Leraren onderzoeken eigen beroepspraktijk
In het bekwaamheidsdossier
Praktijkonderzoek doen op scholen staat de laatste jaren steedsmeer in de belangstelling. Sinds de invoering van de Wet op deberoepen in het onderwijs zijn docenten zelf verantwoordelijk voorhet onderhouden van hun beroepscompetenties, hetgeen zij explicietvast moeten leggen in een bekwaamheidsdossier. Het doen vanpraktijkonderzoek past in deze ontwikkeling. Het geeft leraren dekans om hun eigen onderwijspraktijk op een systematische wijze inkaart te brengen en bij te dragen aan verbetering van deonderwijskwaliteit.
Maar ook van leraren in opleiding mag een onderzoekende houdingverwacht worden. Van der Donk en Van Lanen zien onderzoek doen alseen vorm van leren “waarbij de leraar op systematische wijze ininteractie met de omgeving op zoek gaat naar antwoorden voorproblemen, uitdagingen en leervragen uit de onderwijspraktijk”.
Deze visie sluit naadloos aan bij het rapport
Empowerment
Er is echter nog een reden waarom praktijkonderzoek van grootbelang is voor de beroepsgroep. Het kan de autonomie en invloed vanleraren zowel in de klas als binnen de school vergroten, zegtCyrilla van der Donk, die docent onderwijskunde is aan delerarenopleiding van de HAN. “Wat ik erg belangrijk vind, is dathet onderwijs teruggegeven moet worden aan de onderwijsmensen zelf.Hoe meer je weet, hoe sterker je bent en hoe meer tegengas je kuntgeven tegen allerlei top-down beslissingen, die somsonderzoeksmatig onvoldoende onderbouwd zijn.”
Kritiek
Eerstegraads lerarenopleidingen kennen al een lange traditie inhet doen van praktijkonderzoek. Maar met
Bovendien is Van der Donk van mening dat praktijkonderzoek doengeen doel op zich is. “Het is een prima middel om eenpositiefkritische houding te kweken bij studenten en leraren. Jeleert op een analytische wijze naar je praktijk te kijken, jehandelen te evalueren en op een hoger plan te tillen.”
Toegevoegde waarde
Er bestaat al veel literatuur over het opzetten vanonderzoekscycli, maar toch vinden Van der Donk en Van Lanen dat hunboek essentieel anders is. “Er bestaat nog maar weinig specifiekeliteratuur over praktijkonderzoek op scholen. Bovendien houden dezeboeken vaak veel te vroeg op.”
Als voorbeeld noemt Van der Donk het opstellen vanonderzoeksvragen. “Veel boeken volstaan met het geven van criteriavoor onderzoeksvragen. Praktijkonderzoek in de school gaatechter een stap verder. Het bevat veel technieken en tools om aandie criteria te kunnen voldoen. Als je weet waaraan een goedeonderzoeksvraag moet voldoen, wil dat niet zeggen dat je weet hoeje zo’n vraag zelf formuleert. Door het aanreiken van hulpmiddelenen veel voorbeelden willen we studenten en docenten heel praktischop weg helpen.”
Praktijk
Praktijkonderzoek in de school wordt dit jaar gebruikt dooralle vierdejaars studenten op de tweedegraads
De docente onderwijskunde is overtuigd van het nut van hetaanleren van onderzoekende vaardigheden. “Een afstudeeronderzoek isslechts een vorm om praktijkonderzoek in een opleiding aan de ordete stellen. Op de lerarenopleidingen van de HAN zijn we bezig methet ontwikkelen van een onderzoeksleerlijn, die door het helecurriculum loopt. De focus ligt dan op het aanleren van eenanalytische en onderzoekende huiding bij studenten. Onderzoek doenis vragen stellen, observeren, keuzes maken, reflecteren. Dat moetje niet uitstellen tot het vierde jaar van een opleiding.”
Ook de
Johan Graus
Meest Gelezen
‘Compensatoir toetsen komt kwaliteit hoger onderwijs wél ten goede’
Wet leeruitkomsten: Doorgeschoten individualisering of broodnodige keuzevrijheid?
‘Juist bij flexibiliteit heeft student behoefte aan structuur’
Minister: “Verengelsing ondermijnt de toegankelijkheid van universiteiten”
Kamer zet voorlopig streep door volgende ronde Groeifonds