Historische verbeelding van de natie

Nieuws | de redactie
29 januari 2009 | Susan Legêne, hoogleraar Politieke Geschiedenis, gaat in haar oratie in op de rol van historici in de verbeelding van 'nationaal verleden'. Veel politici doen een  instrumenteel beroep op de nationale geschiedenis, vooral als het gaat om samenlevingsopbouw en integratiebeleid. Wat betekent de recent opgestelde canon van Nederland hierin en hoe gaan historici hiermee om?

Dekolonisatie en burgerschap

Legêne bepleit een grotere wetenschappelijke betrokkenheid van historici bij public history, met meer aandacht voor hedendaagse uitingsvormen. Zij bespreekt dit aan de hand van voorbeelden van hedendaagse controverses rond de Nederlandse en Franse koloniale geschiedenis. Gedenkpenningen die werden geslagen rond het begin van de twintigste eeuw illustreren als in een miniatuur het beeld van Nederland als een rijk waar de koloniale bevolking een integraal, maar niet gelijk deel van uitmaakte. Militaire symbolen laten zien welke plaats koloniale onderdanen van Frankrijk kregen in het beeld van de natiestaat.

In de moederlanden ontstond een beeld van de koloniale bevolking waarin verschil werd geïdealiseerd. De dekolonisatie na 1945 leidde tot een drastische wijziging in Europese visies op de eigen natie en haar relatie tot de voormalige koloniale bevolking. Historische burgerschapsrelaties raakten uit zicht. Het einde van het koloniale rijk overzee maakte ook een einde aan de verbeelde gemeenschap van wetenschappers, politici, ondernemers en militairen, voor wie de koloniale symbolen van weleer een tastbare samenbindende rol hadden gespeeld.  Het werd zaak vorm te geven aan burgerschap van Europese naties die vooral waren georganiseerd rond één categorie van burgers, binnen één enkel gebied.

Museum én web

Wanneer politici tegenwoordig in Nederland of Frankrijk rondom inburgerings-vraagstukken een instrumenteel beroep doen op de geschiedenis, krijgen zij kritische vragen terug over de toenmalige burgerschapspraktijken van de koloniale naties buiten de grenzen van de huidige Europese natiestaten. Het leidt tot felle publieke debatten over de historische verantwoordelijkheid van hedendaagse ontwikkelingen die verschillende bevolkingsgroepen in de nationale geschiedenis in- of juist uitsluiten. Zowel in Frankrijk als in Nederland is er voor musea een grote rol weggelegd, evenals voor het internet. Het biedt steeds meer digitale toegang tot historische informatie en initieert een nieuwe gemeenschapsvorming rondom historische gebeurtenissen.

Deze ontwikkelingen hebben een ingrijpende betekenis voor de traditionele geschiedschrijving. Historici moeten zich er dan ook explicieter toe verhouden. De wijze waarop in 2013 wordt herdacht dat 200 jaar geleden de grondslagen werden gelegd voor het huidige Koninkrijk der Nederlanden, vormt daarbij een testcase.










«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK