Harde knip politiek nog niet hard

Ronald Plasterk zelf leek het vooral gezellig te willen houden op het ISO-congres. Ter gelegenheid van het 35-jarig bestaan van deze studentenorganisatie bracht hij uit de losse pols vooral enige hartelijke felicitaties over, maar vermeed verder inhoudelijk substantiële of politieke uitspraken. Zo niet andere sprekers.

Onderwijsraadslid prof. Jan Anthonie Bruijn (VVD) bleek weinig van de harde knip te verwachten: “Het bamadrama was al vrij groot. We hadden in Nederland al de laagste studentenmobiliteit in Europa, dat wordt door de harde knip nog erger. Het is niet alleen onbegrijpelijk dat minister Plasterk dit doet. Hij richt grote schade hiermee aan. De internationale mobiliteit van het Nederlands hoger onderwijs is nu al onder de 5%. Door de harde knip zal dat nog lager worden. We maken het studenten onmogelijk om goed gefaciliteerd naar het buitenland te gaan”.

Kamerlid Jasper van Dijk (SP) ging nog een stapje verder: “De regering zegt de kennissamenleving heel belangrijk te vinden, maar in de praktijk gaan ze niet verder dan het bewijzen van lippendienst daaraan. De harde knip is het kortwieken van de wetenschappelijke opleiding.” Bij de invoering van de bachelor-masterstructuur in 2002 was volgens hem de lijn geweest, dat bachelor- en masteropleiding bij elkaar horen. “Als Plasterk nu een harde knip gaat aanbrengen tussen bachelor en master, dan is de onuitgesproken vooronderstelling dat hij het laatste jaar van de wetenschappelijke opleiding kan gaan privatiseren en daar selectie kan laten toepassen. Dat is direct in tegenspraak tot alle verhalen dat we naar een kennissamenleving moeten”.