Nederland scoort hoog bij zware concurrentie

Nieuws | de redactie
3 december 2009 | Jan Peter Balkenende is nog steeds onder de indruk van zijn bezoek aan Azië. “Ik was in Singapore, we zagen allerlei technologische en wetenschappelijke ontwikkelingen daar. Die grote drive daar!”

Tegelijk onderstreept hij in gesprek met ScienceGuide dat dekwaliteit en de scores in de citatie-indexen en rankings van deNederlandse wetenschappers bewijst, dat “we moeten uitgaan van deeigen kracht en de grote kansen die daarmee mogelijk zijnwereldwijd.”

Op het evenement Vrienden van Wetenschap was de premier moeilijkweg te scheuren bij de studenten Technische Informatici uit deHogeschool Rotterdam. Hun robothondje Fluffywerd zo wat door hem uitgelaten. Balkenende sprak na Fluffy ook metScienceGuide.

Robbert Dijkgraaf en René Smit willen veel meer Vrienden vanWetenschap verzamelen. Waar denk jij dat de R&D sectoren in onsland behoefte hebben aan meer vrienden? Waar komen ze deze nogtekort?

“Ik geloof dat in het bedrijfsleven altijd meer nieuwe vriendenvoor de wetenschap nodig zijn, Het moet er steeds weer om gaan dater transfer ontstaat van nieuwe kennis naar nieuwe toepassingen.Ook naar betere, slimmere toepassingen dan de bestaande soorten.Die transfer is één van de typen valorisatie van kennis die wemoeten versterken. Daar is die vriendschap tussen bedrijven enwetenschap noodzakelijk. We hebben de ambitie om naar de Top 5 vande kennisnaties te gaan. Daar zijn zulke relaties van valorisatieen transfer onmisbaar voor.

Maar er is meer dan dat, dan de vermarkting of het commercieelbenutten van kennis! Bij de zoektocht naar vrienden van wetenschapmoeten we vooral ook kijken naar maatschappelijke toepassingen ende relaties die daarvoor noodzakelijk zijn. Er zijn grotevraagstukken die meer vragen dan vermarkting van kennis.

Kijk naar de demografische ontwikkeling. Die gaat enormeveranderingen met zich meebrengen. De vergrijzing is er daar maaréén van! Denk ook eens aan de tekorten aan mensen voor grotemaatschappelijk taken die op ons afkomen. De transfer van kennis ende ontwikkeling van nieuwe technologie en kennis zal hier enormbelangrijk gaan worden. En dan heb ik de aandacht voor duurzaamheidnog niet eens genoemd. Ook daar zijn zulke vriendenrelatiesonmisbaar.”

Wat zou de vrucht van vriendschap moeten zijn? Klinktmisschien wat filosofisch, maar hoe zie jij dat die relatie tussenwetenschap en samenleving zich moet uitdrukken, in welke ‘amicale’termen?

“In het besef allereerst dat je wetenschap bedrijft voor veelmeer dan het scoren in patenten, in vermarkting. Dat is op zichzelfgeweldig als je daar succes hebben kunt. Maar de kern zit tochdieper. Ik denk dat het dan gaat om de kwaliteit van het leven vooriedereen. Daar aan bijdragen, daar zulke vriendschappen aan latenbijdragen dat is toch waar het om gaat.

Er is hier een project getoond voor de Herman Wijffels prijs, datvoor mij dat zo direct in zich droeg. De andere ook hoor, maar ditblijft echt bij mij hangen. Het ging om nieuwe kopieën die gemaaktmet stamcellen gemaakt kunnen worden van tandvlees. Door deze toete passen kunnen mensen sneller en beter gezond worden, zijn erminder tandheelkundige operaties voor nodig. Mensen lijden minderpijn. En ze hebben ontdekt hoe ze vermijden kunnen dat die nieuwetandvleesdelen afgestoten worden door het lichaam. Zoiets vind ikzo’n prachtig voorbeeld.

De Nederlandse wetenschap zit in de wereldtop bij de scoresvan het aantal citaten in de meest relevante, hoogaangeschreventijdschriften en media. Wat is de conclusie die jij daar uit trektvoor je beleid?

Het eerste dat je daarmee kunt aantonen is dat de potentie vande wetenschap in ons land groot is, op wereldschaal hoog scoort.Als je nagaat dat we ook weten dat dat financieel soms niet metheel veel middelen gebeurt, dan is duidelijk dat deze prestatiebewijst dat we zeer efficiënt weten te werken.

Mijn tweede conclusie is dat de mensen die dit voor elkaarkrijgen een enorm compliment verdienen. Die pluim mag ook wel eensgegeven worden! Zij weten bij een zware, wereldwijde concurrentieheel hoog te scoren in de objectief meetbare resultaten. Dat zegtwel wat. We hebben in ons land nogal eens de neiging te klagen overgebrek aan kwaliteit, gebrek aan inzet, over van alles en nog wat.Als je kijkt naar de wetenschap bij ons dan zeg ik ‘Nee dus!’. Eris geen enkele reden tot gemopper.”

Je was onlangs in Azië met het InnovatiePlatform. Je collegadaarin, Kees Tetteroo, hield een dagboekbij op ScienceGuide over de reis. Hem viel de gedrevenheid op diedaar misschien toch meer dan hier usance is. Klopt dat volgensjou?

“Die reis heeft ook op mij indruk gemaakt. Want de prestatiesvan de wetenschap in ons land zijn geen resultaten die vanzelfkomen. Dat weten ze daar heel goed. De grote drive in Singapore, inJapan is er op gericht aan de top te zijn en te blijven.

Dat is geen reden om hier ineens geïntimideerd te gaan doen. Diecitatie-indexen laten zien dat ons land zijn eigen kansen heeft. Wemoeten uitgaan van eigen kracht en de grote kansen die daarmeemogelijk zijn Europees, wereldwijd liggen die er volop. En demensen uit de wetenschap in Nederland laten zien dat zij die kansenkunnen pakken, ook bij zware concurrentie.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK