‘Een vrij schokkende constatering’

Nieuws | de redactie
1 december 2008 | “Ons kennissysteem vertoont over de volle breedte en diepte tekenen van achterstallig onderhoud; de Kennisinvesteringsagenda van het Innovatieplatform brengt ze overtuigend in beeld en rekent voor dat het een paar miljard gaat kosten. Voor wie het rustig leest, is dit een vrij schokkende constatering. We zijn dus kennelijk behoorlijk achterop geraakt zonder dat we dat lange tijd doorhadden. Dat geldt voor deze achterstallige onderhoudspost en ook nog wel voor een paar andere.” Alexander Rinnooy Kan vertelt hoe Nederland ‘weg onder de kaasstolp’ moet, juist nu.

Ambitie is het verlangen om een plaats te bereiken waar de reiziger nu al weet niet te willen blijven. Het kan altijd beter, verder, hoger. De eindbestemming ligt niet vast en doet er ook niet toe: het gaat om de reis erheen, om de optelsom van mooie en frustrerende momenten – de eerste nooit zonder de laatste – en om de worstelingen, de val- en glijpartijen, de aankomst op het nippertje. Ambitieuze mensen zijn nooit uitgereisd. Het gaat hen om het delen van ervaringen met reisgezelschappen van gelijkgestemden, stuk voor stuk op eigen wijze gemotiveerd en geïnspireerd, en allemaal net zo vastbesloten om er het beste van te maken zonder enig idee van wat dat beste dan wel zal blijken te zijn. En bij het af en toe terugblikken – niet te vaak, de achteruitkijkspiegel is nuttig, maar de voorruit wel zo belangrijk – is er dan dat niet te evenaren gevoel van vreugdevolle verbazing over de afgelegde weg, over de enorme afstand die is afgelegd, over de kloven die zijn overbrugd en de barrières die zijn genomen.

Tweede Pruikentijd

Dat is ambitie, een mentaliteit die, naar wel wordt beweerd, in Nederland al te schaars zou voorkomen. De zelfgenoegzaamheid van een klein, rijk land dat zijn pensioenvoorzieningen op orde heeft, de ontspannenheid van het gelukkigste volk ter wereld dat met een minimaal aantal uren werken toch nog aardig bij blijft in de mondiale rat race: het zijn nationale kenmerken die zich slecht verdragen met een hoog nationaal ambitieniveau, of met een breed gedeelde overtuiging dat het belangrijkste karwei nog geklaard moet worden, al weten we niet precies wat het is. Bezorgde wereldreizigers verwijzen vermanend naar de zoveel ambitieuzer Aziaten en vrezen dat het Nederlandse succesverhaal in rentenierschap zal omkomen, zoals dat eerder in de achttiende eeuw al gebeurde. In die tweede Pruikentijd zal Nederland naar hun overtuiging opnieuw ervaren dat een Hollandse Waterlinie maar beperkt soelaas biedt: binnen de kortste keren zijn de spaarpotten leeg en is de welvaart weg.

Is die zorg terecht? Zijn de voortekenen van de tweede Pruikentijd al zichtbaar: gemakzucht, desinteresse, oppervlakkigheid? Wie ernaar op zoek gaat, zal hen hier en daar wel aan kunnen treffen, in Nederland en elders in West Europa. Inderdaad, de nietsontziende ijver van de Aziaten op jacht naar de welvaart is in Nederland ver te zoeken. Een hoge productiviteit, een mooie locatie en een flinke aardgasbel stelden Nederland in staat te kiezen voor een heel wat ontspannener verhouding tussen werken en spelen. Maar ook deze vorm van adeldom verplicht: er mag van een rijk land een meer dan gemiddelde bijdrage aan de toekomst van de planeet verwacht worden. En er valt en passant ook nog wel iets te verdedigen: de productiviteitsvoorsprong loopt terug, het aardgas raakt op en Rotterdam is inmiddels kleiner dan Hongkong, Singapore en Sjanghai. Maar ook voordat de globalisering zo heette, had Nederland al wel begrepen dat een kleine, open economie niet achterover kan leunen. Wij zijn inmiddels het op twee na welvarendste land van Europa, en staan hoog in allerlei internationale ranglijstjes. Het kan beter – waarover hieronder meer – maar echt slecht gaat het niet.

Matig bediend

Dit boek illustreert overvloedig waar en hoe het beter kan, en demonstreert gelukkig ook het persoonlijke ambitieniveau van degenen die aan het woord zijn. Hun zorgen zijn niet nieuw: Nederland laat de laatste jaren op enkele vertrouwde terreinen flinke steken vallen. Voor de kenniseconomie die wij willen en moeten zijn, is de door velen bekritiseerde staat van het onderwijs de meest in het oog springende tekortkoming, vooral omdat wij onszelf lang hebben wijsgemaakt dat het allemaal prima geregeld was. Ons kennissysteem vertoont over de volle breedte en diepte tekenen van achterstallig onderhoud; de Kennisinvesteringsagenda van het Innovatieplatform brengt ze overtuigend in beeld en rekent voor dat het een paar miljard gaat kosten – publiek en privaat – om rond 2016 weer op het relatieve uitgavenniveau binnen de OESO te komen waar wij tien jaar geleden stonden.

Voor wie het rustig leest, is dit een vrij schokkende constatering. We zijn dus kennelijk behoorlijk achterop geraakt zonder dat we dat lange tijd doorhadden. Dat geldt voor deze achterstallige onderhoudspost en ook nog wel voor een paar andere. Een belangrijke verklaring voor de politieke onrust in Nederland die kiezers naar de flanken drijft, is dat er plotseling een breed besef is neergedaald dat de overheid zijn klanten een paar jaar matig heeft bediend. Een behoorlijk ambitieniveau bij de noodzakelijke inhaalactie is niet alleen wenselijk vanwege het belang van de onderhoudspost zelf, het is ook van belang omdat de electorale ontevredenheid zich nu zo diep dreigt te wortelen dat de bestuurlijkheid van Nederland, de traditie van wisselende coalities die in kleine stappen voorwaarts trokken, aangetast dreigt te worden. Dat is geen aantrekkelijk vooruitzicht, wat er ook aan te merken valt op het feitelijk functioneren van deze coalities van geval tot geval.

Ambities dus, graag, onder de kaasstolp. Vele. Maar wel graag tot ver buiten de kaasstolp uitgedragen. Het is niet verkeerd dat ze daar beginnen. Maar ze zijn de laatste jaren daar al te vaak blijven steken. En als dat zo blijft, dan wordt de spannende en onvoorspelbare reis van de ambitieuzen er een van al te korte duur met al te weinig deelnemers.

A.H.G. Rinnooy Kan

[Dit essay publiceert hij eveneens in het nieuwe
boek ‘Ambitie onder de kaasstolp’ van Sijmen van Wijk en Sanne Roever – VOC uitgevers, 2008]




«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK