Dijkgraaf: kleur bekennen bij KIA
KNAW-president Robbert Dijkgraaf vindt dat de overheid in deze tijden van crisis de Kennisinvesteringsagenda (KIA) versneld zou moeten uitvoeren. “Nederland heeft een goede uitgangspositie: we hebben een strategische ligging, een goed opleidingsniveau, een goede wetenschapscultuur, en ook zijn we heel ondernemend, ondanks de fabeltjes die daarover de ronde doen”.
Maar Dijkgraaf heeft ook zorgen over de positie van Nederland als kennisland op middellange termijn. “Qua innovatie zitten we bij de volgers, niet bij de top 5. Terwijl de landen in de top 5 vanwege de crisis extra gaan investeren in innovatie, is het nog niet zeker dat Nederland dat ook gaat doen. De komende weken zullen wij dus als land kleur moeten bekennen”. Hoewel de Nederlandse onderzoeker het qua aantal publicaties en hun impact heel goed doet, hebben we in Nederland relatief weinig onderzoekers. “Onze absolute output is dus klein”.
Dijkgraaf benadrukte ook het belang van samenhang op landelijk niveau. “De zorg van de KNAW is dat we niet draadjes moeten gaan doorknippen in de financiering. We moeten ons collectief gaan optimaliseren, maar wel in goed onderling gesprek. Er is een stevig debat nodig over het inzetten van incidentele geldstromen. Het is geweldig dat ze er zijn. Maar ik vraag aandacht voor het ad hoc-karakter ervan waardoor je soms niet snapt waarom gelden op een bepaalde manier worden ingezet, de bestuurlijke drukte die erdoor wordt veroorzaakt, ook het voldoende toetsen van de kwaliteit ervan”.
Robbert Dijkgraaf adviseerde bij de presentatie de minister Plasterk de KIA versneld uit te voeren. Plasterk liet zich bij afwezigheid vertegenwoordigen door secretaris-generaal Koos van der Steenhoven. Die zei zijn medewerking toe: “Het is een publiek geheim: als het aan de ambtenaren ligt, blijft de KIA bovenop de stapel liggen”. Frans van Vught sloot zich hierbij aan: “We moeten blijven investeren in kennis, anders raken we internationaal achter”.
Een hele rij bonte stoet aan maatschappelijke partijen ondertekende eind 2006 de Kennisinvesteringsagenda. Daar stond in dat de kennisinvesteringsquote omhoog zou moeten naar 9%, waarmee Nederland in 2016 tot net onder de Europese top zou reiken. Hiervoor zouden in de komende twee kabinetsperioden 6 miljard extra publieke investeringen nodig zijn. In oktober 2008 noemde premier Balkenende tegenover ScienceGuide de concrete verwezenlijking van de Kennisinvesteringsagenda “een minimale voorwaarde” om Nederland in de wereldtop van kennis en innovatie te houden.
U vindt hier de Kennisinvesteringsagenda
Meest Gelezen
“Ik zal niet de meest populaire onderwijsminister zijn”
Masterstudenten in het hbo worstelen met academisch schrijven en onderzoek
“Langstudeerboete raakt kern van hoger onderwijs”
CvB Erasmus Universiteit weigert tweetalig te vergaderen met medezeggenschap
Nederlands hoger onderwijs “negatieve uitschieter” op kansengelijkheid, toont OESO-rapport