De Ilias kan ik moeilijk als catechismus opleggen

Nieuws | de redactie
19 februari 2009 | “De Europese samenlevingen lijken wel moe. De landen worden ouder, hebben weinig kinderen.” De Italiaanse romancier, essayist, hoogleraar Duitse letterkunde en oud-politicus Claudio Magris sprak met ScienceGuide en ging in dialoog met Europa-bewindsman Frans Timmermans aan de UU.

De Italiaanse writer in residence van de universiteit vertelde dat zijn Engels onvolmaakt was door de school die hij bezocht en waar hij opstelletjes moest schrijven over de voor- en nadelen van het bestaan van de melkboer. Het verhinderde hem niet zijn betoog te doorspekken met gedachten en citaten van Schlegel, Mann, Herder en Goethe. “Ik werd de archeoloog van Mitteleuropa”, zo duidde Magris zijn werk aan de veel geroemde roman Donau. Hij was er vorig najaar bijna de Nobelprijswinnaar voor de letterkunde door geworden.

Boom met vele wortels

Het boek ontstond tijdens een vakantietripje naar Slowakije, toen nog achter het IJzeren Gordijn. In een stadje aan de grens van Oostenrijk was een Donaumuseum gewijd aan historie en landschap van de werelden langs deze rivier. Magris’ vrouw zei: ‘Waarom maken we geen voettocht tot aan de monding in de Zwarte Zee?’ Ineens ontstond het idee van het boek dat Magris ging schrijven. Hij wilde het andere Europa, l’Altra Europa, langs die oevers doorgronden en het verhaal daarvan als fictie maar met grote feitelijke precisie schrijven.

Daarmee werd Magris niet alleen de herontdekker van dat oude Mitteleuropa, waar de Kaiserlich-und-königliche, ‘KuK’-wereld van de complexe, pluriforme Habsburg-monarchie doorleefde onder de dictaturen, mar ook de bepleiter van een divers, veelvormig Europa van nu. “De mensheid is nu eenmaal een goede boom met vele verschillende bladeren en allerlei wortels, die wel één boom vormen, zei Herder al”.

De “tendens tot het weigeren van de ander” in Europa acht Magris dan ook “een fatale attitude, het einde aan elke dialoog. We moeten van die ander beseffen dat zijn diversiteit, zijn anders-zijn, ook de mijne inhoudt. Diversiteit aanvaarden en erkennen is in feite een waarachtig eenheidsstreven”. Formeel en verbaal houdt iedereen in Europa erg van veelkleurigheid, zolang die maar tot het verleden behoort, lachte Magris. “Dan zijn de verschillen mooi, want je hebt er geen last van, zei Thomas Mann daarover”.

Een kleine vlam

“Daar zit het politiek-morele probleem voor het pluriforme Europa van nu. Waar trek je de grenzen ten opzichte van andere waardensystemen dan die van onszelf? Het is verstandig om niet te veel blokkades op te werpen, maar de fundamentele grenzen duidelijk te trekken”.

Dat dit de brede discussie over de Verlichting en het secularisme in Europa raakt, werd in het gesprek met Timmermans en de zaal al gauw duidelijk. Magris noemt zich iemand die de Verlichting omarmt “met ironie en pessimisme. We moeten haar aannemen, maar geen Godin van de Rede gaan verheerlijken. De rede is slechts een kleine vlam die in de donkerte van het universum brandt. Ironie en pessimisme zijn daarbij goed, omdat je je moet kunnen blijven verbazen dat je faalt en je de pretentie van de ratio moet kunnen afschudden”.

Dat mag niet leiden tot somber inactivisme, benadrukte hij. Je moet de wereld niet alleen maar willen administreren. Je regeert ook om te veranderen en verbeteren. “Mozes wist dat hij het Beloofde Land niet zou binnen trekken, maar hij ging wel. Gramsci noemde dat pessimisme in denken, optimisme in handelen”.

Un buon padre

Magris erkende volmondig van één Europa te dromen, van de dag dat hij mag stemmen op een president van een Europees staatsbestel. “Alles moet in dat Europa decentraal worden gerealiseerd, maar dat ene bestel hebben we wel nodig. Met een echt parlement, een echte overheid. Het gevaar is namelijk dat de verbeelding van een verenigd Europa alleen als literair gegeven leeft. Het zal sociaal, concreet moeten worden. Als kunstenaar moet je daar niet te gauw over gaan lopen klagen. Politici zullen dat concreet moeten gaan doen. Het is al snel narcistisch om al kunstenaar dan ‘de politiek’ te kritiseren. Politici concreet kritiek geven is best, maar voor zulk narcisme moet je waken”.

Of het gemopper en gebrek aan ‘dromen’ in Europa niet samenhangt met de vergrijzing en krimp van de cultuur en demografie? Die vraag animeerde de schrijver na afloop nog eens. “De veranderende balans in de bevolkingsopbouw speelt daar zeker een rol bij! De Europese samenlevingen lijken wel moe. De landen worden ouder, hebben weinig kinderen. Hun kinderen, daar leven mensen voor, dat is ook een literair motief dat je overal herkent en dat lijkt weg te zakken, een perspectief dat in de samenleving verzwakt is”.

Het literaire ‘narratief’ van de opvoeding, van wat un buon padre is of kan worden, spreekt Magris juist aan. De aandacht daarvoor en de beleving ervan worden door die wat vermoeide, vergrijsde attitude wel beïnvloed, merkte hij. “Daar kun je alleen indirect op inwerken, literatuur en verbeelding kunnen dat doen. Je kunt het moeilijk als sociaal wenselijk beleid opleggen. Ook als schrijver kun je er alleen impliciet over schrijven, want je kunt niet opleggen dat er meer kinderen moeten komen of iets dergelijks. Dat is het lot van de auteur en de letterkunde. De Ilias is iets dat mij heel mijn leven al inspireert, maar die kan ik ook niet tot catechismus uitroepen en opleggen, hè?









«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK