Heeft het parlement wel behoefte aan meer kennis?
De druk bezochte internationale conferentieTowards Knowledge Democracy eindigde met eendiscussie van prominenten in het Leidse Academiegebouw. UriRosenthal, bekend crisisbestrijder en fractievoorzitter van de VVDin de Eerste Kamer, vond dat de kennis van Tweede Kamerleden welverbeterd mocht worden. Hij opperde daarom dat de ‘kennisstructurenrond de Kamer’ ook voor leden van de oppositie toegankelijk moestenworden.
REA
Het kwam hem op felle kritiek te staan van staatsraad TjeenkWillink. Die stelde dat “de Tweede Kamer een raad van economischeadviseurs heeft gehad, de REA, die zichzelf heeft opgeheven, en datniet vanwege werkdruk”. Hij vroeg zich daarom openlijk af of er bijde Kamer wel behoefte bestaat aan meer kennis.
Tweede Kamervoorzitter Gerdi Verbeet distantieerde zich van dewoorden van Rosenthal door erop te wijzen dat Kamerleden gewoonvragen aan de regering kunnen stellen. “En je krijgt hier ookgewoon antwoord, anders dan in België, waar laatst een vergaderinggestaakt werd omdat de regering weigerde vragen tebeantwoorden”. Secretaris-generaal Hans van der Vlist van VROM weeserop dat laatst in een Kamerdebat met minister Guusje ter Horst isbesloten dat vragen van de Tweede Kamer aan de adviesorganen van deoverheid door de minister ‘onverwijld’ zullen wordendoorgestuurd.
Topman Hans Wijers van AKZO Nobel zocht in zijn toespraak naareen verklaring voor de mismatch tussen kennis en democratischebesluitvorming. “Is er een gebrek aan kennis, of is kennisonvoldoende beschikbaar? Ik denk het niet. Kijk maar naar hetCO2-vraagstuk. Je hoeft maar het internet op te gaan en je vindtheel veel, en NGO’s weten nog meer. Het gaat echter om de vraag opwelk niveau besluiten genomen worden”.
Lobby
Wijers noemt ‘het mislukken van de KIA’ als voorbeeld van hoehet niet moet. “We hebben in Nederland grote woorden over dekenniseconomie. Desondanks, hoe rijk we ook zijn, slagen we er nietin daarin leidend te zijn, hoewel we een van de hoogste collectieveuitgavenquotes ter wereld hebben. Het Innovatieplatform heeft eenkennisinvesteringsagenda opgesteld waarin staat dat er 6 miljard inkennis geïnvesteerd moet worden. Je zou zeggen dat dat een goedplan is, er is toch met alle betrokkenen over gepraat. Maarvanmorgen begreep ik uit een klein berichtje in de krant dat we datvoorlopig wel kunnen vergeten. Hoe komt dat? Door een handige lobbyvan gepensioneerden en ambtenaren. Terwijl als ietswetenschappelijk vaststaat, dan is het wel dat investeringen inkennis zichzelf economisch dubbel en dwars terug verdienen.
Het lijkt wel of de instituties het aanpakken vanmaatschappelijke problemen in de weg staan, mede door deNederlandse coalitiepolitiek. Zo lijken de problemen op dewoningmarkt nu uitgeruild te worden tegen het oplossen vanproblemen op de arbeidsmarkt. Iets dergelijks verwacht ikbinnenkort ook bij de pensioenleeftijd.
Wil je de maatschappelijke problemen in Nederland echt gaanaanpakken, dan heb je echt massieve institutionele vernieuwingnodig. Schaf de provincies af, geef de steden meer macht, beperk deEerste Kamer tot datgene waarvoor ze werkelijk bedoeld was, zorgvoor een scherper onderscheid tussen executieve en legislatievemacht, zoals je dat ook in Frankrijk en de VS hebt. Het is nietvoor niets dat die landen op dit moment beter in staat lijken deproblemen aan te pakken”.
Als goed voorbeeld voor vernieuwing op het gebied van kennis endemocratie noemde Wijers de hybride onderzoeksinstituten dieingesteld zijn tijdens Paars I. “We moeten overigens welconstateren, en we merken dat ook aan onze eigen mensen die daarwerken, dat er onvoldoende stimulansen lijken te zijn omwetenschappers te laten samenwerken tussen vakgebieden”.
