Van Kalmthout (UvT) over Wit Rusland

Nieuws | de redactie
30 november 2009 | "Zelfs het recht op afscheid en begrafenis wordt de nabestaanden onthouden. De omschrijving van de executie luidt: uw echtgenoot, broer of zoon 'has left the prison'. Prof. Van Kalmthout (UvT) bekijkt voor Europa de mensenrechten in onder meer Wit Rusland.

Bij de presentatie van het boekover het executiecommando van dictator Loekasjenko vertelde VanKalmthout beeldend en schokkend over de situatie in Belarus en deverantwoordelijkheid van Europa daarbij. “De voltrekkingvan een liquidatie, ongeacht of deze berust op een rechterlijkvonnis of niet, vindt in het geheim plaats en wordt uitgevoerd dooreen speciaal, anoniem executiecommando. Waar en wanneer dat gebeurtblijft onbekend, ook voor de nabestaanden.”

Het betoog van Van Kalmthout leest u hier:

In 1997 bezocht ik voor het eerst als expert  van de Raad vanEuropa Belarus. Doel van dit bezoek was een bijdrage te leveren aande hervorming van het strafrechtelijk systeem in Wit-Rusland.

Tijdens de bespreking met vertegenwoordigers van het Ministerie vanJustitie en de rechterlijke macht werd voor onze ogen op het pleinvoor het regeringsgebouw in Minsk, waar wij vergaderden, eenvreedzame demonstratie bloedig uiteengeslagen.Dit betekende tevenshet einde van onze besprekingen. Kort daarna  werd Belarusdoor de Raad van Europa de gaststatus weer ontnomen, die het in1992 was verleend.

Enkele jaren later later ben ik weer teruggegaan in het kader vaneen programma tot hervorming van gevangeniswezen. Ik bezocht eengevangenis en een SIZO, de Russische naam voor een huis vanbewaring. Van alle typen gevangenissen waren in de Soviettijd deSIZO’s het meest berucht. Zij werden niet voor niets ook aangeduidals “Stalin Centra”.

De leefomstandigheden in de door mij bezochte inrichtingen warenmensonterend: gedetineerden zaten vaak met meer dan 100 personenopgehokt in ruimtes waar geen andere voorziening was danstapelbedden van 2 of 3 hoog, de gemiddelde leefruimte was 2 m2 ofnog minder. Zwaar bewapende bewakers in militaire uitrustinghielden de vele honderden gedetineerden onder de duim en vanaf deuitkijkposten ook onder schot. De buitenste linie van de gevangeniswerd bestond uit grommende honden, die de gevangenen zelfs degedachte aan ontsnappen benamen.

In de strafcellen konden de gedetineerden om beurten slapen op deijzeren platen aan de muur die alleen ‘s-nachts naar beneden werdengeklapt. Overdag moesten de gedetineerden staan want meubilair waser niet of onvoldoende en zitten op de grond was niet toegestaan.Het dagprogramma bestond uit een uur luchten in gekooidebinnenplaatsen. Voor levenslang gestraften en ter doodveroordeelden was het regime nog zwaarder: zij waren vrijwelvolledig van de contact met de buitenwereld afgesloten en contactmet andere gedetineerden was nauwelijks toegestaan.

Deze beelden kwamen weer bij mij op bij het lezen van Oleg Alkaevsboek, ‘Het executiecommando’. Het boek maakt duidelijk waaromWit-Rusland geen deel heeft aan de rechtsgemeenschap van de Raadvan Europa. Als enige land binnen Europa heeft het de doodstrafniet afgezworen en heeft het Verdrag voor de Rechten van de Mensniet geratificeerd.

Die rechten worden dan ook dagelijks geschonden. Het bewind vanLukashenko is een meedogenloze dictatuur, die gekenmerkt wordt doorwat bij een dergelijk schrikbewind hoort: corruptie, martelingenvan politieke tegenstanders, verkiezingsfraude, onderdrukking vande oppositie en de vrijheid van meningsuiting. Het krijgt daarbijopenlijk steun van de door de president benoemde rechterlijke machten de opportunistische leiders van de Russisch-orthodoxe kerk inWit-Rusland.

De ultieme wreedheid, zoals beschreven in het boek van Alkaev, ishet doen verdwijnen en liquideren van politieke tegenstanders enopinieleiders. De voltrekking van die liquidatie, ongeacht of dezeberust op een rechterlijk vonnis of niet, vindt in het geheimplaats en wordt uitgevoerd door een speciaal, anoniemexecutiecommando. Waar en wanneer dat gebeurt blijft onbekend, ookvoor de nabestaanden.

Zelfs het recht op een afscheid en een begrafenis wordt denabestaanden onthouden. De omschrijving van de executie zoals dezeaan familieleden van de geëxecuteerde wordt meegedeeld luidtletterlijk: “uw echtgenoot, broer of zoon ‘has left theprison’, heeft de gevangenis verlaten.” Cynischer kan het niet.Dezehandelwijze is op zich al een ernstige schending van  hetinternnationale Verdrag inzake Burgelijke en Politieke Rechten,zoals ook is vastgesteld in het oordeel van het Comité voor demensenrechten van de VN.

Die kritiek, evenals die van Amnesty International, hetinternationaal Hensinki Comité, de OSCE, de Raad van Europa en veleandere internationale organisaties, is echter aan dovemans orengericht. Sedert de onafhankelijkheid van 1991 is in Wit-Rusland bijongeveer 400 mensen de doodstraf voltrokken en deze executiesvinden onverminderd plaats.

Tot op de dag van vandaag negeert Belarus de dringende oproepen vande EU, de Raad van Europa, de Mensenrechten Commissaris van de VN,Amnesty en tal van andere organisaties om een moratorium op dedoodstraf in te stellen, zoals inmiddels wel door alle voormaligeSovjetstaten is gedaan.

Een paar weken geleden nog heeft het Comité van Ministers en deSecretaris-generaal van de Raad van Europa er bij de regering vanBelarus met klem op een dergelijk moratorium aangedrongen engevraagd om de reeds opgelegde doodstraffen niet te voltrekken maarom te zetten in gevangenisstraffen. Dit als blijk van goede wil en als voorwaarde om weer in aanmerking te komen voor de in1997 afgenomen gaststatus bij de Raad van Europa.

Het getuigt van moed van Oleg Alkaev dat hij met zijn ervaringenmet het executiecommando, waar hij jarenlang de leiding aan heeftgegeven, naar buiten is gekomen. De arm van de Wit-RussischeKGB is immers lang en hij zou de eerste niet zijn die deze moedduur heeft moeten betalen. Dictators en hun handlangers houden erimmers niet van dat de vuile was naar buiten komt en zeker niet alszij, zoals in het boek van Alkaev ook direct en persoonlijk metmoord en liquidaties in verband worden gebracht.

Of er, zoals Alkaev suggereert, een verband bestaat tussen deonopgehelderde verdwijningen en veronderstelde liquidaties vanZacharenko, Gontsjar, Krasovski en Zavadski en het in opdracht vande regering aan de geheime militie overhandigde speciale executiepistool, kan niet met zekerheid worden vastgesteld.Daarvoor is een grondiger onderzoek naar de verdwijningen enmogelijke liquidaties noodzakelijk.

Maar in dat veronderstelde verband ligt ook niet de kern van ditdeel van het boek. De essentie is dat belangrijke opinieleiders enpolitieke tegenstanders gekidnapt zijn en dat ieder spoor van henontbreekt, zonder dat daarna een grondig onderzoek wordt ingesteld.Mogelijk betrokkenen genieten daardoor feitelijk immuniteit in eensysteem waarin angst, terreur, onderdrukking , corruptie enmachtswellust vrij spel hebben.

Dubieus daarbij is ook de rol van de Orthodoxe kerk in Belarus, diezoals ook niet ongebruikelijk in het Sovjettijdperk, niet schuwtmet het regiem te heulen en hoge kerkelijke onderscheidingen uit tereiken aan autoriteiten, die Dante in zijn Divina Comediabepaald niet in zijn Paradijs zou hebben willen opnemen. Onder dezeomstandigheden hoort Belarus dan ook geweerd te blijven uit derechtsgemeenschap van de Raad van Europa. De vraag is dan ook of derecente toenaderingspogingen van de EU en de ontvangst vanLukashenko door de Paus in april van dit jaar enige bijdrage zullenleveren aan het herstel van de rechtstaat en de mensenrechten inBelarus. Vooralsnog lijkt het erop dat het vooral Lukashenko zelfen de kliek rondom zijn, die van deze contacten weten te profiterenen hun positie erdoor weten te versterken.

Het boek van Alkaev is een ‘J’accuse’, gericht aan de autoriteitenvan Belarus en de internationale rechtsgemeenschap. In die zinverdient Alkaev lof. Maar hierbij past ook een enkele kritischekanttekening. De mensenrechtenschendingen in de SIZO 1 betreffenniet alleen het executiecommando, zoals door Alkaev beschreven. Ditis slechts het topje van de ijsberg van wreedheden. Jarenlang wasAlkaev commandant van dit Stalin centrum, en jarenlang moet hij ookgezien en geweten hebben hoe in deze gevangenis het verbod vanartikel 3 van het EVRM op foltering en  onmenselijke envernederende behandeling of bestraffing op gruwelijke wijze is enwordt genegeerd.

Belarus maakt geen deel uit van de Raad van Europa. Om die redenheeft de Commissie voor de Preventie van folter en onmenselijke envernederende behandeling waar ik deel van uitmaak, geen toegang totde gevangenissen in Belarus.

Maar legio zijn de rapporten en getuigenissen over de wijze waaropgedetineerden worden behandeld: zij worden gestompt, geschopt engeslagen  op maag en genitaliën, levenslang gestraften wordenvrijwel volledige geïsoleerd, het aantal TBC gevallen isschrikbarend hoog, cellen zijn onvoldoende geventileerd en ontberenvaak natuurlijk licht, contact met de buitenwereld is tot eenminimum beperkt, de medische zorg is armzalig, materiëleomstandigheden en hygiene zijn ver beneden de maat, gedetineerdenzijn 23 uur per dag opgesloten met 2 m2 als leefruimte en zijnovergeleverd aan de willekeur van personeel en uitverkorenmedegevangenen. Dit alles kan in stand blijven doordatonafhankelijk toezicht ontbreekt en klagen veelal leidt totrepresailles. En aan dit listje kan nog heel veel meer wordentoegevoegd.

In zijn boek kiest Alkaev duidelijk en terecht stelling tegen dedoodstraf en het doen verdwijnen en mogelijk liquideren van hetbewind onwelgevallige personen. Maar wat is zijn opvattingover  die andere aspecten van het leven in de hel van zijnSIZO 1? Door alleen maar de verdwijningen, de doodstraf  en deliquidaties door het executiecommando aan de kaak te stellen,miskent Alkaev dat ook het gevangenissysteem zelf ernstig isgeperverteerd. Om de mensenrechten in gevangenissen te herstellenis meer nodig.

Want ook hier geldt dat grove schending van mensenrechten nooit kanworden verontschuldigd, laat staan gerechtvaardigd met een beroepop het argument dat men als uitvoerder slechts de wet en bevelenvan hoger hand uitvoert. Alkaev neemt afstand van dat argument,waar het gaat om de voltrekking van de doodstraf. Maar, zo luidtmijn vraag: waarom zwijgt hij waar het de verantwoordelijkheid voorhet gevangenisregime betreft, waarvoor hij in de beruchte SIZO 1jaren lang de eindverantwoordelijkheid heeft gedragen. Het herstelvan de mensenrechten is erbij gebaat dat Alkaev ook daarover nogeens (zelf)kritisch boekje wil opendoen.

Prof.dr. A.M. van Kalmthout (Universiteit vanTilburg)


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK