Tijd voor tegengeluid

In zijn vaste rubriek in Folia spreekt hij de vrees uit dat de universiteit een soort LOI zou worden als het steeds meer afschaven van onderzoeksinvesteringen voort zou gaan. “We kunnen er niet meer om heen dat we ons in een crisis bevinden. Het is ook een feit dat die crisis eindigt, en dat er licht is aan het eind van de tunnel. Juist op dat moment heb je goed opgeleide mensen nodig die dan onmiddellijk aan het werk kunnen. Ik vind het onverstandig als er nu weer op onderwijs gekort wordt en denk juist dat er geld bij moet.’

Dat is een illusie.
‘Wellicht, maar ik spreek ook de hoop uit. Kijk naar wat er in Amerika gebeurt onder leiding van Barack Obama. Daar wordt fors geïnvesteerd in onderwijs en wij zouden dat voorbeeld moeten volgen. In het Nederlandse hoger onderwijs zijn we al vijftien jaar de eindjes aan elkaar aan het knopen en het wordt tijd voor een tegengeluid. Steeds maar weer zijn bezuinigingen geaccepteerd, maar als we nu weer in de hoek zitten waar de klappen vallen zitten, dan zullen protesten denk ik niet uitblijven.’

Bij bezuinigingen op een universiteit zie je dat vooral het onderzoek pijn lijdt.
‘Ik herken wat je zegt en vind het triest en onthutsend. Als universiteit geef je onderwijs en doe je onderzoek.  Studenten zijn er altijd. Die geef je dus onderwijs, waardoor onderzoek als snel in de hoek komt te staan. Ik vind dat heel onaangenaam, omdat je aan de kern van de universiteit aan het knagen bent. Onderwijs is geweldig, maar het is de directe voeding voor het onderzoek. Als we dat loslaten, dan kunnen we net zo goed de LOI worden.’

Een schrale hoop: we hebben een wetenschapper als minister.
‘Ik hoop dat hij krachtig voor ons opkomt.’