HO moet meer talent trekken

Nieuws | de redactie
18 maart 2009 | Tijdens de crisis moet er onverminderd aandacht uitgaan naar groepen die moeilijker of minder hoog doorstromen in het hoger onderwijs en op de arbeidsmarkt, zo klonk het op het VSNU-café over onbenut talent. CvB-lid Jo van Ham vestigde de aandacht op zijn TU/e-plan om talenten die slachtoffer worden van de crisis te helpen. “Wij wachten erop dat het kabinet hier nu spoedig €50 miljoen voor vrijmaakt.”

Jo van Ham, tot voor kort HO-topambtenaar van OCW, ziet de crisis nog niet direct op zijn eigen TU/e, maar merkt de effecten ervan wel bijzonder sterk in de interactie tussen universiteiten en bedrijfsleven. “Bij ons zit de industrie in het nauw. Van de 15.000 researchers werkzaam in ‘Brainport Eindhoven’ zullen er straks 3.000 ontslagen worden, dat is echt heel veel.” Van Ham gaf al eerder op ScienceGuide aan dat hij vindt dat universiteiten de deuren niet gesloten moeten houden voor de crisis, maar juist moeten helpen. “Bij TU/e hebben wij in ieder geval het 1000-kenniswerkersplan ontwikkeld. Wij willen de researchers die ontslagen worden een plek geven binnen onze universiteit.”

“Dat kost natuurlijk wel veel geld, wij schatten zo’n €100 miljoen. Wij zullen hier een kwart van betalen, het Eindhovense bedrijfsleven een kwart en we hopen dat de overheid hier €50 miljoen in wil investeren. Ik acht de kans vrij groot dat dit zal gebeuren.” Hoewel van Ham optimistisch gestemd is, verbaast hij zich er wel over dat het nu zo lang duurt voordat het kabinet met een pakket maatregelen contra de crisis komt. Van Ham: “In andere landen gaat het veel sneller. Toen bij ons de banken omvielen werd er wel direct gereageerd, waarom kan dat nu niet? Het kabinet zal met investeringen moeten komen en deze zullen heel gericht moeten zijn, niet per se evenredig verspreid over alle HO-instellingen.”

Allochtonen

Mary Tupan, directeur van ECHO, vreest dat de doorstroom van allochtonen naar het hoger onderwijs en de arbeidsmarkt door de crisis alleen maar bemoeilijkt zal worden. “Met of zonder crisis is dit een doelgroep waar veel aandacht aan moet worden besteed en waar in alle processen rekening mee moet worden gehouden. We moeten ervoor zorgen dat we de attitude veranderen van vele talentvolle, allochtone jongeren die al bij voorbaat denken dat hoger onderwijs en wetenschap niets voor hen is. De stimuleringsprogramma’s die hier voor bestaan in het hele onderwijsveld moeten de crisis overleven.” In een interview met ScienceGuide verklaarde Tupan vooral de programma’s van de Erasmus en de VU goed te vinden.

De kersverse Antoni van Leeuwenhoek hoogleraar van de TU Delft, de elektrotechnicus dr. Kofi Makinwa, herkent het probleem dat Tupan schetst. Het verbaast hem dat hij in Nederland zo weinig allochtonen heeft ontmoet die gepromoveerd zijn. “Ik denk dat dit komt doordat veel allochtonen dit niet als een volwaardige keus of als serieus werk zien. Ze kennen het niet goed genoeg.” Tupan: “Inderdaad, daarom moet we kinderen – vooral die wiens ouders niet gestudeerd hebben – stimuleren hoger door te stromen in het onderwijs. Ze moeten hier gerichter gemotiveerd voor worden, met meer begeleiding. Als we niet duidelijk aangeven aan allochtonen wat er mogelijk is en dat ook zij dat kunnen bereiken, dan zal er echt nog veel talent onbenut blijven.”

Vrouwen

Ter introductie van de discussie over het onbenut talent van vrouwen gebruikt Sijbolt Noorda, VSNU-voorzitter, een quote die hij in Intermediair tegenkwam. “In een artikel van een aantal vooraanstaande economen las ik dat zij verwachten dat de vrouwenparticipatie op de arbeidsmarkt binnenkort stokt en dat meer vrouwen terug naar het aanrecht gaan.” “Je maakt een grapje zeker”, zegt een verbaasde Aafke Hulk, bestuurslid van het Landelijk Netwerk Vrouwelijke Hoogleraren. “Wij hebben nog van niemand gehoord dat ze verlangt naar het aanrecht. Het gaat goed met de vrouwenparticipatie, maar het moet nog beter. Daarom is het belangrijk dat geen van de programma’s om vrouwelijk talent door te laten stromen, wegvalt. Hier moet niet op bezuinigd worden.”

Hulk meent dat er over de gehele linie in het hoger onderwijs een attitudeverandering moet komen als het gaat over de positie van vrouwen. “Niet alleen diegene die selecteren moeten hier mee bezig zijn, maar iedereen. Een hogere doorstroming van vrouwen moet iets gewoons worden. Nu zie je vaak dat dit te veel afhankelijk is van één of een paar personen binnen de organisatie.” Jo van Ham bekent dat dit binnen de TU/e ook het geval is. “Wij hebben op dit punt, qua algehele attitude en in ons HRM nog een hoop te verbeteren. Maar ik blijf optimistisch. Met extra inspanningen zullen we dit snel veranderen.”

Dan heeft Hulk nog een tip aan de vrouwen in het HO. Ze is van mening dat vrouwen ook de hand in boezem moet steken. “Dymph van den Boom, rector van de UvA/HvA, heeft gelijk als ze zegt dat als vrouwen hogerop willen komen ze wat minder moeten zeuren, meer bestuurswerk moeten doen en meer zichtbaar moeten zijn. Werk aan je visibility!”

Functiebeperking

Noorda moet zich verontschuldigen. “Ik kreeg het expertisecentrum Handicap + Studie op mijn dak toen ze zagen dat we het hier over onbenut talent zouden hebben, maar studenten met een functiebeperking niet op de agenda stonden. Maar bij dezen maak ik het goed”, zegt hij terwijl hij de microfoon overhandigt aan Lex Jansen, beleidsadviseur van Handicap + Studie. Jansen: “ De uitval in het eerste jaar van studenten met een functiebeperking ligt anderhalf keer hoger dan bij studenten zonder beperking. Hier gaat dus veel talent verloren. Met allerlei maatregelen hebben we het uitvalpercentage de afgelopen jaren weten terug te dringen. Maar de extra geldstroom om dit te verbeteren dreigt uit te drogen, waardoor vele goede maatregelen weer zullen verdwijnen en de uitval weer zal stijgen. Dat moeten we voorkomen.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK