HBO en WO kunnen nog meer samen in gezondheidszorg

Nieuws | de redactie
2 april 2009 | Nurse practitioners kunnen op het gebied van de cardiologie meer taken uitvoeren dan ze tot nog toe worden toegelaten te doen. Patiënten zijn daar bovendien meer content mee, zo blijkt uit onderzoek aan de RUG.

Zo kunnen cardiologen en arts-assistenten ontlast worden, concludeert Carla Broers op basis van haar promotieonderzoek. Nurse practitioners zijn sinds 2000 werkzaam in de Nederlandse gezondheidszorg. Ze hebben een verpleegkundige achtergrond, maar hebben een extra opleiding op masterniveau. Daardoor kunnen ze taken overnemen die tot dusver voorbehouden zijn aan artsen. Het is hiermee een van eerste en meest sucesvolle voorbeelden van inhoudelijke afstemming en samenwerking van hbo- en wo-opleidingen binnen een verwant vakgebied.

Uit het onderzoek van Broers blijkt dat de reguliere behandeling van postoperatieve bypasspatiënten en post-infarct patiënten bij nurse practitioners in even veilige handen is als bij cardiologen en arts-assistenten. De patiënten zijn zelfs tevredener over de behandeling door de nurse practitioner. Ook ontwikkelde Broers een organisatorisch model waarmee ziekenhuizen de functie van nurse practitioner kunnen introduceren en verder ontwikkelen tot een volwaardige schakel in hun patiëntenzorg.

Carla Broers verrichtte haar onderzoek aan de afdeling Cardiologie van het Medisch Centrum Alkmaar. Ze werkt inmiddels als consultant op de afdeling Healthcare van Siemens Nederland.




«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK