermogen te verwezenlijken en te versterken”.

Vanuit diezelfde benadering hebben we ook besloten de voeding van het FES te vernieuwen. De aardgasinkomsten zorgen ook voor een reductie van de staatsschuld en dus voor minder rente-uitgaven. Ook dat versterkt natuurlijk de structurele positie van de economie en de overheidsfinanciën. De mindering op zulke rente- uitgaven vloeit nu ook naar het FES toe en draagt zo bij als verdere versterking van de structuur van de economie, ook na het ‘aardgastijdperk’.

Een veelheid van hobbyisme

Een van de zwaartepunten in de maatschappelijke innovatie-agenda is energie. Dat thema is wereldwijd enorm in opmars, maar in ons land valt op dat de factor kennis daarbij eigenlijk weinig aandacht krijgt. Veel van de discussies zijn ‘meer van hetzelfde’.

De kennisfactor en de innovatie zijn bij energie onderbelicht, dat is wel waar. Ik snap ook wel waarom. Juist op dit terrein is er vaak sprake van fragmentatie. Het is zeker niet zo dat er weinig gebeurt of weinig kennisontwikkeling is! Maar er is wel vaak sprake van een veelheid van hobbyisme, van losse projecten en acties, erg gefragmenteerd allemaal.

De onderwerpen zijn vaak ook gefragmenteerd geraakt. Er zijn projecten van alle mogelijke aard, vergroening, duurzaamheid, besparing, nieuwe bronnen, andere organisatie en nog veel meer. Allemaal goede punten, maar we hebben heel bewust dit onderwerp in de innovatieagenda voorop gezet. Hier moet je echt veel meer kennis bundelen, structureren en verzamelen om te komen tot de lange termijn expertiseontwikkeling die juist zo nodig is.

En zo ontstaat natuurlijk ook de kritische massa die daarvoor nodig is. Hoe komt zulke bundeling tot stand?

Op energieterrein is CCS daar een voorbeeld van. Dat is een zo groot onderwerp dat we daar vooral kennis moeten gaan opbouwen. Daarna komt de vraag hoe we die kennis kunnen vermarkten. Wil dat lukken, moet je deze kennis wel weten te bundelen voordat je zover komt. Dat betekent dat universiteiten, R&D-instituten en bedrijven rond zo’n CCS-thema bij elkaar gebracht moeten worden. Dat is niet eenvoudig, dat heb ik ook op mijn eerdere post al geleerd. Er is inmiddels een Taskforce ingericht om CCS in Nederland verder te helpen. Binnenkort wordt een beslissing genomen over één of twee grote pilotprojecten.

‘Forget it’

Vanuit de FES-filosofie wil je de neiging tot particularisme, ‘hobby’s’, aanpakken. Toch heeft natuurlijk elke kennisinstelling, regio, burgemeester en bedrijvenclub zijn eigen, geweldig veelbelovende energie- en innovatieproject. En die zien dat aardgasfonds en denken dat hun plan dé oplossing of dé innovatie gaat brengen.

Wat dacht je, ze komen allemaal langs natuurlijk. Mijn vraag als minister van EZ is steeds: ‘Wat is hierbij feitelijk uw business case?’ Dan wil ik weten wie de financiers zijn, hoe het zakelijk concept in elkaar zit, wie de partners zijn, enzovoort. Is dat er allemaal niet, wil men met een prachtig idee eerst hier subsidie ophalen om zo’n business case te gaan ontwerpen, dan is het toch echt forget it. Zo doen we het dus niet, zo kom je niet tot innovatie.

Er is bijvoorbeeld het Opac-project. Dat is echt innovatief opgezet en het komt ook nog uit Limburg. Vanuit de Kamer word ik aangespoord om die mensen subsidie te geven, want ze doen er alles aan en het lijkt veelbelovend. Ik zeg dus tegen de initiatiefnemers: “Mooi werk is dit, goed project. Kom met een business case die dat verder onderbouwt. Laat zien hoe dit tot concrete innovatie en economische versterking leidt”. Dan komt het voor dat er nog niet iets concreets is uitgewerkt om over te praten. Mijn reactie is dan toch dat een plan leuk kan zijn om over te praten, maar je op deze basis niet echt iets kunt realiseren.

Bij het energieonderzoek is wereldwijd een kentering gaande rond het nucleaire onderzoek en de ontwikkeling en toepassing van de nieuwste vormen van kernenergie. Finland bouwt al een nieuwe generatie centrales. Obama pleitte bij zijn grote rede in Denver publiekelijk voor marginalisering van de olie-importen in 10 jaar door ‘ways to safely harness nuclear power’ en andere investeringen in ‘renewable sources of energy’. Ook Angela Merkel zet steeds openlijker in op een nuchtere opening van deze discussie. Laat Nederland dit kennisterrein schieten en komt het daarmee in de achterhoede op dit thema? Blijven we steken in discussies en veronderstellingen van 30 jaar geleden?

Het is wereldwijd een groot onderwerp, dat is helemaal waar. Het regeerakkoord is ook duidelijk: in deze periode geen nieuwbouw van kerncentrales. Nu is dat gelet op de complexe technologische en logistieke processen daarbij ook geen punt. Maar, zoals in de SEV-3, is het wel van belang dat we ruimte laten voor verdere ontwikkeling, innovatie in de toekomst. Wat die discussies in ons land betreft ben ik ervoor dat we de stokpaardjes op stal laten.

Je ziet dit ook in het SER-rapport over de toekomstige energieopwekking. Dat spreekt mij aan. Ik weet ook wel dat er een probleem is bij de toepassing van kernenergie, met de omgang van restproducten. Pak dat dan aan in plaats van stokpaardjes te berijden! Bij de inzet van kolen voor de energieopwekking is er tenslotte ook een restprobleem, een fors probleem. Daar pakken we dat wel aan. Met een ontwikkeling als CCS zetten we kennis en innovatief vermogen in om tot een nieuwe aanpak en oplossingen te komen.

Geen optie onbesproken

Het kan dus wel als het maatschappelijk klimaat opener wordt.

Het heeft ook iets met generaties te maken. Jongeren denken hier toch anders over, merk ik. Die lijken veel meer open voor het in het debat brengen van nieuwe kennis en inzichten over dit soort vraagstukken. Mijn generatie kan het zich moeilijk veroorloven dit af te houden. Hun generatie zal immers deze eeuw met de consequenties van het energie- en klimaatvraagstuk voluit moeten leven en werken. De jongeren kunnen wat dat betreft geen optie onbesproken laten!

Daar komt vanuit economisch oogpunt nog iets bij. Vanwege de energiezekerheid en –veiligheid op lange termijn en vanwege de kennisontwikkeling moet je een brede strategie hebben. Je moet niet te snel alles zetten op één oplossingsrichting, ook al vanwege de afhankelijkheden die daar weer uit zouden ontstaan. Kijk bijvoorbeeld naar de biobrandstof en de hype die daar omheen ontstond.

We moeten deze ontwikkelingen en de aanpak van kansen en risico’s met onze buurlanden in Europa samen leren doen. Alleen dan komen we echt vooruit. Bij CCS moet dat, bij de kernenergieontwikkelingen ook.

Het Nuffic-manifest

Die oriëntatie op de wereld vinden de topmensen van het bedrijfsleven en die van het hoger onderwijs ook zeer nodig. Het Nuffic- manifest daarover spreekt duidelijke taal. De minister van EZ die ook op OCW haar sporen verdiende, zal dat wel toejuichen?

Ik vind het prima dat ze dit zeggen. En zeg er meteen bij: doe het dan! De instellingen zien dit punt goed. Welnu, daarom beschikken ze over een lumpsumbekostiging. Gebruik die dan om dit soort prima accenten te leggen in het eigen beleid. Formuleer samen zo’n missie, zo’n profiel als in dat stuk duidelijk naar voren komt, maak je keuzes en gebruik je middelen daarvoor.

Het is een beetje als ik eerder aanstipte bij de neiging om bij energieprojecten met mooie plannen langs te komen, zonder zelf nog een concrete opzet of businesscase weten te maken. Die kant zouden ze bij dit initiatief niet op moeten gaan. Het is prima dat men dit samen zo formuleert en dan is het zaak, dat men zelf de keuzes maakt en daarmee aan de slag gaat.

2,5 miljard en meer

Het is vandaag Prinsjesdag en het ligt voor de hand, dat we dan vragen naar de feitelijke uitwerking, in investeringen en beleid, van de visie en thema’s waar dit gesprek over gaat. Wat onomwonden gevraagd: waar is de boter bij de kennisvis?

Dit kabinet heeft de investeringen in kennis, innovatie en onderwijs fors verhoogd, oplopend tot een jaarlijks bedrag van € 2,5 miljard in 2011. FES heeft hierin een grote rol in gespeeld. Uit het FES worden projecten gefinancierd die én maatschappelijk urgent zijn én economische potentie hebben én wetenschappelijk van betekenis zijn. Investeren blijft nodig en met de 2,5 miljard zijn we er nog niet.

Dat is recent nog eens opgemerkt door de Commissie van Wijzen ICES/KIS. Deze stelt dat de overheid door de omvangrijke investeringen in de afgelopen jaren erin geslaagd is om massa te creëren op een aantal gebieden in de Nederlandse kennisinfrastructuur. Zij zeggen ook dat op de eerdere investeringen moet worden voortgebouwd zodat deze niet verloren gaan, maar worden gecontinueerd op een realistisch niveau. Daarom moet volgens deze Commissie selectieve continuïteit worden geboden op een aantal onderzoeksgebieden voor de toekomst: High Tech Systems en Materialen, ICT, Flowers & Food, Life Sciences & Health, Water, Klimaat en Ruimte, Chemie en Energie, Creatieve industrie, Pensioenen en Verzekeringen.

Het kabinet stelt nu een bedrag van 500 miljoen euro beschikbaar om het advies concreet in te vullen. Het geld gaat naar projecten binnen de genoemde thema’s en gebieden, die een vervolg zijn op FES-projecten op het domein kennis, innovatie en onderwijs, die in deze kabinetsperiode aflopen. In het voorjaar van 2009 nemen we een besluit welke projecten geld krijgen.








«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK