Harde of halfzachte knip?

Nieuws | de redactie
23 januari 2009 | Studentenbond VSSD in Delft maakt enkele kanttekeningen bij de visie van hun TUD-bestuurders. "Het ‘missen van enkele studiepunten’ wordt genoemd als het resultaat van bewust eigen handelen. Dit is echter te kort door de bocht: het opstellen van de randvoorwaarden gaat juist over het waarom van het missen."

De heer Rullmann en mevrouw Mulder, respectievelijk lid van het College van Bestuur en Hoofd Onderwijs- en Studentenzaken aan de TU Delft maakten op ScienceGuide hun zorgen bekend rond de landelijke invoering van de Harde Knip. In Delft gaat de Harde Knip regeling al binnenkort van start: de huidige lichting eerstejaars studenten krijgt in hun studietijd te maken met een harde scheiding tussen het bachelor- en mastercurriculum. In zijn artikel stelt Rullmann dat een landelijke verplichting van de Harde Knip niet wenselijk is. De huidige wetgeving zou al toestaan dat individuele instellingen een dergelijke regeling doorvoeren. Het vastleggen van uitzonderingen op de Harde Knip zou bovendien risicovol zijn. Verder wordt gesteld dat de Harde Knip internationalisering zal bevorderen.

De studentenvakbond VSSD is directe vertegenwoordiger van een groot aandeel van de studenten aan de TU Delft en heeft al langere tijd te maken met de discussie rond de harde knip, zowel op lokaal als landelijk niveau. In Delft stuitte het College van Bestuur op veel weerstand vanuit de studentenpopulatie, zowel vanuit de studentenraad en studentenverenigingen als de individuele student. Ruim 5000 studenten tekenden in 2005 een petitie tegen de Harde Knip. Het grootste argument tegen deze regeling was het onnodig oplopen van studievertraging, in sommige gevallen oplopend tot een collegejaar, bij het missen van enkele studiepunten. Nog steeds zetten veel partijen vraagtekens bij de Harde Knip. Met dit artikel wil de VSSD een andere kijk op het onderwerp verzorgen en laten zien waar de huidige knelpunten liggen in de discussie.

Harde Knip en internationalisering

Het klopt dat het bachelor-mastersysteem (BaMa) oorspronkelijk is opgesteld om de internationalisering in het Europese hoger onderwijs te bevorderen. Wat vergeten wordt is dat het internationale studentenorgaan ‘European Student Union’ (ESU), aan de basis stond van de invoering van dit systeem in 2001. Onlangs heeft de ESU in haar beleid opgenomen dat zij negatief staat tegenover een Harde Knip regeling, omdat zij niet overtuigd is van het nut betreffende internationalisering en de nadeligheid tegenover de studenten zien overheersen.

Daarnaast zijn er geluiden van internationale studenten in Nederland, dat de structuur van het BaMa-curriculum wel degelijk verschilt met buitenlandse universiteiten. Zij ervaren de bachelor- en mastervakken in Nederland vaak als ‘natuurlijk’ vervolg van elkaar. Hierdoor is de scheiding tussen de bachelor en de master vanzelf al minder hard en is implementatie van een Harde Knip niet echt nodig. Buitenlandse studenten vinden dat het accent in Nederland ligt op het vergaren van kennis, in plaats van het halen van examens. Dit ervaren zij als positief, het laat ruimte voor een breed spectrum aan extra-curriculaire activiteiten. Een Harde Knip zou deze filosofie omkeren en daarmee de focus leggen op het halen van examens.

Er bestaat in Nederland een uniek samenspel tussen het hbo en de universiteit. Waar een afgeronde hbo opleiding de student in staat stelt direct de arbeidsmarkt op te gaan, is het bachelor diploma van een universiteit geen volledige voorbereiding voor het bedrijfsleven. De universitaire bachelor heeft een te theoretisch curriculum en dient in Nederland als opstap naar de master. Rullmann heeft gelijk als hij schrijft dat de praktijk in Nederland anders is dan elders. Dit wordt echter binnen en buiten Nederland gezien als een positieve eigenschap en zorgt juist voor een unieke plek op de internationale markt. Als Nederland zich internationaal sterk wil maken kan het beter haar eigen kwaliteiten verbeteren dan opgaan in de massa.

Harde Knip nationaal beleid?

Mocht het toch tot een wetsvoorstel komen, dan zijn duidelijke randvoorwaarden wel degelijk belangrijk. De input van studenten is hierbij van groot belang. Ziekte en zwangerschap zijn natuurlijk uitzondering op de regel, maar er zijn ook andere factoren die meespelen. In het artikel ‘Wetgeving leidt tot zachte harde knip’ wordt studievertraging door bestuurlijke activiteiten als redelijk negatief bestempeld. Dit onderwerp is vaker punt van discussie. Veel onderwijsinstellingen erkennen niet direct het nut van dergelijk actieve studenten. Er wordt vaak enkel gedacht aan gezelligheidsverenigingen, maar ‘bestuurlijke activiteiten’ omarmen een breed scala aan richtingen. Zo moet er gedacht worden aan studieverenigingen, medezeggenschapsraden, studentenbelangenorganisaties, sportorganisaties, cultuurverenigingen, en prestigieuze studentenprojecten zoals het NUNA Solar Team. Veel van deze verenigingen hebben direct een positieve invloed op de instelling en de onderwijskwaliteit.

Verder wordt het ‘missen van enkele studiepunten’ genoemd als het resultaat van bewust eigen handelen. Dit is echter te kort door de bocht: het opstellen van de randvoorwaarden gaat juist over het waarom van het missen van deze studiepunten. Naast ziekte of zwangerschap spelen andere persoonlijke factoren vaak een rol. Deze zijn echter moeilijk definieerbaar en kunnen toch ingrijpende gevolgen hebben. Hoe wordt er omgegaan met overlijden niet naaste familie? En wat voor gevolgen hebben een gedwongen verhuizing of een scheiding op het studiegedrag? Dit zijn slechts enkele zaken die misschien minder voor de hand liggen, maar evengoed doordacht moeten worden. Waar de lijn getrokken moet worden is lastig, maar de beslissing hierover is zeker niet minder belangrijk.

Het is makkelijk om te eindigen met een vergelijking met instellingen in het buitenland. Er zijn echter maar weinig instellingen die veel afstudeerders afleveren zoals de heer Rullmann en mevrouw Mulder beschrijven. Dit geldt zeker voor de publieke onderwijsinstellingen. Natuurlijk kan men de vergelijking maken met het buitenland, maar maak zeker ook de verschillen duidelijk. Het is immers datgene dat je anders doet waar je om geprezen zal worden, niet datgene waar je in meegaat.

Het bestuur der ´Vereniging voor Studie- en Studentenbelangen te Delft´(VSSD)


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK