Minister schuilt achter VSNU

De studentenorganisaties hebben de minister hun bezwaren tegen een harde knip tussen bachelor en master in het WO naar voren gebracht in het overleg. Daarbij werd de minister onder meer gewezen op het niet ‘Dijsselbloem-proof’-karakter van zijn ingreep. Immers, de harde knip gaat meer over het ‘hoe’ dan over het ‘wat’ en deze structuurverandering zou niet met toereikende steun van betrokkenen in het onderwijs worden opgelegd. De minister sprak dit tegen. Hij stelde dat de VSNU voorstander is van de harde knip.

Dit heeft de studentenorganisaties verbaasd, aangezien vanuit de universiteiten zeer verdeelde reacties op het voornemen van de minister naar buiten zijn gekomen en men in den brede een voorstander is van ruimte voor een eigen beleid op dit punt. De verschillende universiteiten voeren ten aanzien van de doorstroom naar de master reeds nu een eigen beleid. De VSNU heeft in haar externe standpunten dan ook benadrukt dat men een dergelijke ruimte voor eigen beleid verkiest boven centrale regelingen van OCW.