Nederlands talent profiteert onvoldoende van kunstsucces

Nieuws | de redactie
10 maart 2009 | Het kunstonderwijs ambieert een sterkere, meer internationale rol als de creatieve schakel naar de kenniseconomie. De vraag naar afgestudeerden is bovendien fors, terwijl de overheid haar beleid voert op basis van veelal gedateerde cijfers en inzichten.

Het kunstonderwijs (kuo) in het hbo wil daarom zelf een sectorplan ontwikkelen om zich nationaal beter te positioneren en internationaal nog meer te kunnen excelleren. De attractie van het Nederlandse kuo is wereldwijd zo groot geworden, dat Nederlands talent moeite heeft te concurreren bij de selectie aan de poort van de conservatoria en kunstacademies. Volgens een nieuw verschenen position paper van het sectororgaan van de kunstsector van de HBO-raad is het zaak dat Nederlands talent vroeg ontdekt wordt en vervolgens structureel wordt begeleid. ‘Vooral bij de podiumkunsten is dit zeer nodig aan het worden.’

Nederland in de wereldtop

De infrastructuur voor talentspotting en –ontwikkeling in de creatieve sector is in ons land minder goed ontwikkeld dan in andere landen. Het rapport waarschuwt dat een ‘one size fits all’ benadering hier niet werkt. Ook kent het kuo in ons land weinig mastertrajecten, terwijl er buiten Nederland hier veel meer ruimte voor bestaat. Het sectororgaan wijst op de discussie en de voorbeelden over de ‘3e cyclus’ kuo, zoals in Noorwegen en Oostenrijk. Lees het interview met de leidende figuur op dit terrein in Europa, de Noorse academiechef Johan Haarberg met ScienceGuide hier.

De economische betekenis van het kuo voor de creative industries en de 21e-eeuwse kenniseconomie wordt nog steeds onderschat. Met 230.000 ‘kenniswerkers’ in deze sector en een bovengemiddelde groei trekken deze bedrijven en instellingen de Nederlandse economie extra omhoog. De scherpe instroomselectie leidt ertoe dat met zo’n 20.000 kuo-studenten (4% van het ho) één van de toonaangevende economische ‘drivers’ van ons land wordt opgebouwd. Design, mode, architectuur, (klassieke) muziek en dans uit Nederland behoren tot de wereldtop en genereren grote omzet en reputatie voor ons land. (Volgende week is aan de HKU een congres over deze rol van het kuo voor de creatieve industrie. Een voorbeschouwing van Hanze-lector en oud-ELIA-voorzitter Maarten Regouin en achtergrondinfo daarover leest u hier.)

Ondernemende jeugd

De kunststudenten blijken de meest entrepreneurial ingestelde jongeren van deze tijd. 49,2% van hen start na hun opleiding een zelfstandig bedrijf(je). Voor heel het hbo is dit 5,5% en bij het wo ligt dit nog lager.

Het aantal ‘kunstenaars’ op de arbeidsmarkt – een getal waarop waarop overheidsbeleid zich veelal beroept – is bijna 100.000. Echter, 60% daarvan is ‘zelfbenoemd’, zonder diploma uit het kuo. Ook het beeld van de stortvloed aan werkeloze beeldhouwers en schilders, zoals dat in politiek-ambtelijke kring en in de ‘populaire pers’ regelmatig opduikt, blijkt een canard. Slechts 13% van de 20.000 kuo-studenten volgt een autonome beeldende kunstopleiding. Met 16% van zijn studenten helpt het kuo wel het lerarentekort op te vangen via de docentenopleidingen. Grootste sectoren zijn design (32%) en de conservatoria (25%), die beide worden gerangschikt onder de wereldtop op hun terreinen.








«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK