Wederzijdse inspiraties

Nieuws | de redactie
16 juni 2009 | In zijn oratie maakt de nieuwe Gronings hoogleraar Siem Heisterkamp duidelijk dat genen niet zonder statistiek kunnen en dat het genetisch onderzoek heeft bijgedragen aan de statistische theorie. Zo zie je hoe disciplines elkaar inspireren en helpen vernieuwen.

Genetica en statistiek zijn sinds het begin van de vorige eeuw nauw met elkaar verbonden geweest. Mendel bewees met statistische tabellen de erfelijkheid van bepaalde eigenschappen. Sir Ronald A. Fisher, meer bekend als statisticus dan als geneticus, heeft het experimenteel onderzoek verrijkt met behulp van statistiek en concepten uit de evolutie. Statistiek is geëvolueerd van het samenvatten van observationeel en experimenteel onderzoek naar het zoeken van causale verbanden.

Genetisch onderzoek, en dan met name het genomisch onderzoek, heeft in de afgelopen tien jaar een revolutie ondergaan. In dezelfde tien jaar is er een revival geweest van een ander statistisch paradigma, namelijk dat van de 350 jaar geleden overleden dominee Bayes. Klassieke statistische methoden zijn goed in het behandelen van veel onafhankelijk data met weinig variabelen. Het genomisch onderzoek daarentegen is gekenmerkt door weinig onafhankelijke gegevens – soms van maar 10 proefdieren – maar wel met 100.000 genetische variabelen.

De uitdaging van het vak statistiek is volgens Heisterkamp om ook uit deze data bruikbare conclusies te kunnen trekken. Dat kan niet zonder biologische voorkennis, aangezien de data zelf te mager zijn om onafhankelijk hypothesen te ondersteunen of te verwerpen. Met behulp van Bayesiaanse statistische methoden is het mogelijk biologische voorkennis en data samen te gebruiken en een posteriori-kans te berekenen om de a priori gestelde hypothesen.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK