Man en paard in Beijing

Nieuws | de redactie
30 oktober 2008 | Premier Balkenende heeft een lezing gegeven voor studenten van de Beijing Universiteit en daarin zijn visie gegeven op de ontwikkeling van maatschappij en politiek in China en ons eigen land. Met name de civil society, rechtsstaat en burgerlijke vrijheden zette hij in het centrum van zijn beschouwingen. “U weet beter dan ik dat China in de afgelopen dertig jaar op dit gebied ver is gekomen: tot 1978 was er in dit land nog sprake van 'rule without law'.

Sindsdien is er een veelheid aan wetten aangenomen en aan de wetteloosheid van daarvoor is een einde gekomen.” Dit vereist dat leiding en intelligentia van China nu ook open gaan staan voor kritische dialoog, vindt Balkenende en noemde man en paard: de strafkampen, godsdienstvrijheid, Tibet, de rol van China in Burma, in Soedan. “We spreken over zaken als de doodstraf, de vrijheid van religie en het systeem van Re-education through Labour.” Het volledige gastcollege leest u hier op ScienceGuide.


Het is een groot voorrecht aan deze prestigieuze universiteit een gastcollege te mogen geven. Dit is de bekendste universiteit van China. De universiteit die 110 jaar geleden werd opgericht. De universiteit die een leidende intellectuele rol speelt sinds 30 jaar geleden de beslissing werd genomen tot ‘opening up’ van China. De universiteit die door zijn internationale oriëntatie er aan bijdraagt dat China een geïntegreerd onderdeel wordt van de wereldeconomie en een ‘responsible stakeholder’ wordt in het internationaal politiek systeem.  De universiteit waar de afgelopen jaren honderden Nederlandse studenten hard aan kennis van de Chinese taal en cultuur hebben gewerkt. De universiteit tot slot die u – de toekomst van deze natie – voorbereidt op een actieve bijdrage aan de verdere ‘opening up’ en modernisering van China.

Over die verdere modernisering van China wil ik het vandaag graag met u hebben. Dit is mijn derde bezoek aan China. De eerste keer was in 2004. Dat bezoek stond in het teken van de voorbereiding van het Nederlandse voorzitterschap van de Europese Unie dat jaar. Tijdens ons voorzitterschap hebben we een belangrijke stap voorwaarts kunnen zetten in de betrekkingen tussen de Europese Unie en China.

Ik denk aan de politieke dialoog, de afspraken over non-proliferatie, maar ook de dialoog over een belangrijk thema’s als de mensenrechten. En natuurlijk niet te vergeten onze economische banden. In 2004 werd de Europese Unie de grootste handelspartner van China. Ik bewaar ook goede herinneringen aan de succesvolle EU-China-top die eind 2004 in Den Haag werd gehouden in aanwezigheid van premier Wen Jiabao.

Mijn tweede bezoek was tijdens de opening van de Olympische Spelen in augustus. Mag ik op deze plaats nog eens benadrukken hoe bijzonder ik die openingsceremonie vond? Indrukwekkend hoe zoveel mensen samen in staat waren zo’n spectaculair evenement vorm te geven. Overal waar ik in Peking kwam in die eerste dagen van de Spelen, viel op dat er zoveel vrijwilligers meededen en betrokken waren. Meer dan een miljoen heb ik me laten vertellen. Mede dankzij die inspanning van velen hebben de Olympische Spelen bijgedragen aan de versterking van wereldwijd respect voor China. Dat heb ik tijdens mijn onderhoud met premier Wen Jiabao ook tegen hem gezegd.

Afgelopen donderdag heb ik opnieuw gesproken met president Hu Jintao en met premier Wen Jiabao. De afgelopen vijf jaar heb ik nu zo’n vijf keer van gedachten gewisseld met uw leiders. Nederland en China kunnen veel van elkaar leren. Op politiek terrein, op economisch terrein, op maatschappelijk terrein. Dat hebben we in het verleden ook gedaan. Denk aan de betrokkenheid van de Nederlander Johannis de Rijke meer dan een eeuw geleden bij het verbeteren van de toegankelijkheid van de haven van Shanghai.

Dames en heren,

Uw president en premier hebben me duidelijk gemaakt dat het begrip ‘harmonious society’ centraal staat bij het toekomstmodel voor China. Dat intrigeert me. Zelf heb ik in Nederland actief bijgedragen aan de ontwikkeling van een visie op samenleving en de rol van de overheid. Ik heb me dan ook verdiept in het Chinese denken over de ‘harmonious society’. Ik wil hier vandaag graag mijn visie uiteenzetten op de inrichting van een samenleving.

In een democratische rechtsstaat zijn drie elementen van cruciaal belang: een levendige civil society, rule of law en het beschermen van fundamentele mensenrechten. In het vervolg van mijn betoog loop ik deze drie elementen langs.

De kracht van de gemeenschap

In de uitspraken van uw leiders over het ideaal van een ‘harmonious society’, kom ik diverse aspecten tegen. Zo zei president Hu Jintao in 2005 dat een ‘harmonious society’ de volgende doelen kent: ‘to balance interests of different social groups; to avoid conflicts; to make sure that people live a safe and happy life.’ Ook gaf hij aan dat een ‘harmonious society’ wordt gekenmerkt door democracy, rule of law, justice, sincerity, amity and vitality. De cruciale vraag daarbij is uiteraard: hoe kan dat in praktijk worden gebracht? Graag wil ik in dit kader enkele ervaringen uit Nederland met u delen.

Nederland is een democratische rechtsstaat. Centraal staat dat burgers verantwoordelijke personen zijn en niet worden gediscrimineerd vanwege godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook. Onze burgers hebben vele vrijheden die de overheid waarborgt, beschermt en respecteert. Deze vrijheden zijn in onze grondwet verankerd. Iedereen heeft vrijheid van godsdienst, vrijheid van meningsuiting, vrijheid van vereniging, vrijheid van vergadering en betoging, het recht op eerbiediging van zijn persoonlijke levenssfeer en het brief-, telefoon- en telegraafgeheim is onschendbaar. Daarnaast zijn onze rechters volstrekt onafhankelijk. Burgers kunnen zich zo dus weerbaar opstellen tegenover de overheid.

Maar het draait in een samenleving niet alleen om de staat of de individuele burger. De kracht van een samenleving ligt bij de gemeenschap, de maatschappelijke verbanden. Een samenleving bestaat uit een bont geheel van verschillende subgroepen, gemeenschappen en kringen, ook wel de ‘civil society’ genoemd.

Mensen zijn creatief en sociaal. Zonder bemoeienis van de overheid bestaan in Nederland heel veel initiatieven die onze samenleving versterken en de kwaliteit van leven van mensen verhogen. Ik denk aan mensen die zich vrijwillig inzetten voor het opknappen van hun eigen wijk. Ik denk aan mensen die samen met anderen een sportvereniging beginnen. Maar ik denk ook aan mensen die actief zijn in een politieke partij of een vakbond. De Nederlandse overheid bemoeit zich zo weinig mogelijk met dit soort zaken. In onze ogen wordt een samenleving sterker, mooier en leefbaarder door deze inzet van groepen mensen. De overheid moet hier zoveel mogelijk vrijheid en ruimte geven.

Dit kan zij alleen doen als alle mensen, groepen en verbanden een aantal essentiële waarden met elkaar delen. Want gemeenschappelijke kernwaarden zijn het cement in een samenleving. Ik heb het dan over waarden als solidariteit, respect, gelijkheid, tolerantie en verdraagzaamheid. Zonder dat fundament drijven mensen uit elkaar. Zonder dat fundament is vreedzaam samenleving in een pluriforme samenleving niet mogelijk. Zonder dat fundament is het niet mogelijk ‘that people live a safe and happy life’.

In Nederland pleit ik er al jaren voor een openhartige dialoog te voeren over de kernwaarden waardoor de Nederlanders zich verbonden voelen. En die dialoog voeren we ook. Dat is niet altijd even gemakkelijk, want meningen kunnen verschillen. Maar dat mag, want dat hoort bij een democratie.

Rule of law

Een krachtige en levendige civil society is in mijn ogen cruciaal voor een samenleving. Maar aan de basis van een goed functionerende samenleving ligt vanzelfsprekend de ‘rule of law’. Met rechteloosheid en wetteloosheid is het niet mogelijk ‘to balance interests of different social groups and to avoid conflicts’. ‘To make sure that people live a safe and happy life’ zijn duidelijke en transparante regels nodig.

Waar hebben we het over bij de term ‘rule of law’? Bij ‘rule of law’ onderkennen we: dat overheidsgezag alleen legitiem kan worden uitgeoefend op basis van democratisch aangenomen wetten; dat de macht in een land gescheiden wordt. Wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht staan los van elkaar; dat iedereen voor de wet gelijk is. Dit betekent dus dat iedereen ondergeschikt is aan de wet. “No man is above or below the law”, zei de Amerikaanse president Theodore Roosevelt in 1903. Dat geldt ook voor de overheid.

U weet beter dan ik dat China in de afgelopen dertig jaar op dit gebied ver is gekomen: tot 1978 was er in dit land nog sprake van ‘rule without law’. Sindsdien is er een veelheid aan wetten aangenomen en aan de wetteloosheid van daarvoor is een einde gekomen. Nu staat in de Chinese grondwet dat de overheid de rechten van de mens respecteert en beschermt.

In mijn gesprekken met de Chinese leiders valt me op dat zij zich heel goed realiseren dat de rechtsstaat in China nog verder verankerd en uitgebouwd moet worden. Zij waarderen dan ook dat we vanuit Nederland concreet een bijdrage leveren aan het versterken van de Chinese rechtsstaat. We delen onze ervaringen zodat u de nagestreefde ‘harmonious society’ dichterbij kunt brengen.

Sinds enige jaren is er een juridisch samenwerkingsprogramma dat goed functioneert. Het zal u gezien mijn betoog tot nu toe niet verbazen dat centraal in dit samenwerkingsprogramma het volgende staat:

  • verdere professionalisering van justitie,
  • politie en penitentiaire inrichtingen;
  • en versterking van de civil society.

Een goed voorbeeld van het eerste is onze bijdrage aan opleiding van strafrechtadvocaten. Dan gaat het zowel om het verbeteren van hun vaardigheden als het opstellen van een gedragscode. Een ander goed voorbeeld vind ik de opleiding van gevangenispersoneel op het gebied van de rechten van gevangenen. We werken samen aan een mensenrechtenprogramma op het Central Institute for Correctional Police. Ook op het gebied van versterking van de civil society zijn er diverse projecten. Ik noem bijvoorbeeld een rechtscentrum voor arbeiders, dat ik morgen in Shanghai zal openen. In het centrum wordt gratis juridisch advies gegeven aan arbeiders in Shanghai. Studenten worden tegelijkertijd opgeleid tot experts op het gebied van arbeidsrecht.

‘Rule of law’ is niet alleen cruciaal voor het goed functioneren van een samenleving. Zonder ‘rule of law’ ook geen duurzame economische ontwikkeling voor een land. Bedrijven investeren bij voorkeur in landen met een betrouwbaar rechtssysteem. Ondernemers houden niet van corruptie en dubieuze transacties. Waar ze wel aan hechten zijn gelijkheid, duidelijkheid en effectieve bescherming van intellectueel eigendom. Transparantie van de overheid is van groot belang. Ik hoop daarom dat het proces van ‘opening up’ in China zich voortzet. Op 1 mei van dit jaar werden de Open Government Information Regulations van kracht. Deze regelgeving geldt voor het hele land, voor alle bestuurders, voor alle burgers. Het is een enorme stap naar meer transparantie.

Ik hoop van harte dat Chinese burgers, net als de Nederlandse, veel gebruik zullen maken van de mogelijkheden die deze regels bieden. Zo kunnen zij een nog groter vertrouwen krijgen in de overheid, nationaal maar ook lokaal. Zo leidt grotere transparantie tot meer sociale stabiliteit. En sociale stabiliteit is weer een belangrijke voorwaarde voor een ‘harmonious society’.

Mensenrechtendialoog

Ik heb iets gezegd over de civil society. Ik heb het belang aangegeven van de ‘rule of law’.  Tot slot wil ik het derde en laatste element bespreken dat cruciaal is voor goed functionerende democratische rechtsstaat: het erkennen en respecteren van de mensenrechten.

Dit jaar vieren we de 60e verjaardag van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. Daarin staat verwoord het hoogste ideaal van ieder mens: de komst van een wereld waarin de mensen vrijheid van meningsuiting en geloof zullen genieten en vrij zullen zijn van vrees en gebrek. Dat is ons moreel kompas. Dat is beschaving. Dat is de hoeksteen van een ‘harmonieus society’.

Het is daarom – letterlijk zelfs – van levensbelang dat we hier eerlijk en open met elkaar over spreken. De Europese Unie voert met China ieder half jaar een mensenrechtendialoog. Zo kunnen zorgen worden gedeeld en concrete kwesties aan de orde gesteld. We spreken over zaken als de doodstraf, de vrijheid van religie en het systeem van Re-education through Labour. En in dit kader heeft de Europese Unie ook haar zorgen geuit over de situatie in Tibet.

Ook de Nederlandse overheid voert regelmatig overleg met de Chinese overheid over de mensenrechten. Omdat we een goede relatie hebben, is het ook mogelijk in alle openheid te spreken over gevoeliger onderwerpen als deze. Zo hopen we in Nederland dat China snel het Internationale Convenant over Burgerlijke en Politieke Rechten zal ratificeren. Ook dringen we er bij China op aan dat in VN-verband kritischer kan worden gesproken over mensenrechtenschendingen in andere landen. Mensenrechten zijn universeel en grensoverschrijdend.

In 2005 is op een VN-top de internationale verantwoordelijkheid op het gebied van mensenrechten vertaald in de ‘responsibility to protect’. Dit betekent dat iedere staat in eerste instantie zelf zijn eigen burgers behoort te beschermen. Maar als een staat dit niet kan of – erger nog – niet wil, dan mag de internationale gemeenschap niet blijven toekijken. Dan is actie nodig. Ik denk bijvoorbeeld aan de situatie in landen als Burma of Soedan. De Mensenrechtenraad in de VN zou effectiever moeten kunnen optreden. Een land als China, als responsible stakeholder van het internationaal systeem, heeft daarbij een bijzondere verantwoordelijkheid. Ik hoop dat Nederland en China de samenwerking op dit dossier verder zullen versterken. Alleen door internationaal onze verantwoordelijkheid te nemen komt het hoogste ideaal binnen bereik.

Beste studenten,

Ik kom tot een afronding. Dertig jaar geleden startte het proces van ‘opening up’ in China. Sinds die tijd heeft uw land enorme vooruitgang geboekt. Miljoenen mensen hoeven niet meer in armoede te leven. In maatschappij en economie is de blik meer naar buiten gericht; er is meer openheid, meer internationale oriëntatie. Vooral op het gebied van de sociaal-economische rechten is er grote vooruitgang geboekt. Dit heeft aanzienlijke gevolgen gehad voor de inwoners van China. Het leven in het China van 1978 is onvergelijkbaar met het leven anno 2008. Zo verwacht ik ook dat als we in 2038 terugkijken naar het jaar 2008, we zullen zeggen dat de verschillen levensgroot zijn.

U bent de generatie die de komende dertig jaar verder gaat werken aan dat nieuwe China. U bent de hoop en de toekomst van China. U kunt in uw werkzame leven bijdragen aan versterking van de civil society en de rule of law. U kunt bijdragen aan een wereld waarin iedereen vrij zal zijn van vrees en gebrek. De ogen van de wereld zijn op China gericht. De ogen van de wereld zijn op u gericht.

Dat is een hele verantwoordelijkheid. Maar u staat er niet alleen voor. In de wereld, in Europa, in Nederland zijn er velen die u de hand reiken en met u willen samenwerken aan vooruitgang en een goede toekomst. Ik heb er alle vertrouwen in dat als we wereldwijd al die positieve energie, deskundigheid en creativiteit bundelen, we samen mooie dingen tot stand kunnen brengen.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK