Onterecht vertrouwen en de kredietcrisis

Nieuws | de redactie
17 februari 2009 | "Menselijk falen kan gezien worden als de oorzaak van alle ellende in de financiële wereld. Voor een zelfzuchtige manager of medewerker is niet de maximalisering van het langetermijnsucces van zijn onderneming van belang, maar maximalisering van zijn eigen behoeftes," zegt Robeco-voorzitter George Möller.

Hij sprak tot prominenten uit bedrijfsleven en wetenschap in de Allersmaborg van de RUG en belpleitte een herwaardering van het vak ethiek in de economiestudies. “Alan Greenspan zei in een openhartige bekentenis over de oorzaken van de kredietcrisis dat hij blijkbaar onterecht te veel vertrouwen heeft gehad “in the self interest of organizations to protect their own shareholders and equity in the firms.” De misconceptie is dat het de bestuurders en de medewerkers van die organisaties dan ook in eerste instantie niet te doen is om de bestaanszekerheid van de onderneming maar om die van het individu en de groep waartoe het individu behoort.

Een gezagsvoeder die een Boeing 747 succesvol aan de grond zet zal als hij dit vaak heeft gedaan steeds vaker het gevoel krijgen dat het zijn persoonlijk talent is die deze enorme prestatie mogelijk maakt en steeds minder de realiteit zien dat het de techniek is en de organisatie er omheen. Hierdoor ontstaat een geïnfleerd zelfbeeld.” het volledige betoog van Möller leest u hier.




Wat is de oorzaak van financiële crises zoals die ons de afgelopen jaren hebben geteisterd, steeds vaker en met steeds grotere gevolgen? De financiële sector is door de mens gecreëerd, dus het menselijk handelen of falen kan worden gezien als de bronoorzaak van alle ellende. Dat betekent dat er geen andere oorzaak is aan te wijzen dan het gedrag. Om dat gedrag te corrigeren wordt elke nieuwe crisis aangegrepen voor het opstellen van meer regels en codes. Het stelsel van regels en codes is echter nu zo omvangrijk geworden, dat er een reëel gevaar is dat we door de bomen het bos niet meer zien. Bovendien worden we ondanks alle nieuwe regels toch weer geconfronteerd met nieuwe incidenten. Erger nog, ze lijken vaker voor te komen en een steeds grotere schade tot gevolg te hebben. Regels en codes bestrijden vaak een vorig probleem, maar nemen niet altijd de oorzaak van een toekomstig probleem weg. Willen wij nieuwe problemen voorkomen, dan zullen we moeten zoeken naar datgene wat de verscheidene crises gemeen hebben, de gemeenschappelijke oorzaak. Dat vergt analyse – de ‘root cause analysis’.

De oorzaken van de crises kunnen heel compact worden weergegeven. Een belangrijke oorzaak is het losraken van mensen, als individu of als groep, van een algemeen aanvaard normenkader. Een andere oorzaak is een veel grotere operationele hefboomwerking in de maatschappij. Mensen bedienen grotere machines, beheren grotere vermogens en hebben meer invloed; fouten hebben daardoor grotere consequenties. Een andere belangrijke reden is het niet synchroon lopen van de belangen van het individu met die van de organisatie; de beloningstructuur geeft vaak perverse prikkels. Een laatste oorzaak is zelfoverschatting van leiders van een organisatie, waardoor zij op termijn externe risico’s verkeerd gaan inschatten. Hoe dan ook, het menselijk falen is de bronoorzaak van de financiële crisis. Voor het vinden van oplossingen moeten we dus de bronoorzaak analyseren.

De mens wordt primair gedreven door de drang tot overleven en voortplanting en daarnaast onder meer door de behoefte aan langetermijnzekerheid. Verder verkiest de mens pleasure over pain. De mens is uit op het bevredigen van eigen behoeftes, maar hij heeft daar anderen voor nodig. De manier om dat te realiseren is om continu coalities aan te gaan met andere mensen of groepen van mensen die hem in zijn streven verder brengen. De mens is een ‘coalitiedier’ en gebruikt de groep uiteindelijk voor zijn eigen doel. Bij het streven naar maximalisering van de eigen welvaart zal hij zich toch niet buiten de groep willen plaatsen; immers hij mag de steun van die groep niet verliezen want dan is hij verder van huis. Wel zal hij binnen de groep testen wat de tolerantiegrenzen zijn om daarbinnen het eigen belang te optimaliseren. De groep in dit verband is een nader te beschijven sociale eenheid en valt niet samen met het begrip onderneming. De sociale eenheid kan best een onderdeel van een onderneming omvatten maar staat er veel vaker geheel los van. De gedachte dat de werkende mens zich helemaal en alleen inzet voor het belang van de organisatie of onderneming waarvoor hij werkt en het eigenbelang ondergeschikt maakt aan het algemeen belang is een illusie. Het ondernemingsbelang zal vaak botsen met het individuele belang, en dan zal het hemd nader zijn dan de rok. Dan is de loyaliteit voorbij.

Voor een zelfzuchtig individu – of het nu een manager of een medewerker is – is niet de maximalisering van het langetermijnsucces van zijn onderneming van belang, maar maximalisering van zijn eigen behoeftes. Het gedrag van de persoon in kwestie kan zelfs strijdig zijn met het langetermijnbelang van de onderneming. De onderneming wordt hierbij gezien als een hulpmiddel met een eindig gebruikspotentieel. Dit gedrag kan zo ver gaan dat het aanleiding geeft tot systeemrisico’s. Alan Greenspan zei in een openhartige bekentenis over de oorzaken van de kredietcrisis dat hij blijkbaar onterecht te veel vertrouwen heeft gehad “in the self interest of organizations to protect their own shareholders and equity in the firms.” De misconceptie is dat het de bestuurders en de medewerkers van die organisaties dan ook in eerste instantie niet te doen is om de bestaanszekerheid van de onderneming maar om die van het individu en de groep waartoe het individu behoort.

Een gezagsvoeder die een Boeing 747 succesvol aan de grond zet zal als hij dit vaak heeft gedaan steeds vaker het gevoel krijgen dat het zijn persoonlijk talent is die deze enorme prestatie mogelijk maakt en steeds minder de realiteit zien dat het de techniek is en de organisatie er omheen. Hierdoor ontstaat een geïnfleerd zelfbeeld; een overschatting van het eigen kunnen en een onderschatting van wat de organisatie en de techniek bijdraagt aan de succesvolle missie. Deze zelfoverschatting is in de corporate en financiële wereld chronisch en leidt tot het eisen van niet reële vergoedingen. Verder kan de zelfoverschatting en het gebrek aan realiteitszin gemakkelijk leiden tot het verkeerd inschatten van risico’s. CEO’s van grote ondernemingen krijgen het gevoel onaantastbaar te zijn en het gevoel dat de wereld en hun toekomst maakbaar en beheersbaar zijn. Niemand echter is groter dan de markt. “We are dancing in thee credit markets” was een van de laatste woorden van de CEO van Citigroup voordat de verliezen manifest werden. Citigroup is niet onaantastbaar, evenmin als alle andere conglomeraten.

Een manier om de markt te beheersen is om die markt te internaliseren. De drang om macht te verzamelen en om een wereldspeler te worden is onweerstaanbaar. Het heeft geleid tot het ontstaan van financiële reuzen waarin vele activiteiten zijn verenigd die vroeger vaak los in de markt waren gegroepeerd en die toen elkaar in open concurrentie diensten verleenden. Nu zijn die activiteiten gegroepeerd binnen een conglomeraat. Veel van die activiteiten vertegenwoordigen vaak conflicterende belangen. Voorbeelden daarvan zijn het kredietbedrijf tegenover het adviesbedrijf; effectenresearch en uitvoering van effectenorders door conglomeraten met grote eigen posities. Door de bundeling van verschillende activiteiten vindt de marktwerking nu voor een deel binnen deze conglomeraten plaats, in plaats van in de markt. Als gevolg hiervan is de transparantie verdwenen en is de controle op het markttfunctioneren verslechterd. Regelgeving om de transparantie te laten terugkomen is weinig effectief gebleken. De belangenconflicten binnen deze conglomeraten zijn voor toezichthouders vaak ook niet meer waarneembaar en in wezen niet langer beheersbaar. Dit werd recentelijk opnieuw onderstreept door Bernard Madoff, die niet alleen aan vermogensbeheer deed maar ook andere belangrijke functies in eigen beheer had, zoals de orderuitvoering en de bewaarfunctie. Hierdoor kon hij uit het zicht van publiek en toezichthouder zijn piramidespel langer volhouden.

In een artikel eind vorig jaar met de titel “A supertanker in trouble” beschrijft The Economist dezelfde Citigroup als “a dysfunctional confederation of businesses that had become to big to manage.” Weken nadat dit artikel was verschenen besloot Citigroup om zich te gaan opsplitsen; eerdere fusies worden daarmee ongedaan gemaakt. Het is opvallend dat in deze crisis de grote financiële instellingen het zwaarst lijken te zijn getroffen. Groot zijn heeft voordelen, omschreven door het begrip “economies of scale”, maar er is een omvang denkbaar waarbij de beheersbaarheid van de organisatie zo afneemt zodat er sprake is van “diseconomies of scale”. Vele internatonaal opererende ondernemingen hebben daar last van; zij zijn hun punt van effectiviteit gepasseerd. Het fuseren van ondernemingen tot grote conglomeraten is ingegeven door het verlangen van de leiders om macht in het bijzonder marktmacht. Als dit conglomeraat eenmaal is gevormd is het heel moeilijk te beoordelen of zijn succes in de  commerciële en ondernemingsactiviteiten het gevolg is van goed ondernemerschap of tot stand komt door het uitoefenen van die marktmacht. Veelal zal het het laatste zijn terwijl de leiding nog steeds de illusie koestert dat het succes komt door hun ondernemerschap. De zelfoverschatting van de gezagvoerder van de Boeing 747 die wij al eerder beschreven. Als dat zelfbeeld niet op tijd gerelativeerd wordt kan het rampzalige gevolgen hebben als er echt ondernomen moet worden .

In het bovenstaande resume zijn heel kort enkele van de bronoorzaken van de financiële crisis beschreven; het menselijk handelen en het gebrek aan alignment tussen het individu en de organisatie; de organisatieomvang, waardoor de interne controles verzwakken; en het geïnfleerde zelfbeeld van hen die die ondernemingen besturen. Zijn voor deze problemen oplossingen denkbaar die fundamenteler van aard zijn dan het formuleren van nieuwe regels? Laten we beginnen met de rol van de wetenschap en de academische wereld.

“Economy is a moral science” zei Keynes ooit. De ethiek is de laatste halve eeuw echter een beetje uit het vak verdwenen. Daarvoor in de plaats is gekomen de leer van de voorspellende modellen en de absolute waarheden. We geloven in de voorspellende uitkomsten van correlatieberekeningen van historische reeksen waaruit wij normaalverdelingen destilleren; ‘black swans’ en ‘fat tails’ ten spijt. Universiteiten leveren briljante maar eigenwijze economen en ingenieurs af die alles beter weten – en zeker beter dan de markten. Deze mentaliteit leidde in 1998 tot de crisis bij Long Term Capital Management (LTCM), een hedgefonds met twee Nobelprijswinnaars aan het roer. De praktijk bleek toen het brutale lef te hebben zich niet te gedragen conform de theorie. De deconfiture van LTCM bewees dat de hele theorievorming van financiële markten zoals die de voorgaande decennia was ontwikkeld zeer beperkt houdbaar was. Maar merkwaardig genoeg hebben we deze harde en duidelijke les de afgelopen tien jaar naast ons neergelegd en genegeerd. De kredietcrisis zou minder erg geweest zijn als we lering hadden getrokken uit de LTCM-ervaring. Hoe dan ook, de wetenschap moet terug naar het opleiden van mensen die kunnen relativeren en begrijpen dat wat zij leren en uitdokteren niet almachtig is. Vakken als financiële ethiek en ‘behavorial finance’ moeten weer een prominente plaats krijgen. Daarmee scheppen wij intelligente wetenschappers, maar tevens volwassen mensen die goed kunnen relativeren.

In de financiële wereld moeten eveneens een aantal zaken fundementeel worden herzien. De financiële crisis is mede ontstaan door rule-based denken en handelen in de Angelsaksische wereld. In de toekomst moeten principes weer het uitgangspunt zijn. De landen die meer principle-based opereren moeten nu hun wil eens doordrukken. In die landen volgen de regels uit de principes. De “Combined Code en de Code Tabaksblat is hiervan een goed voorbeeld. Ontwerp principes en regels en zorg dat die met elkaar verband houden en maak dat verband duidelijk. Maak duidelijk dat de principes leidend zijn en de regels slechts een hulpmiddel.

Grote financiële conglomeraten zullen het aantal activiteiten waarin belangen conflicteren moeten terugbrengen. Terwijl Citigroup deze weg inmiddels heeft ingeslagen is Bank of America met de aankoop van Merill Lynch net bezig met een tegenovergestelde beweging. Door afsplitsing van activiteiten of door middel van defuseren van onderdelen worden weer organisaties geschapen die meer beheersbaar zijn en transparanter voor de buitenwereld. Dit zal zware chirurgische ingrepen met zich mee brengen, maar eerder deze eeuw is het al succesvol gebeurd met het uit elkaar halen van accountancy- en consultancydienstverlening. Als toezichthouders ooit een moment krijgen om die conflicterende belangen van deze financiele supermarkten aan te pakken is dat nu.

Daarnaast moet opnieuw kritisch worden gekeken naar de verhouding tussen de belangen van alle stakeholders van een onderneming. Wie staat er nog voor het langetermijnbelang van die onderneming? Niet de aandeelhouder, want die kan gemakkelijk zijn belang verkopen; en ook niet de managers want, die zijn vaak weg als de bom barst. Dat langetermijnbelang en het belang van alle stakeholders moet beter bewaakt worden binnen een onderneming.

Toezichthouders moeten een gezamenlijk college oprichten dat zich bezighoudt met het identificeren, analyseren, publiceren en vervolgens bewaken van systeemrisico’s. Ze moeten aanbevelingen doen op die gebieden die zij aanmerken als potentieel bedreigend voor het systeem. Verhef dit tot een kerntaak van het toezicht houden. Momenteel wordt te veel nadruk gelegd op getailleerde regels en de naleving daarvan.

Toezichthouders op en bestuurders van financiële conglomeraten moeten voor het vaststellen van financiële buffers zich niet alleen richten op solvabiliteit maar weer veel meer op liquiditeitsaspecten. Ze moeten tevens de omvang van marktneutrale risico’s bewaken. De zaken die fout gaan hebben vaak in essentie een laag risico maar ze worden in een te grote omvang uitgerold. Onder normale omstandigheden is de capaciteit van de markt hierop berekend. Maar bij een crisis of marktcontractie worden deze marktneutrale activiteiten ineens levensgevaarlijk.

Er moet meer tegenwicht worden geboden aan de hoogste uitvoerende bestuurslagen van een onderneming. De gezagsvoerder moet weer onder het gezag worden gebracht. Zorg dat er een effectieve raad van commissarissen is. Zorg er tevens voor dat de leden van de RvC dedicated, deskundig en onafhankelijk zijn. Het klinkt zo logisch, maar bij Lehman was het (weer) niet goed geregeld; een ander slecht voorbeeld is de RvC van Fortis: een veel te grote verzameling van zakenrelaties. Raden van commissarissen moeten klein zijn want daarmee worden ze effectief; less is more.

Verbied in ieder geval in Europa bij wet dat de chief executive officer tevens voorzitter van de board kan zijn. De combinatie van deze twee functies leidt in veel gevallen tot ongecontroleerde macht en gedrag, met fatale ongelukken tot gevolg. In de VS is dat nog steeds niet goed geregeld en met zoveel ellende die uit de VS komt overwaaien mogen we best onze eigen eisen stellen. In Nederland en een aantal andere Europese landen is dit reeds wettelijk verboden, maar een breed Europees verbod zend een duidelijke boodschap naar de VS. Wellicht symboolpolitiek maar wel een die nodig is.

Bestuurders van financiële ondernemingen worden beloond alsof zij zelfstandige ondernemers zijn maar in werkelijkheid was het een spel zonder nieten. Al die excessive beloningen zijn tot stand gekomen door het belang van aandeelhouders te verwateren. Wat eens goedbedoeld is als “alignment of interest” is uiteindelijk verworden tot “dilution of interest”. De gehele beloningstructuur moet op de helling. Er moet weer een relatie komen tussen vast en variabel inkomen en het kan niet zo zijn dat het variabele inkomen het vaste zo domineert en daarmee relativeert dat dit tot verkeerd gedrag aanleiding geeft. Voorts moet het variabele inkomen de werknemer stimuleren om het langetermijnbelang van de onderneming te bewaken.

Laat (vrijwel) autonoom opererende entiteiten binnen een onderneming niet alleen de lusten maar ook de lasten van hun zelfstandigheid dragen. Binnen veel financiële instellingen gedragen groepen werknemers zich haast als zelfstandige ondernemers binnen de onderneming. Ze genereren hun eigen inkomsten en zijn verantwoordelijk voor hun eigen kosten. Het lijkt op de specialistenmaatschappen binnen ziekenhuizen. Een effectief concept of een vergissing? In ieder geval is gebleken dat de prijsstelling van dit concept verkeerd is. Die prijsstelling is ontstaan vanuit een onjuiste beeldvorming van de bijdrage van de corporate paraplu aan de waardecreatie van het individu of de groep van individuen. Herstel die balans, onder meer door het (impliciete) gebruik van solvabiliteit en liquiditeit veel zwaarder te normeren en te belasten; daarnaast door kosten in rekening te brengen voor het gebruik van het merk

De mens zal altijd blijven streven naar maximalisatie van zijn eigen geluk. In de financiële wereld staat dit vaak gelijk aan maximalisatie van de eigen welvaart, ten koste van alles. Deze bronoorzaak van de huidige financiële crisis kunnen we niet helemaal wegnemen. Door een brede herwaardering van morele principes ten koste van falende modellen, en door de belangen van individu en groep weer te laten samenvallen, kunnen wij echter voorkomen dat we in de toekomst weer terechtkomen in een financiële crisis van deze omvang.




«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK