Kunst en filosofie
Wat zijn onze redenen om iets mooi of lelijk, aansprekend of weerzinwekkend, de moeite waard of oninteressant te vinden? Boon haalt een reeks van verborgen vooronderstellingen naar boven die voor ons een sta-in-de-weg kunnen zijn om een bepaald kunstwerk te begrijpen of er langer dan een paar seconden aandacht aan te besteden. Deze, ook cultuur-historische, vooronderstellingen koppelt zij aan concurrerende visies op wetenschap. Eén gaat uit van een metafysische kijk op wetenschap. Waarneming is daarbinnen niet meer dan een kopie van de wereld, en theorie een soort foto van de achterliggende ware werkelijkheid. Die visie maakt een scherpe tweedeling tussen objectiviteit en subjectiviteit, verstand en gevoel, en zo ook: wetenschap en waarden. Maar die tegenstellingen’ zijn niet zo groot, leert een andere wetenschapsvisie die epistemologisch is georiënteerd.
Deze visie, die Boon deelt, begint bij het maken van kennis, en het doen van onderzoek, en heeft oog voor onvermijdelijke constructieve activiteiten van de waarneming. Wetenschappelijk waarnemen is volgens haar goed te vergelijken met het kijken naar kunst: volop selecterend en oordelend zijn wij er met heel ons wezen mee bezig en in betrokken.
Kijken naar kunst zoals dat in dit boek wordt gedaan vergroot ons inzicht in filosofie, en omgekeerd. Het is een rode draad in dit boek, dat door zijn dubbelperspectief uniek is voor de Nederlandse markt. Zo krijgt ‘Notion Motion’ (van Eliasson, zie boven) een uitleg vanuit de kennistheorie van Kant. Dit ter illustratie dat we zelfs in de waarneming aan het construeren zijn. Vandaar dat Boon in het bedrijven van wetenschap een voorbeeldfunctie ziet weggelegd voor de technische wetenschappen. Lang werden die niet voor vol aangezien, maar ten onrechte, meent de Twentse filosoof (en van huis uit chemisch technoloog). Bij uitstek de technische wetenschappen tonen namelijk hoe wij voortdurend aan het construeren zijn. Onderzoekers doen meer dan dingen maken. Zij maken kennis. Zelfs waarnemingen!