‘Plasterk kan de boom in met Balkenende-norm’
Nijpels noemt in alumniblad Illuster het besturen van een kennisinstelling als een universiteit het meest complex van de functies die hij heeft meegemaakt. (Meest dankbaar werk noemt hij overigens het voorzitten van de RonaldMacDonald-huizen.) HO-instellingen noemt hij ‘buitengewoon ingewikkeld om te managen.” Die complexiteit “wordt wel eens onderschat” in bestuurlijke kring elders, in politiek en bedrijfsleven, merkt Nijpels op. De UU noemt hij als voorbeeld van zo’n ingewikkelde kennisorganisatie: “700 miljoen budget, 30.000 studenten en 8500 medewerkers.”
Hij noemt het tegen de achtergrond van de bestuurlijke en financiële situatie en het overheidsbeleid “een wonder” dat de universiteit het nog steeds erg goed doet. “Ondanks dat hoog gescoord wordt in alle rankings blijft de universiteit nadenken over hoe zij nóg beter kan worden.” Ook zijn ingrijpende nieuwe ontwikkelingen waargemaakt, zonder dat groot gedoe of schade aan de kwaliteit zich voordeed. Nijpels noemt daarbij met name “het invoeren van 15 focusgebieden” voor het toponderzoek en “het zonder grote schokken doorvoeren van de BaMa-opleidingen.” Het ergert Nijpels dat de overheid weinig of niets met die prestaties lijkt te doen. “Zo hoog als utrecht scoort in rankings, zo laag scoort Nederland op de lijst [van landen] met uitgaven aan onderwjs en onderzoek.” Hij mist het politieke besef dat “investeren daarin gelijk staat aan investeren in je land.”
Dat besef blijkt ook bij OCW niet echt aanwezig, concludeert Nijpels. “De overheid wil voor een dubbeltje op de eerste rang zitten.” De minister wil daarbij bovendien bepalen wat in de top van een kennisorganisatie verdiend kan worden en dit koppelen aan het salarisniveau van de premier. Nijpels is daar kort over: “Onzin, er is geen enkele reden voor.” Gezien de complexiteit van het besturen van kennisinstellingen doet hij er nog een schep bovenop: “Ik durf de stelling aan dat het besturen van een universiteit moeilijker is dan het werk van de minister-president.”
Als minister Plasterk het beleidsmatig toch nodig vindt salarisniveau’s van bovenaf op te leggen aan het hoger onderwijs, dan moet hij dat doen met correcte instrumenten daarvoor. De wet geeft hem die niet, zo waarschuwt Nijpels. “De Raad van toezicht gaat over de salarissen van het college van bestuuur. Als hij dat niet wil, dan moet hij de wet maar wijzigen.” Als minister Plasterk dat niet doet, maar wel salarissen van collegeleden negatief benadert, dan is de boodschap van Nijpels bondig: “De minister kan de boom in”
Meest Gelezen
Bekostiging per student in het hbo en wo gaat dalen
NS onderzoekt financiële prikkels om studenten uit de spits te weren
VVD ruilt kennisgeld Groeifonds in voor fossiel belastingvoordeel
‘Kennis van zwaktes ChatGPT helpt voorkomen van fraude bij schrijfopdrachten’
‘Universiteiten zijn niet chique door achteraf te klagen over afgesloten cao’
