Maria’s haar op de tanden

Vrij Nederland heeft nog meer insiders aan de praat gekregen. Wie zich duidelijk zeer moest inhouden was SER-voorman Rinnooy Kan. “Ik behoor tot de geschorenen. Als ik nu zeg wat ik ervan vind, lijkt het alsof ik spreek uit rancune. Dat lijkt me geen goed idee.” Maria van der Hoeven sprak op een CDA- bijeenkomst met enige zelfspot over het beeld dat van haar in Nauta’s boek naar voren komt: “Daar moet je niet alles van geloven. Behalve dat haar op mijn tanden. Dat heb ik.”

Haar voorganger op EZ, toenmalig vice-premier Brinkhorst, erkent dat hij met Van der Hoeven flink moest knokken om geld voor innovatie en kennis. “Toen ik aantrad als minister was Economische Zaken financieel volledig uitgekleed door Gerrit Zalm omdat mijn voorganger Annemarie Jorritsma zo nodig de JSF wilde. Nu moesten we ook nog het volle pond betalen voor innovatie. Dat kon ik niet accepteren. Het heeft heel lang geduurd voor we daar uit waren.”

Over de analyse van Nauta zegt hij behartigenswaardige dingen. Hij acht het IP niet ‘mislukt’, maar ziet wel dat Nauta’s boek zinnige lessen bevat voor een ieder in bestuurlijk Nederland. “Nederland is nu eenmaal geen land van grote gebaren. Wij gaan met innovatie om zoals met een bonsaiboompje: we geven het net te weinig om te leven, en te veel om dood te gaan. Het bestuur is hier zo breed samengesteld dat het gevecht altijd gaat om kleine verschillen. Als jonge enthousiasteling kon Frans Nauta daar moeilijk aan wennen.”