Allochtone docent krijgt minder waardering

Dat blijkt uit het onderzoek ‘Allochtone afgestudeerden van de lerarenopleiding’ van SBO. Het SBO maakt zich sterk voor culturele diversiteit in onderwijsteams en wil weten of pas afgestudeerde allochtonen als leraar aan de slag gaan en hoe zij hun loopbaan ervaren. Ecorys uit Rotterdam voerde het onderzoek uit op basis van gegevens uit De Loopbaanmonitor Onderwijs.

SBO-directeur Freddy Weima: ‘Drie argumenten pleiten voor het opheffen van barrières om de instroom te verhogen. We hebben alle leraren hard nodig omdat er een personeelstekort is. Allochtone leerlingen hebben behoefte aan allochtone rolmodellen. En de vaak talentvolle allochtone leraren dragen bij aan de kwaliteit van het onderwijs.’

Instroom in het beroep

Ruim 63 procent van de (niet-westerse) allochtone afgestudeerden aan de lerarenopleiding is het voortgezet onderwijs ingestroomd. Bij de autochtone leraar ligt dat aantal op 70 procent. Van de allochtonen zoekt 10,9 procent langer dan drie maanden naar een baan. Bij de autochtonen ligt dat aantal op 5,3 procent. Ook heeft 53 procent van de allochtonen geen vast contract. Van de autochtonen heeft 44 procent dat niet. In 2006 werkten ongeveer 3.500 allochtone leraren in het voortgezet onderwijs tegenover ruim 71.000 autochtone én westerse allochtone docenten.

In de praktijk

Van de allochtone leraar is 58 procent tevreden met zijn loopbaan. Van de autochtone leraar is bijna 71 procent dat. Allochtone leraren zijn minder vaak tevreden over hun salarisontwikkeling, zelfontplooiingskansen, krijgen van meer verantwoordelijkheid en over de teamsamenwerking. Zij denken net zo vaak als autochtone leraren langer dan tien jaar in het onderwijs te werken.

Het SBO doet nu onderzoek naar projecten die succesvol zijn voor een toename van het aantal allochtone leraren. Ook zet het SBO het wervings- en selectiebeleid van scholen op een rij om vast te stellen of dat belemmerende elementen bevat voor het aantrekken van de leraren.