Nerdy momenten bij een wegwerpkaart

Nieuws | de redactie
10 november 2008 | Op 19 november krijgt hij zijn bul. Het duurde even, maar Roel Verdult is dan toch echt master of science. Dat was niet helemaal de verwachting toen die dyslectische jongen naar de MAVO in Roozendaal ging. “Ik ben een echte stapelaar”, lacht hij. Hij vertelt hoe hij via MAVO en HAVO naar de informatica-opleiding aan de HAN kon gaan. “Ze ontdekten laat dat ik dyslectisch ben en dat was wel een belemmering. Maar ik kon toch door, ook naar het hbo en koos meteen voor informatica. Andere bètaopleidingen vond ik ook leuk, maar dit wilde ik op de middelbare school altijd al”.

De wegwerpkaart

Roel was nog lang niet klaar met laatbloeien en zelfoverwinningen. Na de bachelor in het hbo wilde hij door. “Ik heb met toen ingeschreven voor het schakelprogramma aan de Radboud. Dat ging goed en zo kon ik mijn masteropleiding hier aan de universiteit doen”. Hij kijkt tevreden voor zich uit. Want in juni heeft hij ook die graad gehaald en dat na een onderzoek en scriptie

Nederland kent Roel Verdult als ‘die OV-chipstudent’. In januari 2008 kwam zijn onderzoeksgroep van prof. Bart Jacobs naar buiten met het nieuws over Roels onderzoek. Eigenlijk was de inhoud daarvan eenvoudig: de veronderstellingen over de kwetsbaarheid van chipkaarten als die voor het toekomstige OV-systeem zijn meer gebaseerd op goedgelovigheid dan op wiskundig correct uitgewerkte modellen. Om te beginnen bij de chipkaart voor één rit. Die bleek door handig volk als Roel en kornuiten moeiteloos bewerkt te kunnen worden, zodat studenten gratis konden blijven treinen en trammen. Niks weggooi-kaartje dus, maar een zeer waardevol hebbeding.

Mijn nerdy momenten

Waarom dit onderzoek? De vraag blijkt heel simpel te beantwoorden: zoals de Mount Everest beklommen moest worden. Omdat die er is. “Ik had dat al op school. Dat zijn mijn nerdy momenten. Er is zo’n apparaatje of mechaniek en dan ga je dat uit elkaar halen, je wilt doorhebben hoe dat werkt, waarom. Wat je nog net even beter of sneller kunt maken. Ik ging zelf wat programmeren, dingen testen. Het zelf uitzoeken, dat was het”.

Op de universiteit werd Roel al snel aan het werk gezet om dat talent uit te diepen. “Mijn professor gaf me de opdracht het parkeersysteem op de campus eens uit te vogelen. Dat leek nogal lek, want ook als je maar even met je kaart zwaaide voor het controlepunt, ging het al open. Het ging puur om te kijken ‘hoe kan dat en hoe kun je dus gratis naar binnen?”

Het mooie aan bèta

Toen hij dit project met succes had gedaan, was Roel Verdult klaar voor het grote werk. “De vraag naar de houdbaarheid van de OV-chip was al vaker in onze onderzoeksgroep gesteld. Dat hing wat in de lucht”. Waarom zo iets leuk is om te doen, vindt hij niet moeilijk om uit te leggen. “Creatief zijn met oplossingen, niet steeds dezelfde voor waar aannemen. Zien hoe je daarin innovatief kunt zijn en dan kijken of het meetbaar is. Met een bètaopleiding is het zo mooi dat je dingen af en toe kunt bewijzen. Meet het maar, ga het maar na”.

De creativiteit in zijn OV-chiponderzoek zat in de aanpak van de oplossingen. “Ik stelde vast dat je een wiskundig model moest maken om de kwetsbaarheid te analyseren in plaats van de blackbox van de beveiligingsopzet as such voor waar aan te nemen. Alleen zo kun je zwakke plekken in zo’n systeem ontdekken en daar ook wat aan doen!”

Geen back-up meer

Dat laatste besef, de innovatieve toepassingskant van de creativiteit in het onderzoek, dwong Roel en zijn collega’s ertoe dit niet ‘onder de pet te houden’. De vraag werd gesteld waarom ze dit onderzoek zouden doen. “Waarom kijken we er niet even naar en houden we het dan verder stil? Dat is wel een vraag die dan op tafel komt. We kwamen tot de conclusie dat we hiermee door moesten en er ook mee naar buiten zouden moeten gaan. Omdat je een maatschappelijk besef hebt dat dit iedereen raakt die zo’n systeem moet gaan gebruiken. Want onthoud wel dat het de bedoeling is deze chipkaart-opzet voor iedereen verplicht in te voeren. Er is daarna geen back-up meer, geen alternatief voor reizigers. De strippenkaart bijvoorbeeld, die zal verdwijnen als het zover is”.

De rol die de Nijmeegse onderzoekers voor zichzelf daarom zagen was niet die van Cassandra’s of die van jolige hackers. Ze werden de boodschapper dat er wat aan de hand was. “En dat konden we dan ook meetbaar maken”. Roel onderstreept dat zij van de universiteit – en de eigen afdeling in het bijzonder – veel steun kregen in het waarmaken van die rol als wetenschapper. Die zou kritisch en constructief zouden zijn, zo vonden zij, want daar werden ze voor opgeleid.

Snel na hun publicatie was het politiek en maatschappelijk rumoer niet meer te stuiten. “We zijn snel gewend geraakt aan een hoop gedoe en aan de noodzaak ons koest te houden”, zegt prof. Bart Jacobs. Zo moest Roel Verdulst mee naar de hoorzitting die de Tweede Kamer belegde om alle experts op het chipterrein aan de tand te voelen.

Handen in het haar

Niet helemaal de natuurlijke setting voor een 25-jarige student informatica. “Die dag was ook de eerste keer dat ik staatssecretaris Huizinga ontmoette. Voordat we naar die expertmeeting in de Tweede Kamer gingen, werden wij bij haar op het ministerie verwacht. We zaten op de kamer van haar directeur-generaal”

Hoe was dat? Werden jullie kritisch benaderd, verwijten gemaakt over de rol die het onderzoek zichtbaar had gemaakt?

Nee, dat was niet de sfeer daar. Het was eerder dat Huizinga met haar handen in het haar zat ermee. We begrepen toen dat haar positie nogal benard was; de ambtenaren wisten het ook niet meer en ze vroeg ons ‘Wat moeten we nu doen?’

Had men geen concurrerende universiteit of onderzoeksinstelling aan het werk gezet om jouw werk kritisch over te doen?

Ja, dat verbaasde ons ook. Wij riepen meteen: ‘Doe een contra-expertise! Laat dat onafhankelijk gebeuren. Je hoeft ons niet te geloven, hoor… Wij denken dat we het zo goed geweten hebben, maar laat nagaan of een ander dit beter kan en bewijzen hoe het zit’. Dat is het leuke bij bèta-onderzoek, je kunt dingen meten en af en toe ook bewijzen, hè?

Een subtiel spel

Na dat gesprek ging je mee naar de Tweede Kamer. Hoe liep dat?

Het is natuurlijk een heel andere omgeving dan je gewend bent. Er speelden direct allerlei dingen tegelijk. Er was de inhoud. We kregen veel vragen over hoe het nu zat en wat wij hadden ontdekt. Er was ook de benarde positie van mevrouw Huizinga. Je merkte aan de vragen dat oppositiemensen kansen zagen om de aanval te openen. Dat was een subtiel spel om ons heen, dat voelden we.

Hoe bleef je daarin overeind?

We hadden gelukkig goede begeleiding gehad vanuit de universiteit. Tegen mij zeiden ze ‘blijf bij je leest!’Ik kon rustig uitleggen wat we onderzocht hadden en wat daar de uitkomsten van waren. We moesten voorkomen dat we gingen speculeren bij vragen naar ‘als…dan’.

Even later leek de zaak opnieuw los te barsten en was je opnieuw te gast bij Tineke Huizinga.

Het was begonnen met de wegwerpkaart, maar al gauw bleek ook de ‘echte’ OV-chipkaart nogal kwetsbaar te zijn. Het betrokken bedrijf had steeds gezegd, dat het wel goed kwam, dat men op hun technologie kon vertrouwen. Toen merkten ze op het ministerie van Verkeer en Waterstaat dat deze zaak niet goed ging. We werden opnieuw uitgenodigd op bezoek te komen en ik merkte dat ze wel heel bezorgd aan het worden waren.

Bovendien was TNO tussendoor erbij gekomen met een eigen analyse. Maar die hadden ons niet gebeld. En dus was het onduidelijk gebleven waar het probleem nu zat. Ook bij deze tweede keer op Verkeer en Waterstaat vroegen ze ons ‘wat doen we nu?’

De hbo’er in de onderzoeker

Het is deze zelfstandige, constructieve rol van de jonge wetenschappers die bij Roel Verdult opvalt. Creativiteit, innovatief denken en handelen en maatschappelijk verantwoordelijkheidsbesef gaan bij hem samen. “Ik vind onderzoek doen erg mooi, maar het moet niet ergens op de plank eindigen. Ook fundamenteel werk zou ergens toe moeten leiden voor mij. Dat heeft ook iets van een hbo’er, die praktische benadering. Zo zit ik gewoon in elkaar, dat weet ik zelf ook wel”.

Dat hbo-studenten in hun opleiding ook creatief en onderzoekend kunnen zijn, is voor Roel dan ook geen vraag. “Zo’n onderzoek als ik heb gedaan, kon op die manier niet op een hogeschool. Maar daar kun je in je studie ook heel creatief zijn. Ik deed op de HTS een stage bij de KEMA, rond de beveiliging van een product van ze. Ik nam dat een weekendje mee naar huis. Daarna kon ik ze laten zien hoe je de veiligheidsopzet daarin opzij kon zetten.

In het hbo leeft het doen van onderzoek niet zo. Dat kan best meer. Laten stagiaires zelf de omgeving of het bedrijf uitkiezen waar ze het meeste van hun creativiteit kwijt kunnen. Nu er de major-minor is ingevoerd, kan er volgens mij ook meer. In de minoren zouden onderzoeksvaardigheden en dingen zelf uitzoeken een duidelijke plek kunnen krijgen”.

Na zijn bul gaat Roel Verdult onverdroten verder. Twee dagen in de week als universitair onderzoeker en verder met zijn eigen IT-bedrijfje. Waar hij en de OV-chip over 10 jaar zijn? Hij lacht. “Die chip is straks helemaal geen probleem meer. Beveiliging ook niet. De chip zit dan in je bril. Of in je horloge. Of ingeplant. Je gaat gewoon je gang en de chip doet wat-ie moet doen”.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK