Geld moet gaan rollen

Nieuws | de redactie
18 juni 2009 | Op universiteiten en hogescholen “leeft geen besef van wat met deze crisis aan de hand is”. De top van het onderwijsministerie is diep bezorgd en vreest dat ‘het veld’ de aansluiting met de nieuwe realiteit mist. Bernard Wientjes (VNO-NCW) reageert geschokt en minister Plasterk worstelt met de invulling van de anti-crisismaatregelen zoals de motie-Hamer deze vraagt.

Alles zit op slot
Het VSNU-café werd beheerst door de indringende, ingetogen inbreng van topambtenaar Renk Roborgh. Zolang minister Plasterk vanwege het Kamerdebat over het Nationaal Historisch Museum afwezig bleef, zette Roborgh uiteen hoe de kennissector een antwoord zou kunnen geven en vormen op de crisis.

Werkgeverschef Wientjes vertelde dat na een fase van ongeloof nu “paniek het juiste woord is”. Ook is het vertrouwen in het voorspellend vermogen van economische wetenschappers ernstig beschadigd. Roborgh herkende dit in het feit dat “alles op slot zit. In ordentelijk overleg met Financiën is alles onbespreekbaar dat geld kost”.

UU-voorzitter Yvonne van Rooy zag maatschappelijk ook andere reactiepatronen zich aandienen. Zo is de toestroom naar de universiteiten markant aan het toenemen. “VWO’ers gaan minder vaak eerst een wereldreis maken, backpacken door Australië of iets dergelijks. Ze gaan direct aan hun toekomst werken en komen bij ons. Anderen kiezen ervoor nu stevig door te studeren in plaats van een baan te zoeken”. Zo loopt de masterclass ondernemerschap opvallend goed.

Deuren openzetten

De vraag ‘hoe verder in de crisis en daarna’ leidde tot zowel nieuwe thema’s als een bitse discussie met de halverwege langszij gekomen minister Plasterk. Wientjes van VNO-NCW wees erop dat de deeltijd-WW niet alleen succesvol lijkt voor het opvangen van de klappen in de werkgelegenheid, maar ook een kenniscomponent bevat. “Er zullen tienduizenden mensen via deze regeling extra scholing gaan vragen. We kunnen het WW-fonds daar gelukkig voor inzetten. U moet als universiteiten en hogescholen voor hen dan wel de deuren openzetten!” Het geringe besef van de urgentie van de crisis, zoals Roborgh ziet, deed Wientjes dan ook erg schrikken, zei hij.

OCW was blij met de tijdelijke extra’s voor het opvangen van klappen in R&D en MBO. Maar ook daar geldt dat urgentie geboden is. “We moeten alles er op in zetten, dat dat geld ook gaat rollen. Alles wat overblijft eind 2010 zijn we als hoger onderwijssector kwijt”, waarschuwde Roborgh.

Paniekmaatregelen en voorzichtig vrijen

Onthullend was hoe weinig antwoord er nog blijkt te zijn op vragen naar analoge investeringsvisies als die in Finland, Duitsland, Australië of de USA. Zo moest de minister door gespreksleider Sijbolt Noorda worden herinnerd aan het feit dat de motie-Hamer nadrukkelijk om een ‘masterplan’ had gevraagd en ook de KIA van het Innovatieplatform recent aangescherpt was. Plasterk zei te willen waarschuwen voor een sfeer van ‘hoera het is crisis, dan kunnen we veel uitgeven’.

Wientjes releveerde dat in het sociaal overleg met het kabinet over zo’n masterplan of ‘Finse visies’ nauwelijks gesproken was. “Die thema’s waren niet aan bod. Het ging om allerlei dingen voor de korte termijn…paniekmaatregelen eigenlijk.”

Hij vond dat de komende maanden dit moet worden ingehaald. “Het businessplan voor de BV Nederland moeten we echt herschrijven. Daarin horen zaken als de investeringen in hbo en wo, in de kern van de kracht van ons land die we overeind moeten houden.” Wientjes noemde daarbij de focus op de sleutelgebieden van het Innovatieplatform, de versterking van de onderzoeksfuncties van hbo en wo en de nodige concentraties van talent in plaats van de versnippering die hij ook in het wo, zoals bij de 3TU, noteerde. “Die drie zijn nog veel te voorzichtig aan het vrijen. En dat terwijl ze samen wereldtop in huis hebben.”

Van Rooy sputterde even over het gebrek aan concentratie van voorzieningen, maar viel Wientjes lachend bij, dat de 3TU “een weeffout uit de historie” waren. “Delft had destijds natuurlijk in Utrecht geplaatst moeten worden. Wat hadden we dán een topinstituut gehad!” Het rumoer van de Delftse studenten in Dudok was niet van de lucht.

Niet zo beroerd?

Minister Plasterk werd vervolgens het vuur aan de schenen gelegd: ‘geen strategie’, ‘paniekmaatregelen’, daardoor ‘weinig concreets of steun in de samenleving’? Hoe komt die steun er wel? was de vraag. Hij begon te bestrijden dat het Nederlandse HO het niet goed doet. De Shanghai-ranking was zijn adstructie, dat “het zo beroerd nog niet gaat.”

Het gehoor ontpofte zowat, want zoals Noorda zei: “Niemand zegt dat we het beroerd doen!” Wientjes benadrukte dat de strategie niet met zijn: ‘geef geld want het gaat slecht’, maar dat “je moet kapitaliseren op wat we juist zo goed doen.” Daar zit de kans voor herstel en nieuw perspectief voor na de crisis.

De minister beaamde deze lijn vervolgens en herinnerde zich de toezegging van premier Balkenende aan PvdA-fractieleider Mariëtte Hamer, dat het kabinet vanuit zo’n visie met het ‘masterplan’ zou komen dat zij op de agenda had gezet. Hij waarschuwde de universiteiten dat zij ook in de eigen kring kritischer moeten kijken. “Pijnlijke keuzes zullen we allemaal moeten maken om onorthodoxe dingen te kunnen durven.” Zo was hij doende met het advies-Cohen over de geesteswetenschappen, dat in die geest geschreven was. “En daar heb ik extra geld voor toegezegd, als men dat zo zou aanpakken.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK