Het eenzame gelijk

Nieuws | de redactie
11 september 2009 | Bij zijn afscheid als hoogleraar vaderlandse geschiedenis aan de UvA werd Piet de Rooij getypeerd als een sober schrijvend historicus met een voorliefde voor pamflettenschrijvers en opiniemakers die politiek nauwelijks erkenning krijgen, maar die – zonder dit zelf te (kunnen) regisseren – wel exponenten zijn van maatschappelijke veranderingen.

Piet de Rooij schreef veel over het tijdvak rond 1900, hetfin de siècle. Historicus Jan Romein typeerde dit als een’zoekende tijd’, met een ‘hang naar heil en heiligheid’. HoogleraarIdo de Haan uit Utrecht merkte op dat deze hang door historici vaakgenegeerd wordt als iets onechts, maar dat daarmee de betrokkenenonrecht aangedaan wordt. Ze waren niet alleen maar bezig metbelangenbehartiging voor hun eigen volksdeel. Hoewel niet meerchristelijk, dachten ze vaak nog sterk langs metafysischelijnen.

Piet de Rooij heeft met veel liefde over dergelijke mensengeschreven, variërend van Eduard Douwes Dekker tot Pim Fortuyn. Hetging om hervormers die over het algemeen geen volgelingen hadden.Daar waren ze vaak gefrustreerd over. Maar voor zover zemedestanders hadden, maakten ze daar vaak ruzie mee. Politiekehervormingen leken bij hen niet voorop te staan. Als ze de politiekingingen, eindigden ze vaak als politieke brokkenpiloot.Zelfhervorming leek bij een aantal van hen in eerste instantiebelangrijker te zijn: het verbeteren van de wereld begint bijjezelf. Toch is hun betekenis breder dan dat. Ze waren niet slechtsgericht op sociale hervorming; ze lieten ook ontwerpen zien vooreen nieuwe samenleving, ontwerpen die vaak later door anderen weeropgepakt werden.

Mina Kruseman was zo’n hervormer, zo vertelde Annet Mooij,oud-promovenda van Piet de Rooij. In de jaren1860 hield zijlezingen waarin het ‘vrouwenvraagstuk’ centraal stond. Bij eentoenemend aantal ongetrouwde vrouwen ontstond de vraag of de rolvan de vrouw niet breder moest worden gepositioneerd dan die vanechtgenote. Terwijl Elise van Calcar bepleitte dat ongetrouwdevrouwen zich moesten beperken tot typische vrouwenberoepen alsverpleegster en gouvernante, riep Kruseman op tot een emancipatievan de vrouw die er niet meer van uitging dat het er in eenvrouwenleven om ging te trouwen en vervolgens haar gezin te dienen.Kruseman onderscheidde zich niet alleen door haar vernieuwendeideeën, maar ook door haar commerciële aanpak: ze hield alleen goedbetaalde lezingen. In de loop van haar lezingenreeks ontstond in deschrijvende pers meer sympathie voor haar ideeën, al bleven deideeën van Elise van Calcar in de decennia daarnadominant.   

Dirk Damsma vertelde over twee schrijvers in Engeland enNederland, Marie Stopes en Theo van der Velde, die beidebestsellers schreven over huwelijk en seksualiteit. Van der Veldeblonk uit in praktische adviezen voor vrouwen om doorbekkengymnastiek beter in seks te worden, Marie Stopes speelde totde Tweede Wereldoorlog een belangrijke rol in het Engelse debatover het huwelijk. Wilde je als auteur succesvol de samenlevinghervormen, zo stelde hij vast, dan kon dat alleen als je nietalleen modern was, maar ook matig.

Deze en andere verhalen staan in de afscheidsbundel voor Piet deRooij. De bundel heet Het eenzame gelijk. Hervormers tussendroom en daad 1850-1950 en is uitgegeven bij Boom.

 

 

 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK