Gaat Plasterk snijden in kunst?

Nieuws | de redactie
16 maart 2009 | OCW wil een sectorplan om het kunstonderwijs de komende decennia te versterken. “De kwaliteit van het kunstvakonderwijs [moet] op een kritische wijze tegen het licht worden gehouden.”

De HBO-raad moet dit op zich nemen en Plasterk wil dat de koepel hierbij een aantal onderwerpen en vragen nadrukkelijk meeneemt. Zoals al verwacht kon worden is daarin een sceptische toon hoorbaar en met name bij de autonome beeldende kunst lijkt OCW het mes er in te willen zetten. Opvallend is dat de minister in zijn brief enkele wezenlijke aspecten van het hoger onderwijs niet aanstipt als van belang voor de toekomst van het kunstonderwijs, zoals bijvoorbeeld internationalisering, de ontwikkeling van praktijkgericht onderzoek en de kwaliteitszorg.

De onderwerpen die de minister in elk geval uitgewerkt wil zien, zijn:

1. Differentiatie, profilering en nieuwe ontwikkelingen

– Is er binnen het totaal van de opleidingen sprake van voldoende differentiatie en profilering?
– Kunnen opleidingen voldoende inspelen op nationale en internationale ontwikkelingen, zowel op artistiek inhoudelijk gebied als in de (arbeids)markt?
– Wat zijn de ambities van de sector met betrekking tot de ontwikkeling van nieuwe bachelor- en masteropleidingen? En wat wordt de focus voor de komende jaren?

Zoals ik reeds in de strategische agenda “Het Hoogste Goed” heb gemeld, wil het kabinet voor prioritaire gebieden enkele arbeidsmarktrelevante hbo-masteropleidingen ondersteunen met tijdelijke financiering. Het kabinet stelt hiervoor vanaf 2008 €5 mln. beschikbaar, oplopend naar €20 mln vanaf 2011. Eén van de prioritaire gebieden is de creatieve industrie. Dit biedt het kunstvakonderwijs mogelijkheden om in aanvulling op het al bestaande opleidingenaanbod nieuwe masters te ontwikkelen. De tijdelijke financiële ondersteuning van deze masteropleiding vraagt om een kwalitatief hoogwaardig plan.

2. Bekostiging en selectie

– De Raad voor Cultuur stelt in zijn advies Innoveren, Participeren! dat nog steeds sprake is van een te sterke koppeling tussen de bekostiging van opleidingen en het aantal opleidingsplaatsen. Deze koppeling zou een prikkel kunnen zijn voor de hogescholen om bij het bepalen van de opleidingscapaciteit een – met de stijging van het aantal studenten samenhangende – groei van de rijksbijdrage te verkiezen boven een lagere instroom die de kwaliteit van de opleiding en de (kwantitatieve) aansluiting op de arbeidsmarkt meer recht zou kunnen doen.

Deze observatie zou aan de orde kunnen zijn bij de opleidingen theater en muziek, maar met name bij de opleidingen autonome beeldende kunst. Ik vraag de HBO-raad nadrukkelijk te bezien of een gereguleerde daling in de instroom bij deze opleidingen denkbaar is, met als resultaat een aantoonbare kwaliteitsverbetering in de opleiding. Als aan deze voorwaarde wordt voldaan, is het denkbaar dat de middelen die niet via de studentgebonden rijksbijdrage aan de hogescholen toekomen, alsnog aan deze instellingen wordt verstrekt om de kwaliteit van het kunstvakonderwijs een steuntje in de rug te geven. Ik vraag de HBO-raad hierbij nadrukkelijk te kijken naar de opleidingen op het gebied van de autonome beeldende kunst.

– De bestaande gegevens geven mij vooralsnog het beeld dat selectie aan de poort goed wordt toegepast. Deelt u dit inzicht? Hoe functioneert de selectie aan de poort in relatie tot de kwaliteit van het kunstvakonderwijs?

3. Aansluiting op de arbeidsmarkt

– Eerder in deze brief is de problematiek met betrekking tot de aansluiting van het kunstvakonderwijs op de arbeidsmarkt uitvoerig behandeld. Uit de internationale vergelijking van het kunstvakonderwijs in verschillende Europese landen valt op dat het kunstvakonderwijs in Duitstalige en
Scandinavische landen de aansluiting met de arbeidsmarkt beter tot stand lijkt te brengen dan het Nederlandse kunstvakonderwijs.

Ik vraag de HBO-raad om in het sectorplan de volgende vragen te beantwoorden. Op welke wijze kan de aansluiting tot de arbeidsmarkt nog verder worden verbeterd zodat 1) de werkloosheid daalt en 2) de student beter is toegerust op de arbeidsmarkt? Is er voldoende aandacht voor het stimuleren van ondernemerschap? Wat zijn verbeterpunten, met name op het gebied van de beeldende kunst?


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK