MKB in maakindustrie kan innovatiever

Nieuws | de redactie
14 oktober 2008 | In een steeds sneller veranderende en complexere wereld, is het belangrijker geworden voor bedrijven om gelijke tred te houden met hun omgeving. Innovaties volgen elkaar steeds sneller op, en een achterstand is daardoor snel opgelopen als bedrijven niet flexibel en adaptief zijn. Nederlandse bedrijven, vooral in het MKB, blijken minder innovatief dan in de ons omringende landen. Het HHS-lectoraat Ondernemen & Innoveren van onderzocht innovatie bij MKB bedrijven in de maakindustrie.

Dit gebeurt in een tweejarig Innovatieprogramma, dat ontwikkeld is in een consortium van De Haagse Hogeschool samen met Metaalunie, Federatie NRK en Syntens. Hoewel de noodzaak om te innoveren en ondernemen breed erkend wordt door zowel ondernemers, beleidsmakers als mensen uit het onderwijs, lijkt het niet eenvoudig een klimaat te creëren op macro- en meso niveau dat innovatie bevordert en de kans op succes van innovaties vergroot. Het faalpercentage van innovaties blijft hoog en op nationaal niveau scoort Nederland slecht vergeleken bij de ons omringende landen. 

Over het onderzoek

Dit onderzoek richt zich op de MKB bedrijven in de maakindustrie, een sector die zwaar onder druk staat door stijgende grondstofprijzen, gebrek aan vakkundig personeel en vooral de toenemende concurrentie uit het Oostblok en het Verre Oosten. De sector is echter van groot economisch belang is voor Nederland en heeft specifieke eigenschappen die aanleiding vormen voor innovatie. Het onderzoek concentreert zich daarom op de vraag hoe MKB bedrijven in de maakindustrie hun processen rondom innovatie inrichten en organiseren. Onderzocht is waar de ambities van deze bedrijven liggen, hoe er geïnnoveerd wordt en welke factoren wel of juist niet maken dat zij vervolgens overgaan tot actie.  

Belangrijkste conclusies

De realiteit van een innovatieproces blijkt voor een kleine onderneming wezenlijk anders dan voor een groot bedrijf. Zo lijkt het bepalen van de strategie voor zowel bedrijf als innovatietrajecten vooral een persoonlijke beslissing van de ondernemer. Dat is in de context van een klein bedrijf begrijpelijk, maar gevaarlijk als dat besluit slechts is genomen vanuit een enkel perspectief. Het uitvoeren van routines zoals beschreven in de literatuur kan nu juist op een objectieve manier duidelijkheid over de best te kiezen richting en mogelijke valkuilen geven. Daarbij kunnen ze de ondernemer de blik naar buiten bieden die voorkomt dat ze zich teveel op de eigen regio, branche of sector concentreren, terwijl daarbuiten ontwikkelingen gaande zijn die hen wel degelijk vergaand kunnen beïnvloeden. Ondernemers zijn zich hier onvoldoende van bewust. 

De ondernemers wijzen vervolgens ook verschillende externe factoren aan die van invloed zouden zijn op de competenties van hun onderneming om te innoveren. Zo noemden zij het gebrek aan gekwalificeerd personeel, aan toegankelijke kennis over de markt en aan marketingkennis. De barrière die het vaakst wordt genoemd in de interviews is echter tijd; die is er onvoldoende om daadwerkelijk te besteden aan de ontwikkeling van innovatieve projecten. Door meer tijd te reserveren voor het ontwikkelen van kennis over techniek en markt, en een meer externe blik te krijgen – ook buiten de eigen klantenkring of branche, en ook door de keten heen – zullen bedrijven meer kans maken op een succesvolle wijze innovatief te zijn. 

De eerste onderzoeksresultaten zijn gebundeld in het tussentijdse rapport ‘Innoveren binnen handbereik’. Dit rapport (ISBN 9781409235781) is reeds te downloaden op www.lulu.com.



«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK