Noorda: een vet gedrukt ‘maar’

Nieuws | de redactie
3 april 2009 | Het kabinet is met zijn plan van aanpak gekomen. Het is de moeite waard de volledige tekst ervan te lezen. Niet alleen om het heldere taalgebruik te bewonderen.

Hoewel dat ook wel eens gezegd mag worden. Het regerings-Nederlands is er in de loop van de jaren flink op vooruitgegaan. Maar de volledige tekst verdient ook lezing vanwege de inhoud. Het kabinet maakt zonneklaar dat een duurzame aanpak in tijden van crisis bestaat uit het naar voren halen, versnellen en versterken van wat er sowieso moest gebeuren.

Men heeft een evenwichtig pakket samengesteld zonder de staatshuishouding op de lange termijn roekeloos te belasten. De redeneringen die deze keuze ondersteunen, zijn gemakkelijk te volgen. Inclusief de grote rol die wordt toegekend aan instemming van werkgevers en werknemers. Wie voor het inlopen van het tekort na herstel van de conjunctuur moet bezuinigingen, kan er niet om heen loonmatiging een sterk accent te geven. En dat vergt medewerking van de sociale partners.

Maar, er is een stevig, vet gedrukt ‘maar’. Een sleutelrol bij de vakbeweging leggen impliceert onontkoombaar dat je een conservatieve houding accepteert. Geen ruimte voor een benadering die gebruik maakt van de crisis om heilige huisjes te ruimen. Natuurlijk, er is gekozen voor een verhoging van de AOW-leeftijd. Maar wat met de ene hand wordt beklonken, wordt met de andere weggegeven. Sociale partners krijgen alle ruimte een alternatief te bieden. En de uiteindelijke beslissing een half jaar op te houden.

“Het crisisgevoel kan helpen snel afscheid te nemen van oude vertrouwde voorkeuren. Onder druk wordt alles vloeibaar.” Van deze wijsheid maakt het kabinet nauwelijks gebruik. Waarom eigenlijk niet? Zou het niet tijd worden allerlei oude vertrouwde arrangementen te beëindigen? Denk aan het oude samenstel van huursubsidies en hypotheekaftrek, of aan de studiefinanciering uit de jaren tachtig en de onderfinanciering van het onderwijs sinds datzelfde decennium. Omvangrijke budgetten zouden in de loop van de tijd kunnen worden vrijgemaakt voor nieuwe, toekomstgerichte bestedingen. Maar op elk van deze en vergelijkbare punten heeft men gekozen voor rust. Niet meer opwinding dan strikt nodig. En vooral, geen onrust scheppen bij de eigen achterban. Wat dat aangaat voelen de politieke partijen de vakbeweging heel goed aan. Ook zij hebben zo hun eigen belangengroepen die op bescherming rekenen.

Valt dit de coalitie aan te rekenen? Ja en nee. Nee, omdat in het huidige politieke partijenlandschap de belangengroepen nu eenmaal de richting en het tempo bepalen. Er is geen enkele reden om aan te nemen dat een andere coalitie tot een gedurfder beleid zou zijn gekomen. De onderling verschillende oppositiepartijen zijn het maar over een ding eens: ze roepen moord en brand bij de voorstellen van de coalitie. Maar van een werkelijk alternatief bieden ze zelfs nog niet de eerste schets. Ja, omdat de regerende coalitie een gouden kans laat lopen op een aantal structurele vernieuwingen in de overheidsbestedingen. En er niet aan denkt een bredere politieke steun een lange-termijnaanpak te bewerkstelligen, ook buiten de eigen politieke groeperingen. Dat is een gemiste kans. En het is maar de vraag of die nog eens komt.

Sijbolt Noorda
Voorzitter van de Vereniging van Universiteiten
(VSNU)









«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK