Voorkomen dat het kwartje te laat valt

Nieuws | de redactie
17 augustus 2009 | Er is discussie over de kwaliteit van het hoger beroepsonderwijs. Een discussie die niet alleen gaat over de vraag hoe goed het HBO is, maar vooral over de vraag: 'doet het HBO eigenlijk wel de goede dingen?' Ron Bormans (voorzitter HAN) zet uiteen waarom en met welk resultaat vernieuwing doorzet. Wat is zij en wat is zij niet? En kunnen hbo'ers straks nog wel 'een hamer vasthouden'?



Waarom vernieuwt het HBO eigenlijk?

1. We kunnen niet meer volstaan mensen te leren wat ze voor huneerste beroep moeten kennen en kunnen. Horloges voor 40-jarigedienstverbanden worden nauwelijks nog uitgereikt, mensen hebbenmeer “grillige” carrières en moeten dus bijgebracht worden hoe zeblijvend kunnen leren. Iets alleen maar inoefenen is niet zomoeilijk én niet zo relevant. Mensen moeten leren hoe ze blijvendaangesloten kunnen zijn op die kennis die voor hen interessantis.
2. We vernieuwen opdat het HBO beter aansluit bij deberoepspraktijk. We zorgen er als het ware voor dat deberoepspraktijk in het onderwijs kruipt. We leren jonge mensen “dehamer vast te houden” door de werkplaats de school binnen tebrengen.
3. Innovatie is onze toekomst. Een andere hebben we in Nederlandniet. En innovatie komt rechtstreeks voort uit mensen die geleerdhebben na te denken en geleerd hebben te reflecteren over de vraaghoe het bestaande steeds maar weer te verbeteren is.
4. De student bestaat niet. Studenten verschillen meer en meer qualeerstijl, achtergrond en werkervaring. Dus moeten er ook vormenvan hoger beroepsonderwijs komen die die verschillen weten teaccommoderen; sterker, die daar slim op in spelen door bijvoorbeelddie verschillende ervaringen deel te laten zijn van hetleerproces
5. Onderwijskundig onderzoek laat zien dat studenten beter lerenals ze weten waar ze het voor doen. De context begrijpen waarbinnenje integraal rekenen nodig hebt, als voorbeeld, helpt bij demotivatie je aan die lastige klus te zetten én helpt erg bij hetduurzaam vasthouden van die kennis.

Wat is die vernieuwing van het HBOeigenlijk?

1. De onderwijsvernieuwingen in het HBO zijn divers en leiden totuiteenlopende vormen, maar één constante is dat geprobeerd wordtstudenten nadrukkelijk meer verantwoordelijkheid voor hetleerproces zelf te geven. Binnen kaders van afspraken wat eendiploma moet inhouden, geholpen door een goed systeem vanbegeleiding, is het winst als we de studenten weten te bewegen toteen actievere houding.
2. Daarbij wordt geprobeerd te werken vanuit wat heet competenties.Beroepssituaties zijn nog steeds goed te definiëren in termen vanvaardigheden, kennis en inzicht, maar die trits leren studenten pasgoed als we hen leren die trits geïntegreerd toe te passen. Datgeïntegreerde geheel noemen we competenties, niet meer en nietminder. Daar van uitgaande wordt vervolgens het onderwijs opgebouwdvanuit een toenemende complexiteit wat de invulling van diecompetenties betreft. Daarmee voorkomen we dat studenten te laatoefenen met die integratie, c.q. dat te laat “het kwartje valt” enze te laat zien wat de betekenis is van de verschillendevakken.
3. Vervolgens wordt gezocht naar een variëteit aan onderwijsvormenin een poging die toe te spitsen op de specifieke leervragen die erzijn. Colleges lenen zich heel goed voor kennisoverdracht,werkgroepen voor het simuleren van werksituaties, één-op-ééngesprekken met studenten om na te gaan wat de voortgang inhoudelijkis én om te bepalen of de student in zijn individuele leerweg nogwel op weg is naar het niveau dat recht geeft op een diploma.
4. In het HBO blijven studenten ook gewoon oefenen. Mondhygiënistesblijven in monden kijken, verpleegkundigen oefenen om te spuiten enin het technieklokaal hangt blijvend een geur van houtsnippers ofolie.
5. Onderwijsvernieuwingen hebben ook vaak als doel het beroep meercentraal te stellen, reden waarom zo veel werkgevers enthousiastzijn. En door die beroepen steeds te laten variëren zorgenhogescholen er ook voor dat studenten niet in een fuikterechtkomen, terwijl ze wel met heel veel kennis vanberoepspraktijken aan hun loopbaan gaan beginnen.
6. Veel vernieuwingen zijn gericht op het ontwikkelen vanvaardigheden die niet direct gekoppeld zijn aan specifieke vakkenof beroepen, maar wel van groot belang zijn voor HBO’ers; in deuitoefening van hun eerste functie en al die functies die daar opvolgen. Studenten moeten gestimuleerd worden niets alsvanzelfsprekend te beschouwen en op zoek te gaan naar de innovatie,studenten moeten leren goed te communiceren, ook in vakgebiedenwaar dat niet altijd als een belangrijke kwaliteit gezien wordt,studenten moeten onderzoek kunnen doen, moeten burgerschapzinontwikkelen, enz.
7. Tenslotte zie je op veel plaatsen onderwijsvernieuwing gepaardgaan met het beter inzetten van de moderne media, waaronder hetinternet.

Wat is die vernieuwing eigenlijk niet?

1. Deze vernieuwingen moeten niet leiden tot het verdrijven vankennis en inzicht. Onderwijs is veel meer dan een proces en moetblijvend gericht zijn op het meegeven van bagage aan jonge mensen.Met andere woorden: het Grote Misverstand dat onderwijsvernieuwinggelijk staat met het marginaliseren van kennis, moet vantafel.
2. Competenties zijn niet vaag. HBO leidt op voor een beroep enstelt de kenmerken van beroepen centraal bij het ontwerpen vanonderwijs. Maar zorgt er tevens voor dat mensen in staat zijn omook na de eerste functie met succes de volgende stap temaken.
3. Deze vernieuwing moet niet gelijkgesteld worden met het aan hunlot overlaten van studenten. Studenten stimuleren zelf actief tezijn is iets anders dan studenten het maar laten uitzoeken.Onderwijsvernieuwing is ook iets anders dan “U vraagt, wijdraaien”; ofwel een plat soort onderwijsconsumentisme is uit denboze.
4. Dat is een andere manier om te zeggen dat deze nieuwe vorm vanhoger onderwijs niet structuurloos is; ook vanuit het besef datjonge mensen verschillend zijn en de een veel structuur nodig heeften de ander juist gedijt bij weinig structuur.
5. Deze vernieuwing moet eveneens niet gelijkgesteld worden met hetdrastisch terugbrengen van het contact tussen de hogeschool en destudent. Het soort contact zal veranderen, de intensiteitniet.
6. Door deze vernieuwing wordt de mens niet ingeruild voor demachine. Docenten, enthousiast en bevlogen, blijven de kern van hetonderwijsproces. Ze doen andere dingen, hun taak is meergevarieerd, maar hun inbreng maakt het verschil tussen mooi enniet-mooi onderwijs.

Gaat alles dan goed in het HBO?

1. Het eerste antwoord is “ja”, als we “alles” voor “veel”inruilen. Al zo’n 15 jaar verantwoorden de hogescholen zich voorhun kwaliteit; recent in de vorm van een door de overheid bij wetgeregeld, accrediteringsmechanisme, dat bij een negatief oordeel desubsidie doet intrekken. En als we met zijn allen vinden dat datomvattende systeem nog niet streng genoeg is, dan moeten we decriteria aanpassen. Maar, vooralsnog, komt het HBO er goed vanafbij die minutieuze metingen.
2. Het tweede antwoord is “nee”. Er zijn docenten die zich verlorenvoelen, er wordt veel te weinig gedaan aan professionalisering vandocenten, er zijn studenten die zich niet meer herkennen in ditonderwijs en er zijn vakgebieden waar de inhoud veel te dun is.Binnen veel onderwijsinstellingen heerst ook nog onvoldoende eencultuur waarbij men de student bij het denken als uitgangspuntneemt. Dat vaststellen moet leiden tot een correctie ter plaatse.Maar moet niet leiden tot een integraal veroordelen van eenvernieuwingsbeweging waar Nederland beter van wordt.

Ron Bormans
College van bestuur HAN




«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK