HBO-onderzoek vraagt om keuzes

Nieuws | de redactie
3 december 2009 | Succesvol hbo-onderzoek vraagt om stevige keuzes van hogescholen, zo weet Henk Pijlman, voorzitter van de Hanzehogeschool en als bestuurslid van de HBO-raad verantwoordelijk voor de lectoraten. "Waaraan moet ons onderzoek een bijdrage leveren en hoe optimaliseren we de wisselwerking tussen onderwijs en onderzoek?” Het is een vraag die op de meeste hogescholen nog niet afdoende is beantwoord.

Casus Hanzehogeschool

Het nieuwe strategische plan van de HanzehogeschoolGroningen, Koers op kwaliteit,  heefteen overkoepelend strategisch doel: DeHanzehogeschool Groningen ontwikkelt zich tot een gerespecteerdeEuropese University of Applied Sciences.  Uitbouw(kwalitatief en kwantitatief) van praktijkgericht onderzoek bijkenniscentra en lectoraten is daarbij een speerpunt.Praktijkgericht onderzoek sluit aan op behoeften vanuit deberoepspraktijk, en genereert kennis, inzichten en producten diebijdragen aan de verbetering van beroepspraktijk en maatschappij.Daarom zijn de lectoraten gebundeld in kenniscentra, die zijngefocust op belangrijke regionale speerpunten als energie, ‘HealthyAgeing’ en ondernemerschap.

Verder verweven we praktijkgericht onderzoek in deHanzehogeschool nog sterker met het onderwijs, zodat studenten zichontwikkelen tot kritisch-reflectieve en onderzoekendeprofessionals. Maar het overkoepelend kerndoel van praktijkgerichtonderzoek is in onze visie wetenschappelijke en systematischekennisontwikkeling. Alleen wetenschappelijk deugdelijk onderzoekdraagt bij aan echt duurzame verbeteringen in beroepspraktijk enmaatschappij.

De inbedding in het onderwijs gebeurt door verwerking van nieuwekennis en praktijkcasussen in het curriculum en door participatievan docenten en studenten in onderzoeksactiviteiten. Ook dieinbedding is gebaat bij wetenschappelijk deugdelijk onderzoek.

Onderzoek is kern, maar geen doel

We zien dus het wetenschappelijk gehalte als kern van deonderzoekskwaliteit. Maar niet als doel op zich: we streven naaronderzoek dat dankzijde wetenschappelijke kwaliteitfundamenteel bijdraagt aan beroepspraktijk en maatschappij en aanhet onderwijs. Op al deze prestatiegebieden verwachten we dus denodige output van onze lectoraten. We verwachten dat zij viaonderzoeksverslaggeving een rol spelen in het wetenschappelijkdebat, maar ook dat zij daarmee het beroepenveld vooruit helpen enbijdragen aan het maatschappelijke debat.

Samenwerking met het beroepenveld is voor onze kenniscentrabovendien essentieel. Ook verwachten wij een bijdrage aan decurriculumontwikkeling. Docent/onderzoekers in de kenniskringleveren via eigen onderzoek een bijdrage aan de beroepspraktijk, deverbetering en actualisering van het curriculum, en deonderzoeksvaardigheden van studenten. Lectoren zijn als docent enadviseur betrokken bij het onderwijs in de bachelors en de masters.In onze masters is onderzoek een kerncomponent, en zijn de lectorenhet boegbeeld.

Validatiekader

Deze visie is ontwikkeld via intensieve discussie met onder meerdeans, teamleiders opleidingen en lectoren. Het validatiekadergeeft nuttige aanknopingspunten voor discussies over kwaliteit vanonderzoek, en is dus geen keurslijf. Het is juist een stimulansvoor het debat over kwaliteit van onderzoek.

Dit debat leidt per kenniscentrum wel tot andere uitkomsten: elkkenniscentrum ziet het wetenschappelijke gehalte als kern vanonderzoekskwaliteit, maar de definitie van ‘wetenschappelijkgehalte’ hangt sterk af van het specifieke domein. Bij hetkenniscentrum Kunst en Maatschappij staat bijvoorbeeld ‘actionresearch’ voorop, terwijl bij onderzoek op gebied van HealthyAgeing ‘evidence based’ onderzoek centraal staat.

Uitbouw van onderzoek

De kenniscentra voeren nu discussie over hun strategischedoelen, en denken na over eventuele verbeteringen in hunorganisatorische inrichting en in hun eigen sturing op richting enresultaat. Een belangrijk thema is ook verdere verbetering van deonderzoekscultuur in de opleidingen, en de rol van teamleidersopleidingen en deans, die nu sterker gaan sturen op de verbindingtussen onderwijs en onderzoek.

Ook de staven hebben extra uitdagingen: denk bijvoorbeeld aan deonderwijskundige ondersteuning bij verweving onderwijs enonderzoek, aan de HRM voor docent/onderzoekers, aan extraondersteuning van financiële projectadministratie van betaaldeonderzoeksopdrachten. Kortom: uitbouw (kwaliteit en kwantitatief)van het onderzoek is een transitie die de hele organisatie aangaat.Maar we staan wel allemaal achter deze ambitie, en we hebben ervertrouwen in!

De landelijke discussie

De HBO-raad is erin geslaagd om een helder en nietbureaucratisch kader te ontwikkelen voor kwaliteitszorg vanonderzoek. In de nota Kwaliteit als opdracht isbovendien een duidelijk beeld neergezet van aard en waarde vanpraktijkgericht onderzoek voor het HBO. Die nota pleit ook voor hetverruimen van middelen voor lectoraten in de basisbekostiging vanhogescholen en voor uitbouw van een tweede geldstroom.

Succesfactoren voor praktijkgerichtonderzoek

Daarop voortbouwend heeft de strategische werkgroep onderzoekgeanalyseerd in welke staat het praktijkgericht onderzoek aanhogescholen verkeert, welke succesfactoren er zijn en waar debelangrijkste uitdagingen liggen. De werkgroep benoemt een achttalsuccesfactoren:

  1. Verstevigen van de relatie onderzoek-onderwijs.
  2. Uitbouwen van netwerken en samenwerkingsrelaties.
  3. Verhogen van de maatschappelijke relevantie enzichtbaarheid.
  4. Doorontwikkelen van kwaliteit en kwaliteitszorg.
  5. Kwalificeren en uitbreiden van personeel en faciliteiten.
  6. Internationaal uitwisselen en benchmarken.
  7. Aanbrengen van focus en massa.
  8. Opbouwen van een solide en substantiële financiering.

De daarmee samenhangende uitdagingen zijn: intern en externpositioneren, kwaliteit ontwikkelen en zichtbaar maken enuitbouwen. Daarbij zijn niet alleen de individuele hogescholen aanzet maar even goed het collectief van hogescholen en hunstakeholders.

Keuzes

Zo moet elke hogeschool zijn eigen antwoorden vinden op vragenals: waaraan moet ons onderzoek een bijdrage leveren, wat betekentdit voor structuur, cultuur, personeel, financiën en externerelaties, hoe optimaliseren we de wisselwerking tussen onderwijs enonderzoek? Daarnaast moeten hogescholen gezamenlijk bepalen watkenmerkend en onderscheidend is aan praktijkgericht onderzoek:vooral de toegevoegde waarde voor innovatie en ontwikkeling van desamenleving en de beroepspraktijk moet daarin centraal staan.Daarbij mag ook worden verwacht dat de stakeholders dit belangonderschrijven.

Kwaliteit uitbouwen, zichtbaar maken enborgen

Een daarmee samenhangende uitdaging is om de kwaliteit vanonderzoek uit te bouwen en zichtbaar te maken. In dat kader wordt(samen met onder andere het Forum voor Praktijkgericht Onderzoek)gewerkt aan de ontwikkeling van een gedragscode voor deugdelijkpraktijkgericht onderzoek, aan ontwikkeling van standaarden enindicatoren en aan doorontwikkelen van onderzoeksmethodieken endelen van good practices. Het collectief van hogescholen werkt aaneen digitale infrastructuur voor het ontsluiten van op onderzoekgebaseerde kennis en producten. En alle hogescholen afzonderlijkzullen gaan werken aan een op kwaliteit gericht en samenhangendHRM-beleid, waarin kwalificaties en expertise van lectoren,docenten en andere onderzoekers goed zijn geborgd.

Henk Pijlman is collegevoorzitter van Hanzehogeschool enbestuurslid van de HBO-raad.

Annette Roeters gaat in op Pijlmans analyse, die zij herkenbaarvindt en ook verstandig. Uit eigen ervaring bij Windesheim wijsytzij op het dilemma tussen éépitters onder de lectoren en teveel aanorganisatie om hen heen.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK