Hervormen voor groei
Eén ding viel mij bij de beschouwingen over de Miljoenennota2010 vooral op. Zowel de Haagse politici als veel van mijncollega-economen concentreren zich op de teller in breuk die hetoverheidstekort als percentage van het bruto binnenlands product(bbp) weergeeft. Ik vrees dat de noemer, die op lange termijnafhankelijk is van de groei van het reële bbp, wordtveronachtzaamd. Het herstel van de overheidsfinanciën moet volgensmij op termijn juist vooral van die economische groei en dus van deontwikkeling van de productiviteit (‘slimmer produceren’)komen.
Geen taboes
Het is toe te juichen dat er geen taboes zijn voor deambtelijke werkgroepen die in kaart moeten brengen hoe deoverheidsfinanciën weer op orde kunnen worden gebracht. Ik vreesevenwel dat de betreffende werkgroepen helemaal zullen zijngefixeerd op bezuinigingen. Bij een feitelijk begrotingstekort van6,3 procent van het bbp in 2010 is daartoe natuurlijk ook wel redentoe, temeer omdat Nederland net als andere EU-lidstaten in deprocedure bij de Europese Commissie komt.
Toch is het verstandig voor die werkgroepen om zich bij debezuinigingen vooral te richten op het terugdringen van hetstructurele begrotingstekort op termijn, mede omdat de EuropeseCommissie zich daarop bij de beoordeling zal concentreren. Hetverminderen van het structurele overheidstekort vraagt omstructurele hervormingen. Van zulke structurele hervormingen, datwil zeggen een fundamenteel andere vormgeving van de economie, zieik te weinig terug in de plannen.
Structurele hervormingen kunnen de productiviteitsgroei op eenhoger niveau tillen. Ik denk dan onder meer aan de flexibiliseringvan de arbeidsmarkt, de hervorming van het belastingstelsel, deliberalisering van de woningmarkt en het terugdringen van debureaucratie bij de rijksoverheid en de lagere overheden.
AOW en WW
Om op hetzelfde of om zelfs op een hoger groeipad te komenzal er meer dynamiek op de arbeidsmarkt dienen te komen. Hetontslagrecht moet dan ook worden versoepeld. Je moet niet de banen,maar de mensen beschermen. De WW-uitkering moet alleen bedoeld zijnvoor een periode ‘between two jobs’.
Bij deze structurele maatregelen hoort ook het geleidelijk verhogenvan de AOW-leeftijd tot 67 jaar. Waarschijnlijk wordt de hogereAOW-leeftijd pas in de volgende kabinetsperiode ingevoerd, en dannog maar in een tempo van één maand per jaar. De verhoging van deAOW-leeftijd mag dan een bezuinigingsmaatregel lijken, maar ik hoopdat werknemers en werkgevers daardoor langer en meer blijveninvesteren in het menselijk kapitaal, door regelmatigebijscholing.
Voorbeelden uit Finland en Zweden
De financiële crises in Finland en Zweden in het begin vande jaren negentig zijn een lichtend voorbeeld. Zweden slaagde er inde loop van dit decennium in om, na afloop van de financiëlecrisis, door structurele hervormingen weer op een hoger groeipad(van het bbp per hoofd) terecht te komen. Finland, dat ingrijpendehervormingen achterwege liet, heeft de groei na de financiëlecrisis wel weten op te pakken, maar op een lager groeipad danvoorheen. Nederland heeft nu de kans, net als Zweden, over eenaantal jaren op een hoger groeipad terecht te komen.
Ik ben het dus niet eens met de sombere verwachtingen van hetCentraal Planbureau (CPB), dat meent dat Nederland definitief eenstuk economische groei is misgelopen door de financiële crisis. Demate waarin Nederland op een lager, zelfde of hoger groeipad zalkomen is sterk afhankelijk van de structurele hervormingen, die ditkabinet en het volgend kabinet bereid zullen zijn door tevoeren.
Investeren in kenniseconomie
Naast structurele hervormingen en bezuinigingen op termijnmoet er echter ook worden geïnvesteerd in de kenniseconomie. Wemoeten in Nederland meer uitgeven aan onderzoek en ontwikkeling.Wanneer ik lees dat zelfs innovatie ter discussie staat op de lijstvan twintig punten waarover de werkgroepen zich gaan buigen, danbaart mij dat grote zorgen. De private en publieke investeringen inonderzoek en ontwikkeling bevonden zich in de laatste jaren op ofiets onder het Europese gemiddelde. Ondertussen zijn ze weggezakt,terwijl de omringende landen als Duitsland en Frankrijk juist nuadditionele investeringen op dit terrein plegen.
De combinatie van structurele hervormingen en investeringen in dekenniseconomie zou de leidraad moeten zijn voor dit kabinet en hetvolgende kabinet om de Nederlandse economie weer op hetzelfde ofliefst op een hoger groeipad te krijgen. Mocht dit lukken dan is definanciële crisis wellicht achteraf een ‘blessing isdisguise’.
Prof. dr. Sylvester Eijffinger is hoogleraar Financiële Economie enbestuurslid van het European Banking Center aan de Universiteit vanTilburg. Daarnaast is hij sinds 2003 bestuurslid van het CDAWetenschappelijke Instituut.
Bron: FD
Meest Gelezen
Vrouwen houden universiteit draaiende, maar krijgen daarvoor geen waardering
Wederom intimidatie van journalisten door universiteit, nu in Delft
‘Burgerschapsonderwijs moet ook verplicht worden in hbo en wo’
Raad van State: laat taaltoets nog niet gelden voor hbo-opleidingen
Hbo-docent wil wel rolmodel zijn, maar niet eigen moreel kompas opdringen