Wat biedt Prinsjesdag voor HO-expansie?

Nieuws | de redactie
11 augustus 2009 | De forse groei van de toestroom naar hbo en wo kon op Prinsjesdag weleens eerder een vloek dan een ‘blessing in disguise’ zijn. De begrotingsperikelen van het kabinet wijzen meer op financiële klem voor het HO dan op extra’s om deze plus voor een kenniseconomie in crisis ruimte te geven. ScienceGuide luisterde rond in Den Haag en analyseert.

Ten eerste gaat nu de roemruchte T-min-2 regeling voluit toeslaan. De toedeling van geld aan universiteit en hogeschool ijlt structureel 2 jaar na op de hoeveelheid inschrijvingen. Fijn als je krimp moet opvangen, minder fijn bij een explosieve expansie. Dan lijkt het net een bezuiniging.

De instellingen ontvangen dus nu middelen à la 2007 en moeten hun ‘crisistoestroom’ van 2008 en vooral nu van 2009, die dubbel zo groot lijkt te worden, in verouderd berekende middelen zien op te vangen. Voor het hbo betekent dit concreet: betaal onderwijs aan 400.000 studenten uit middelen gepland voor zo’n 360.000 van hen.

Ten tweede zal het kabinet niet zomaar een automatische verhoging van het macrobudget voor wo en hbo besluiten. Men zal redeneren dat deze ‘crisistoestroom’ tot de tijdelijke effecten van uitzonderlijke omstandigheden behoort. En deze zijn voor de HO-instellingen in de kern veeleer positief van aard, zal men stellen: groter marktaandeel onder jongeren, meer talent, kans op meer inkomsten door hogere rendementen en dergelijke. Andere sectoren van de (semi-)publieke diensten en de private sector moeten veel akeliger klappen opvangen in crisistijd.

Bovendien zal de coalitie de enorme begrotingstekorten die nu dreigen waar mogelijk willen inperken nu in Duitsland, USA en China de economie eerste ‘green shoots’ vertoont en Nederland zo snel mogelijk als handelsland uit het dal wil kruipen met deze sleutelmarkten. Zeshoek-lid Plasterk zal zo’n redenering van zijn collega’s moeilijk voor zijn eigen begroting willen ontkennen, als hij dat al zou kunnen of mogen.

Ten derde is de zeer lage inflatie slecht voor de HO-begroting. Het kabinet kan alleen al door de prijscompensatie op nul te zetten voor langere tijd – bovenop bijvoorbeeld een efficiencykorting van 1 à 2 % per jaar – enorme bedragen besparen op de rijksbegroting en overdrachtsuitgaven. Zo kan men reeds nu ‘slinks’ vooruitlopen op de in het verkiezingsjaar 2011 noodzakelijke bezuinigingen, als de crisis dan wegebt. Dan blijkt op dat moment de ellende door wijs beleid toch nog wat mee te vallen en kunnen premier en schatkistminister zich als redders des vaderlands te meer presenteren, zo is de gedachte. HO-instellingen moeten dus maar niet te veel rekenen op de plooien van de OCW-begroting, kortom.

Ten vierde: de motie-Hamer. Deze verplicht het kabinet een concreet masterplan te ontwikkelen om de kennisuitgaven naar het OECD-gemiddelde te tillen. Prachtig. Maar dit zal uiteraard pas ná de huidige crisisfase zijn beslag kunnen krijgen, als Van der Hoeven, Plasterk en Bos er samen nu al uit komen. Ook daarom moeten hbo en wo niet verwachten dat het kabinet eventuele extra investeringen voor de lange termijn nu al zou vermorsen voor wellicht tijdelijke ‘crisistoestroom’.

Ten vijfde is er het perverse SF-effect bij succesvol HO-beleid. Een veel forsere HO-instroom dan verwacht leidt to bijstelling van de ramingen voor de SF-uitgaven. Die gaan onverwacht veel meer omhoog, zeker als de nieuwe studenten vanwege de arbeidsmarkt nu minder baantjes dan de laatste jaren krijgen en dus nog meer gaan lenen dan de laatste jaren al de trend is. Financiën zal deze ‘tegenvaller’ willen toerekenen aan OCW en de HO-uitgaven in het bijzonder. Ook hier dus: meer succes tijdens de crisis leidt tot meer dreiging tot bezuiniging voor de sector.

Men moet in dit verband weinig verwachtingen hebben van redeneringen rond inverdieneffecten. De groei van het HO levert hopelijk nu minder werkloze mbo’ers op, bijvoorbeeld. Maar die mogelijke meevaller bij de WW zal minister Donner niet snel overmaken naar collega Plasterk. De groei van de werkloosheidsuitgaven zal alle ruimte opslokken, nog los van de effecten van de crisis bij de belastinginkomsten, bij de staatsschuld  vanwege de bankenredding en meer van dergelijke miljardenrisico’s.

Een HO-koepelvoorzitter zei vorige week tegen ScienceGuide: “Met deze nieuwe cijfers over die enorme toestroom kan de minister op Prinsjesdag toch moeilijk met een boodschap komen van bezuinigingen op het hoger onderwijs.”

Misschien zou het HO in de crisis zich beter de wijsheid van de CDA-regisseur tijdens de vorige diepe crisis, minister Jan de Koning, voor de geest houden. Die zei dat bij beleid steeds uitgangspunt moest zijn: ‘als het niet kan zoals het moet, dan moet het maar zoals het kan.’

De publieke en semi-publieke salarissen en uitkeringen liet hij met 3% verlagen. Die in het onderwijs moesten nog eens 1,85% extra inleveren. En dat in jaren dat niet deflatie de prijzen beïnvloedde, maar een flinke inflatie de koopkracht nog eens verkleinde. Zijn partij behaalde overigens 3 jaar later de grootste overwinning uit haar historie en meer Kamerzetels dan enige partij ooit in ons land veroveren kon.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK