Wijs en pragmatisch adviseren

Nieuws | de redactie
19 maart 2009 | Het is een bekend dilemma: moet je je als adviseur principieel opstellen of pragmatisch? Moet je origineel zijn of juist expertise van anderen bij elkaar brengen? De Onderwijsraad ging in dit opzicht met de tijd mee: na het aantreden van Balkenende verschoof de aandacht van marktwerking naar maatschappelijke vraagstukken. Dit blijkt uit een analyse van Interstudie NDO en HAN-lector Frans de Vijlder.

Het aantrekkelijke van een principieel advies is dat het heel duidelijk is. Het nadeel is dat de kans vrij klein is dat je ideeën ook overgenomen worden. De Onderwijsraad merkte dit in zijn advies over de wet op het onderwijstoezicht uit 1999. Het was een robuuste visie die aan duidelijkheid niets te wensen overliet. Een ‘coördinerende, legalistische benadering’ werd bepleit. Het advies had wellicht op de sympathie van minister Jo Ritzen kunnen rekenen. Maar die was inmiddels opgevolgd door Loek Hermans. Die legde het advies naast zich neer, op een paar uitzonderingen na.

De Onderwijsraad is de belangrijkste onderwijsadviseur van de minister van Onderwijs. De samenstelling van de raad staat borg voor de onafhankelijkheid van de adviezen. Maar dat betekent niet dat de raad geen rekening houdt met de politieke koers van de bewindslieden. Het advies moet voor de zittende minister van Onderwijs wel bruikbaar zijn. Ook verandert de Onderwijsraad regelmatig van samenstelling. En die gaan ook in hun eigen denken met de politieke en maatschappelijke tijdgeest mee.

Liberaler

Hoe dan ook, al vrij snel na het aantreden van minister Hermans worden de adviezen van de Onderwijsraad liberaler en legt hij meer nadruk op het harmoniemodel. De Onderwijsraad benadrukt keer op keer de ruimte die moet worden geboden voor variëteit in structuren en aanpakken. Scholen en instellingen moeten binnen duidelijke kaders de ruimte krijgen voor een eigen aanpak. Voor veranderingen dient de weg van de geleidelijkheid te worden gekozen, geen ingrijpende stelselwijzigingen.

Onder minister Hermans besteedt de raad nog vrij veel aandacht aan het thema marktwerking. Na het aantreden van de kabinetten-Balkenende horen we de term marktwerking nauwelijks nog terug in adviezen van de Onderwijsraad. Wel verbreden de adviezen zich dan van een focus op alleen onderwijs naar de menselijke maat, veiligheid en niet te vergeten ‘governance’.

Verschillende sleutelfiguren die meewerkten aan het onderzoek, observeerden de pragmatische insteek van de Onderwijsraad. Die zou alleen principieel stelling nemen als dat echt nodig is. Daar lijkt maar een uitzondering op te zijn: door de jaren heen is de raad blijven hameren op ‘doortastend’ inspectieoptreden.

Wijzer

Daarnaast zijn er ook verschuivingen in de advisering die erop duiden dat we ‘wijzer’ geworden zijn. “Zo zijn we tot het inzicht gekomen dat ‘deregulering’ niet vanzelfsprekend leidt tot meer zelfstandigheid en verantwoordelijkheid op het schoolniveau. Omgekeerd dat welbewuste pogingen om de zelfstandigheid te vergroten, niet noodzakelijkerwijs tot minder regelgeving of minder ‘bureaucratie’ hoeven te leiden. Of dat de ruimte die geboden worden met beperkt besef voor maatschappelijke verantwoordelijkheid wordt opgepakt en weer om aanvullende regels vraagt om dit te compenseren. We vinden dat onder meer terug in de adviezen over bureaucratisering en schaalgrootte, die men kan (met de nadruk op kan) interpreteren als adviezen die vooral bedoeld zijn om de negatieve effecten van eerder ingezette verzelfstandiging en vergroting van beleidsvoerend vermogen weer te mitigeren”, zo schrijven de onderzoekers.

Invloed

De hamvraag is hoeveel invloed de Onderwijsraad nu eigenlijk heeft. Het is lastig die invloed hard te maken, ook als adviezen worden overgenomen. Dat komt onder meer omdat de Onderwijsraad veel met zijn omgeving communiceert. Adviezen bevatten doorgaans de state-of-the-art expertise op het gevraagde onderwerp, en bestaan daarom grotendeels uit het bij elkaar brengen van wat elders ontwikkeld is.

De Onderwijsraad hoedt zich ervoor met originele ideeën uit de studeerkamer te komen waarvoor geen draagvlak bestaat. In de advisering liggen de compromissen dan ook meestal al ingebed, en hoeden adviseurs zich ervoor zich vast te rijden in eenduidige principiële keuzen. Dergelijke principiële keuzen, denken de onderzoekers van Interstudie NDO, verdragen zich ook minder met het karakter van de samenleving. De canon van de geschiedenis is overigens een mooi voorbeeld van een advies dat wel aantoonbaar uit de koker van de Onderwijsraad kwam en ook is overgenomen.

Frans de Vijlder e.a., Raad over bestuur en organisatie. Acquis tien jaar adviezen bestuur en organisatie Onderwijsraad.




«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK