Verwarring in Kamer over toga’s

Nieuws | de redactie
28 november 2008 | D66 stuurde recent trots een persbericht de wereld in over een motie van Alexander Pechtold en Fred Teeven (VVD), die door de Tweede Kamer was aanvaard. Daarin werd nadrukkelijk uitgesproken dat de Kamer van mening was dat er geen concessies mochten worden gedaan aan het opleidingsniveau van functies in de publieke sector en met name van de zgn. togaberoepen. Minister Hirsch Ballin van Justitie noemde de motie overbodig. En terecht, aldus mr. Gerard Hupperetz, de directeur van de Juridische Hogeschool Avans-Fontys.

Juist ten aanzien van de togaberoepen zijn de kwaliteitseisen juist aangescherpt. In het verleden kon een hbo’er met een MER-opleiding in twee jaar de meestertitel verkrijgen en daarna de advocatuur ingaan.  Dat is nu onmogelijk. In de wet is vastgelegd, dat men zowel de  bachelor als de master aan een juridische faculteit van de universiteit moet hebben behaald.

In een AMvB heeft de minister daar slechts één uitzondering op gemaakt. Een afgestudeerde van de nieuwe –volledig juridische- hbo-opleiding HBO-Rechten kan na het behalen van een schakeltraject aan de universiteit van ten minste een jaar doorstromen na de universitaire master met civiel effect. Dat is dus geen hbo’er die advocaat wordt, maar iemand die 4 jaar een pittige  juridische hbo-opleiding heeft gevolgd en daarna nog eens twee jaar een academische. Je kunt zo ook beweren, dat iemand met de basisschool advocaat kan worden. Hij of zij moet dan wel eerst het vereiste eindniveau behalen.

Bij navraag bij de voorlichters van D66 en de VVD blijkt men nadrukkelijk helemaal niet tegen doorstroming van het hbo naar het wo te zijn (het zgn. stapelen). Ze willen enkel niet dat een hbo’er direct na zijn of haar hbo-opleiding de advocatuur in kan. Dat is echter volstrekt niet aan de orde. De parlementariërs hebben zich duidelijk ongewild voor het karretje laten spannen van bepaalde behoudende universitaire kringen. Deze verzetten zich al enige tijd tegen dit stapelen van opleidingen. Zij zijn van mening dat de ” togaberoepers” alleen niveau kunnen hebben als ze een volledige academische juridische opleiding hebben gevolgd. Twee motieven liggen daaraan ten grondslag. Of wel men heeft heimwee naar de (elitaire) academische opleidingen van vroeger (toen alles beter was), dan wel men is bevreesd voor de concurrentie die een stevige HBO-Rechtenopleiding zou kunnen betekenen.

Jammer dat deze parlementariërs (en uiteindelijk een kamermeerderheid) zich zo makkelijk laten verleiden tot een onnodige uitspraak, die door lieden vanwege andere motieven werd uitgelokt. De verwarring is er al. De eerste decanen van middelbare scholen hebben al gebeld of de doorstroming nu onmogelijk geworden is. Dat is dus niet het geval. Met dank aan de Tweede Kamer.








«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK