Derek Bok: ‘We’re still searching’

Nieuws | de redactie
31 augustus 2009 | “If you think education is expensive, try ignorance.” Bij deze opening van het academisch jaar spreekt tot u de man die deze klassieker formuleerde. De icoon onder de collegevoorzitters, de Dean of Deans, professor Derek Bok.

Derek Bok was niet alleen van 1968 tot 1971 Dean van de HarvardLaw School en tussen 1971 en 1991 de president van Harvard, hijwerd in 2006 teruggeroepen om in een bestuurscrisis opnieuw deteugels in handen te nemen. Na een jaar kon hij zijn universiteitin rustiger vaarwater overhandigen aan de eerste vrouw die totpresident werd gekozen.

In gesprek met ScienceGuide geeft hij verrassendevisies en zijn ervaring bij onderwerpen als excellentie en hetSirius-programma, de missie van het hoger onderwijs in eenkennissamenleving, de noodzaak van veel meer allochtoonstudiesucces, de dilemma’s en rijkdom van het leraarschap, zijnalumnus Barack Obama en Nederland als inspirator. Ook brengt hijeer aan de man die decennia voor zijn homestateMassachusetts en het onderwijs opkwam in de Senaat, zijn vriendEdward Kennedy.

Father of them all

‘Ted Kennedy was a great champion of education,’ en vooral eenware voorvechter van goede studiefinanciering. Hij was iemand diesteeds verder groeide, als mens en als ‘public servant’. Dat is eenbijzondere eigenschap en die maakte dat hij met iedereen leerdesamenwerken voor het nationaal welzijn. Hij kreeg het vermogenpolitieke opponenten bij elkaar te brengen en dingen waar te maken,wetten, nieuwe programma’s. ‘It was a pleasure to see him grow, towitness this.’

‘Ted was een alumnus van ons in Harvard, zijn grootste faamkreeg hij als lid van het footballteam in de wedstrijd tegen Yale.Mind you, that’s very important! Ik kreeg als nieuwepresident van de universiteit direct met hem van doen. De familieKennedy wilde na de moord op Jack zijn ‘Presidential Libarary’ bijons vestigen. Ook stichtten zij het Institute of Politics ternagedachtenis aan de president aan onze universiteit, zijn almamater.

Dat was een grote eer. Maar de Library zou ontegenzeggelijkmiljoenen bezoekers gaan trekken. De plaats die Jacky daarvoorwilde hebben was alleen helemaal niet geschikt. Ik liet daaromeerst maar een milieueffectrapportage opstellen en die leidde ertoedat zij de JFK-Library verplaatsten. ‘Ted was not too happy withHarvard and with me when we first met like this.’

Dat werd gelukkig anders nadien. We speelden zelfs samen tennis.Toen het Institute en de JFK School of Government bij onsopbloeiden, waren zij erg gelukkig. Beide waren aan het hartgebakken van Jacky en Ted. Als we een nieuwe Dean benoemden, dangingen we met zijn drieën lunchen ter kennismaking, ze wilden erzelf persoonlijk betrokken bij blijven.’

Na enkele jaren gebeurde bij die lunches iets aardigs. Erkwamen steeds meer Kennedy’s bij op zijn verzoek. ‘Caroline joinedhim to talk to the new Dean. Then he brought John jr., Joe jr. cameas well. It was so obvious that he had become the father of themall, Jacks children, Bobby’s children, all of them. That was aremarkable gift he had and in the Senate a similar thing happened.He became the father figure there as well.’

Weet u, de Kennedy-broers waren in hun jonge jaren allemaal….Losbollen zal ik maar zeggen. Alleen de oudste, Joe, niet en diesneuvelde al jong in de oorlog. Maar zijn jongere broers bleken nahun 25e enorm te kunnen groeien, als karakter,intellectueel, als mens ook. Zo konden ze alle verwachtingen diemen had van hen overtreffen in hun leven en hun carrières.

Dankzij Ted weten we nu dat zij bovendien de gave hadden ook nahun 40e nog eens opnieuw door te groeien, ‘becoming better andbetter. More serious, dedicated to the poor, much more impressivepersons and leaders.’ De minst hoog ingeschatte van de drie broerskreeg als enige de kans zo uit te groeien en decennia lang veel tebetekenen voor anderen, vooral voor de minder bedeelden.

A really serious person

De stap naar Barack Obama is nu niet zo groot. Wat bij depresident zo opvalt is dat hij colleges en universiteiten hogelijkwaardeert. Van hen verwacht hij veel en eist hij veel! Maar vergisu niet, hij kan ook precies melden wat er niet goed loopt, wat echtbeter moet. He is a most clearheaded person and unsentimentalwhen it comes to education and universities. He values them highly,but knows what to do, to improve, and says so.

Als student was Obama bij ons al een uitblinker. Alleen al omtoegelaten te worden tot de Law School moest hij ‘extremely good’zijn. En om hoofdredacteur van de Law Review , het meestgezaghebbende blad in deze discipline, te worden moet je tot debovenste 2% van de studenten binnen de School behoren. Om tegenzulke klippen op de eerste African American op die stoel teworden…..tsjonge, dan moet je echt heel erg goed zijn.

Wat zo bijzonder is aan Obama, is dat je kunt merken dathij op een bepaald moment in zijn leven een besluit heeft genomen.He decided to become a really serious person. This man has readso many books, thought about so many serious problems. He has goodvalues, is clearly very smart and knows how to attract and handlegood people. 

If this doesn’t work…..

Deze president en zijn mensen vormen zo’n beetje het beste watAmerika in huis heeft. Het is zo verfrissend dit te beleven na watde voorbije acht jaren bon ton was. Tegelijk denk ik af entoe wel: ‘stellen we onze eisen niet erg hoog? If this doesn’twork, what else is there?

Arne Duncan ken ik al uit de tijd dat hij basketballer was. Hijis de ideale schoonzoon. ‘Handsome, modest, smart, dedicated,athletic, cares deeply bout education.’ En hij is echt zo. Dieliefde voor onderwijs is hem met de paplepel ingegoten. Zijn moederleidde 40 jaar lang naschoolse opvang en bijspijkerklassen in desloppenwijken van Chicago. Hij kent de levens van arme kinderen vandichtbij. School is the true ‘home’ for many of them, don’tunderestimate this.

Overal in Amerika zijn prachtige projecten gaande omprobleemscholen te verbeteren. Daar haalt men uitstekenderesultaten met heel diverse, multiculturele klassen. Maar opstelselniveau lukt het ons niet. De onderwijsprestaties gaan op hetniveau van de steden en de staten niet omhoog. Arne Duncan zietdat. Hij legt er de nadruk op dat we oplossingen voor de problemennaar het systeemniveau moeten zien te tillen. Dat hebben we nogniet voor elkaar, ook 30 jaar na het baanbrekende rapport ANation at Risk niet.

Not a popular view

Het is niet erg geliefd wat ik verkondig, maar deze crisis isbest zinvol voor universiteiten. De klappen die het vermogen vanHarvard krijgt zijn nu wel een forse terugslag. Maar vergeet nietdat dit vermogen in de voorbije jaren enorm groeide. De actuelecijfers wijzen op een neergang met zo 25 tot 30% in een jaar.Andere universiteiten kennen een vergelijkbare situatie, maar fijnis anders.

Zulke barre tijden zijn toch af en toe nuttig, meen ik. Elkeuniversiteit moet ook wel kijken naar overtollig vet inde eigen organisatie en activiteiten. Dat is nooit prettig. Butuniversities have never been good at getting rid of things.Starting things in research or education is not so hard, stoppingthings is. And this accumulates inevitably some slack, some fat.Therefore a crisis like this is a big worry but also a healthyprocess of weeding things out. This is not a popular view, Iknow.

Hieruit komen twee vraagstukken naar voren, meen ik. Ten eerste:wat doe je met je vermogen, je bekostiging, dat het verschil maaktals universiteit in de kennissamenleving? Voor mij stelde die vraagzich altijd zo: wat maakte Florence of Athene in hun tijd tot datwat ze waren en hoe kan ik dat met onze materieel oneindig meermogelijkheden zien te evenaren?

Ten tweede: nu we van elite-instelling naar massaal hogeronderwijs zijn gegroeid, moeten we de kwaliteit van de vormingoptimaliseren. Hoe doen we dit en how do we achieve a sharingof this quality by everyone involved? Quantity is no longer theproblem today, so the full focus should be on quality.

Why nag us?    

Voor beide vragen is de sleutel dat hoger onderwijsinstellingenzich echt ontwikkelen als voorhoede van innovatie en nieuweinzichten. Tegelijkertijd weten we dat onderwijsmensen ten diepstezeer behouden zijn. De kunst is to persuade them to do better.Seduce them? Well, yes, I could say that as well.

Je moet willen begrijpen waarom ze zo denken. Anders zul jeweinig veranderen of verbeteren. Ze zijn in hun onderzoekswerkmeestal heel erg goed bij ons, bijvoorbeeld. Ze weten zo veel derdegeldstroommiddelen en zo te verweven, staan in de rankings goedgenoteerd. De alumni – bij ons een grote factor – geven prachtigebedragen om de goede zaak te steunen. Blijkbaar doen we het langniet slecht en we kregen weer een Nobelprijs voor een of meercollega’s. So, why nag us with all this? Ga er maar aanstaan.

En toch wil je dan excellent onderwijs, net zo goed, vooral netzo vanzelfsprekend goed als het onderzoek. In mijn masterclass voorhet Siriusproject is dat natuurlijk de kern, de ambitie waar het omgaat.

Bij het stimuleren van excellentie gaat het uiteindelijk omleiderschap Je moet de docenten, de staf de feiten laten zien enbegrijpen. Dat kan ook prima. Ze zijn vanuit hun onderzoek allemaalgeconditioneerd daarvoor. Finding out the facts, investigatethem, formulate hypotheses, test these, analyze the outcomes,debate those. They’re all wonderful about this, dedicated.

Maar dat stopt zodra het over hun onderwijs gaat. They don’thandle their own teaching the same way at all. There they ‘justknow what works’, relying on intuition, on hunches and anecdote.Their students never complain they tell you, indeed they love theirteachers and the quirky ways they act in class. It’s fascinatinghow faculty rationalize fully unfactual approaches tot this part oftheir vital work.

Fine as we are

Ik heb jaren geleden een survey laten doen naar deschrijfvaardigheid en taalbeheersing van onze studenten. Want hetverhaal was dat die veel slechter was dan vroeger. Maar dat lagniet aan onze mensen, dat lag aan het voortgezet onderwijs,werd erbij gezegd.

De uitkomst was erg interessant. De alfa’s leerden alsundergraduates duidelijk beter schrijven en formuleren enals graduates nog meer. De gamma’s gingen iets vooruit,maar niet markant. De bèta’s ging fors achteruit,graduates schreven nog slechter dan deundergraduates bij instroom.

Die survey dwong tot nadenken. Make them see thefacts of the situation. They couldn’t continue to say: we’re doingfine as we are. We hebben toen niet gezegd wát ze moesten gandoen hieraan, ze wisten dat zelf best en gingen er mee aan de slag.Het was immers duidelijk: als goede taalvaardigheid een lastigeafleiding is voor het doen van ‘goed onderzoek’ gaan de studentenzich daarnaar gedragen. Ze zijn altijd zeer efficiënt: Goodwriting was dysfunctional for succes.

Only out of ignorance

Wat die survey deed, was laten zien dat de waarden die mensenzeiden te koesteren, niet overeenkwamen met wat er de factogebeurde. Hun werkelijkheid moest weer verbonden worden met hunmissie.

En dat is broodnodig in het hoger onderwijs! Getting themost out of education is now more important than it has ever been.Underachievement exists today only out of ignorance.

Daarom zijn velen wat schichtig voor het meten, zichtbaar makenen benutten van studieprestaties en – resultaten voor beleid. Iksnap dat best: Assessing our students is not good for us, itwill lead to questions about what we do, to improvements, toproblems. De fysicus Carl Wieman is een voorbeeld vooriedereen die dit doorprikken wil. Die kreeg de Nobelprijs, dus alsonderzoeker staat hij boven verdenking. Tegelijk is hij een denkeren doener van onderwijsvernieuwing, juist in de bètavakken. Zijncollege daarover op het web is meeslepend goed.

Coming to terms

Het studiesucces van allochtone jongeren is een enorm thema. Enhet is veel complexer, veel gelaagder dan velen aannemen. Kijk iknaar Harvard, dan bestaat het vraagstuk bijvoorbeeld niet. Onsdiplomarendement is zo’n 96%, bij African American studenten 95%.Die 4 of 5% zijn mensen die ziek worden of heel andere dingenmet hun leven willen gaan doen. En Bill Gates, okay, die schenk iku.

Elders in ons land zijn de cijfers echt anders: 40% haalt hetniet, een factor 10 meer. De oorzaken daarvan zijn vaak heel andersdan men aanneemt. Bij minderheden spelen bijvoorbeeld economischeredenen, armoede, veel minder een rol bij de uitval dan vaakgedacht. Opvallend is een veel krachtiger factor: het is niet ‘nietmoeilijk genoeg’. Men voelt zich underchallenged, verwachtmeer, een grotere omslag in hun levenslot en loopbanen dan deopleiding werkelijk blijken te bieden.

Die indruk wordt bevestigd door een ander gegeven. De studentenuit minderheidsgroepen  die naar zeer veel eisendeinstellingen gaan slagen vaker. En ook het tegenovergesteldeblijkt: de uitval is hoger bij die colleges en universiteiten diezich speciaal richten op minderheden en dat doen door van watminder zware eisen te stellen.

We must come to terms with this. And it’s not easy.Hier moeten zowel het toelatingsbeleid als de aanpak van deonderwijsuitvoering binnen de curricula kritisch bekekenworden. Veeleisende instellingen moeten volgens mij ruimerdurven toe te laten, omdat het studiesucces erop wijst dat veeljongeren uit minderheidsgroepen in zulke opleidingen kunnendoorbreken. Om het geld hoeft het daarbij meestal niet te gaan. Datmisverstand is vaak hardnekkig onder de mensen met lage inkomens enhun kinderen.

Bij ons op Harvard bijvoorbeeld kunnen zij gratis komenstuderen, wist u dat? Ouders met een inkomen beneden de $60.000kunnen een beurs krijgen voor hun dochter of zoon als deze decapaciteiten heeft om bij ons te komen studeren. Ze betalen dangeen collegegeld. Dan heb je het over jongeren uit gezinnen totonder in de middenklasse die deze mogelijkheid wordtaangeboden.

Wasting minds

Hoe nodig dat is, laten de cijfers over heel ons land zien. Degroei van de toestroom van jong talent naar het hoger onderwijs isonevenredig geworden. De middenklasse en hoger hebben een fiksegroei laten zien in de deelname en doorstroom naar het hogeronderwijs. Er is geen navenante toename uit de lagere sociale eneconomische groepen in de samenleving. Dat is slecht voor de natie.A mind is a terrible thing to waste. Dat motto staat rechtovereind, wat mij betreft.

Deze cijfers laten nog iets zien dat mij verontrust. Het hogeronderwijs in de USA verliest aan dynamiek en talentontwikkeling.Het Europees hoger onderwijs blijkt nu in een fase van meeringrijpende vernieuwingsimpulsen te leven. Dat was 30 jaar geledennog echt niet zo.

Een van mijn voorgangers ging in de jaren ’20 en ’30 noguitgebreid op bezoek bij de topuniversiteiten in Europa, voordathij aantrad als president van Harvard. De voorbije decennia warendat soort trips echt niet langer de gewoonte meer. Men kwam naarons om te kijken wat je kon leren van vernieuwing en dynamiek. Dieperiode lijkt voorbij. Kijk nou naar mij, ik ben hier toch ook maarlangs gekomen in uw land bij de Roosevelt Academy!

In zulke dingen ben ik een optimist. Zo vind ik dat dienieuwe situatie allereerst betekent dat we weer veel van elkaarkunnen leren. Dat is geweldig. De innovatie van het hoger onderwijsis hier in Europa, zeker in Nederland, opvallend. Of ik hier nurond kijk in Middelburg bij Roosevelt of naar het Sirius-project ende onderwerpen die ik hier mag komen bediscussiëren in demasterclass, daar spreekt een geest uit van dynamiek die mij enormaanspreekt. We don’t have all the answers, we’re stillsearching. Maar dat maakt het juist zo interessant.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK