Verdwenen studenten alleen ‘globaal’ bekend
Minister Hirsch Ballin en zijn collega Plasterk melden dat zij op dit soort punten alleen “een globale schatting” kunnen geven. “Exacte aantallen zijn niet te geven; de voornaamste reden dat geen exacte aantallen gegeven kunnen worden, is dat niet-bekostigde instellingen hun studenten niet registreren in het landelijke Centraal Register Inschrijvingen Hoger Onderwijs. Alleen op grond van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek bekostigde instellingen hebben die verplichting. Het moet daarom blijven bij een globale schatting van het aantal ‘verdwenen’ studenten bij een aantal instellingen over een reeks van jaren.”
‘Risicolanden’ zijn landen in relatief onbekende regio’s voor het HO, waardoor een grotere kans is dat er bij de werving, selectie en inschrijving zaken verkeerd lopen. Studenten wier verblijfplaats onbekend is komen vooral uit Pakistan, zo erkennen de bewindslieden, en in mindere mate uit Nepal. Ook de verblijfplaats van een beperkt aantal Chinese studenten blijkt onbekend.
“Mede aan de hand van een door de IND opgesteld risicoprofiel wordt aandacht besteed aan de motieven om in Nederland te gaan studeren. In bijzondere gevallen kan de IND, zoals in de beleidsreactie bij het rapport van de Onderwijsinspectie staat beschreven, voor de situatie van Pakistaanse studenten overgaan tot specifieke maatregelen zoals het instellen van interviews op de diplomatieke post door een IND-medewerker. Voorts bestaat de mogelijkheid de AIVD aanvullende naslag uit te laten voeren. Dergelijke naslag is, in het kader van het proportionaliteits- en het subsidiariteitsbeginsel, informatiegestuurd; er dienen dus aanwijzingen te bestaan dat er mogelijk sprake is van een gevaar voor de nationale veiligheid.”
De IND evalueert zoveel mogelijk in een jaarcyclus het risicoprofiel en de daarop aansluitende interventiemiddelen en stelt deze naar aanleiding van de evaluatie bij. Afhankelijk van de risicoanalyse kan aanvullend onderzoek plaatsvinden. Het kabinet streeft ernaar medio dit jaar het wetsvoorstel Modern Migratiebeleid in te dienen. De onderwijsinstellingen krijgen dan als (verplicht) erkende referent een aantal wettelijke verplichtingen. Zo krijgen onderwijsinstellingen onder andere meldingsplichten over studenten die van onderwijsinstelling veranderen. Op die manier kan beter toezicht worden gehouden op de mobiliteit van de student.
