Beter toezicht op privaat onderwijs

Nieuws | de redactie
30 september 2009 | De koepel van particuliere onderwijsaanbieders, PAEPON eist naar eigen zeggen kwaliteit en transparante studiekeuzeinformatie van haar leden. Maar dan moet de overheid wel meewerken, want de goeden hebben veel last van de freeriders, zo zegt Paepon-directeur Anna Bakker in gesprek met ScienceGuide.

“PAEPON werkt hard aan kwaliteitswaarborgen van cursussen enopleidingen”, zo vertelt Paepon-directeur Anna Bakker. “Zo zijn we,in samenwerking met het ministerie, bezig om ook hetarbeidsmarktrelevant cursorisch aanbod van een niveau-aanduiding tevoorzien tegen de achtergrond van het europeeskwalificatieraamwerk. Het moet  mogelijk zijn om naast hetervaringscertificaat (EVC, informeel leren) ook bepaaldeopleidingscertificaten (non-formeel leren)  te erkennenwaardoor leerloopbanen meer divers kunnen worden ingevuld metbehoud van civiel effect.” 

Over het particuliere onderwijs doen veel misverstanden deronde. Bakker zet ze in gesprek met ScienceGuide op een rijtje.


Misverstand 1: particulier onderwijs is duur enelitair


“Als het in de kranten over particulier onderwijs gaat, gaat hetvaak over ouders die voor hun kind een basisschool willen opzetten.Maar het particuliere onderwijs richt zich vooral op de25-plussers.

Vrijwel iedereen heeft te maken gehad met particulier onderwijsof krijgt ermee te maken. Zo is alle nascholing voor ambtenaren indit land particulier. Datzelfde geldt voor heel veel postinitiëleopleidingen. We geven veel cursussen voor het bedrijfsleven,bijvoorbeeld applicatiecursussen.

De branchevereniging is niet alleen voor de leden van belang.Paepon is voor Postbus 51 de achtervang voor alles wat niet tot hetbekostigd onderwijs behoort. Vragen over het niet-bekostigdeonderwijs worden naar ons doorgezet. Wij merken dat die toenemen:vragen over het aanbod, maar ook over de handelwijze vaninstellingen en of die geoorloofd zijn, ook trouwens van bekostigdeinstellingen.”

Misverstand 2: particulier onderwijs is tegenbekostigd onderwijs

“Het publieke belang van goed onderwijs wordt door ons nietbetwist. Vraag is of goed onderwijs enkel met publiekemiddelen moet worden gefinancierd. Zeker met de bezuinigingenkan het geld voor onderwijs maar een keer worden uitgegeven. Maakheel helder dat er geïnvesteerd moet worden in initieel onderwijs.Voor particulier onderwijs is niets zo goed als deelnemers die eengoed fundament hebben. Schooluitvallers krijg je, ook alsparticuliere opleider, al snel tegen je, omdat die een aversietegen onderwijs hebben opgebouwd. Als mensen plezier hebben gehadin het funderend onderwijs, is hun plezier om later wederkerendonderwijs te volgen, veel groter.

We pleiten er wel voor dat mensen na hun 23e mensenzelf over een bepaald scholingsbudget beschikken. Laat debekostiging dan niet meer via de instellingen lopen, maar maak hetonderwijs  vooral vraaggestuurd. Dan kunnen mensen zelf opzoek naar een aanbod dat geschikt is voor hen, zodat ze zich niethoeven te voegen naar het toevallige aanbod van een instelling.Vandaar ook dat PAEPON transparante studie-informatie ergbelangrijk vindt.”

Misverstand 3: OCW is er alleen voor het bekostigdeonderwijs

“Het rapport van Frans de Vijlder over het open bestel isweliswaar geschreven in opdracht van het ministerie van onderwijs,maar daarna in een la verdwenen. Op het rapport van Van Boxtel overLeven Lang Leren heb ik nog geen serieuze reactie gezien van OCW,evenmin op het rapport van de Onderwijsraad van deze zomer over hetvolwassenenonderwijs. Wel beleefde woorden natuurlijk, maar daarblijft het bij.

Het zijn allemaal rapporten waarin serieus is nagedacht hoe hetLeven Lang Leren wortel kan schieten. En het is evident dat in hetpublieke bestel keuzes moeten worden gemaakt wil je denoodzakelijke scholing van jongeren, werkenden en werkzoekenden(ook kwalitatief) garanderen.

Ik denk af en toe dat de overheid vreselijk met het particuliereonderwijs in zijn maag zit. De Vijlder stipt in zijn rapport overhet open bestel zaken aan die lastig passen bij de strategie vanPlasterk, die toch uit lijkt te gaan van het idee dat de marktbesmet is. Dan denk ik: kom op ministerie, je bent niet alleenministerie van het bekostigd onderwijs, maar van het geheleonderwijs – inclusief het particuliere onderwijs.  Het moetgaan om de zorg voor een goed werkend stelsel van aanbieders om aande toenemende vraag tegemoet te komen. De overheid heeft grootbelang bij een goede private infrastructuur. Zonder privateinvesteringen en private infrastructuur haal je het OESO-gemiddeldeniet.”

Misverstand 4: particuliere opleiders willen zo weinigmogelijk regulering

“Het particuliere onderwijs in Nederland is een heel grote endiverse sector. Allicht dat er dan een grote bandbreedte zit tussengoed en slecht. Daar zitten ook fancy eendagsvliegentussen. Wat wij als branchevereniging willen, is dat in datonoverzichtelijke grote aanbod een handreiking geboden kan wordenwaar je op moet letten als je van een particuliere aanbiedergebruik maakt.

Wij dekken met ons ledenbestand niet het gehele aanbod af. Datkunnen we niet en willen we niet. Leden van ons kiezen voor dezevorm van regulering met  een gedragscode, branchevoorwaardenen intercollegiale toetsingen omdat zij staan voor kwaliteit endaar op aan te spreken zijn.

Daarnaast worden wij aangesproken op freeriders – deaanbieders voor wie de lidmaatschapsvoorwaarden te streng zijn. Hunbestaan kun je nooit helemaal uitsluiten. Wij stellen dezepraktijken wel aan de kaak – bijvoorbeeld als het gaat om onjuistestudiekeuze-informatie.

Zo worden er namen verzonnen die niet in het CREBO of CROHOvoorkomen, zoals MHBO (MBO+). Of men heeft het over het kort-hbodat niet meer bestaat; of men spreekt over een hbo-diploma, terwijlhet dan niet om een geaccrediteerde opleiding gaat; of er wordt inde brochure gemeld dat de opleiding is ‘ondergebracht bij de NVAO’,terwijl men bedoelt dat men een accreditatieaanvraag bij de NVAOheeft ingediend. Het gaat om formuleringen die niet verboden zijn,maar wel misleidend. Als Paepon hebben we daar bepaalde maatstavenvoor. Onze eigen leden spreken we daar zo nodig op aan en datvinden ze niet altijd leuk.

Gaat het om niet-leden, dan kaarten wij dat aan bij inspectie,NVAO en ministerie. Die zouden overigens meer daadkracht mogentonen als het gaat om misleidende informatie naar studenten. Ditsoort signalen worden wel besproken in hun werkgroep ‘slechtonderwijs,’ maar verder? Daar kan veel meer gebeuren.Zelfregulering is gebaat bij duidelijke grenzen.  Ik zeg weleens tegen het ministerie: stel dat wij onze zelfregulering opgevenomdat dat lucratiever is? Volgens mij zou de overheid er dan eenlast bij hebben.

In 2007 hebben PAEPON en de  Consumentenbond tweezijdigebranchevoorwaarden opgesteld, onder auspiciën van de SER. Eersthebben we laten inventariseren hoe het consumentenrecht in elkaarzit. Op een aantal punten moesten we zelf knopen doorhakken, zekerwaar het definitiekwesties betrof. Uitgangspunt was dat we nietalleen zwarte bedingen wilden vermijden, maar ook grijze. Net naastde rand lopen vinden wij niet goed genoeg, je moet er een metervandaan lopen.

Die exercitie leidde ook tot een zorgvuldige interne screening.Als je dat doet, kom je veel tegen. Doorgaans had dat niet te makenmet onwil, maar met onwetendheid. De meesten vonden het heelplezierig te weten dat ze nu aan de voorwaarden voldoen. Ze mogenoverigens aanvullende voorwaarden stellen, zolang die maar geenverslechtering voor de consument zijn.

Vervolgens is er een geschillencommissie voor het particulieronderwijs in het leven geroepen. Consumenten kunnen daar heellaagdrempelig klachten indienen tegen particuliere opleiders, nadatklagen bij de instelling niet tot een oplossing heeft geleid. Onzeleden zijn gehouden uitspraken van die commissie uit te voeren. Jehoeft dan als student of klant dus geen dure advocaatskosten tebetalen om naar de rechter te kunnen. Het ministerie vanEconomische Zaken heeft op zich genomen zoveel mogelijk branchesonder het gezag van die commissie te brengen.

Misverstand 5: de kredietcrisis is een zware klap voorhet particuliere onderwijs

“Vooropgesteld: als particuliere opleiders in financiëleproblemen komen, melden ze dat niet als eerste bij ons. Ze proberendat zo lang mogelijk intern op te lossen. Want als ze hun problemeneenmaal aan de grote klok hangen, zullen mensen veel terughoudenderworden om zich als cursist bij hen in te schrijven.

In de USA hebben veel particuliere opleiders grote last van dekredietcrisis, onder  meer omdat banken weigerenstudiekredieten aan studenten te verstrekken. In Nederland zie ikdat nog niet zo. Je ziet wel dat opleidingsinstituten een extraopen dag organiseren. Cursisten (maar ook bedrijven) zijnterughoudender geworden, wachten wat meer af, stellen (hun)scholing om financiële redenen wat uit.

Een aantal aanbieders van inburgeringscursussen zijn hetafgelopen jaar failliet gegaan. Marktwerking was daar niet deoorzaak van, zo heeft onderzoek van CapGemini uitgewezen.Voorbereidingen van gemeenten hielden geen gelijke tred met eisenvan het ministerie Wonen Wijken en Integratie.  Als je danalles in gereedheid hebt gebracht om cursussen aan te bieden en erkomen geen cursisten, dan hakt dat erin.  

Maar er is ook groei, met name in het korte beroepsgerichteberoepsonderwijs. 80% van het UWV-aanbod bestaat uit privateaanbieders. Ook de taleninstituten doet het goed. Je ziet datmensen ook op dit moment gebaat zijn bij cursussen als BusinessEnglish. Hier toont particulier onderwijs ook zijn kracht:flexibel arbeidsmarktrelevant onderwijs dat in korte tijd dearbeidsmarktpositie van werknemers versterkt.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK