Taal en ICT
Interactie en communicatie via de computer, een vorm vanICT-gebruik die vaak wordt gezien als didactisch innovatief, wordtin de onderzochte setting veel minder vaak toegepast, zo blijktuit zijn promotieonderzoek.
Vernieuwing
ICT biedt veel mogelijkheden om het taalonderwijsdidactisch te vernieuwen, maar het innovatief gebruik blijft in depraktijk achter bij de verwachtingen. Jager benadert dit verschiltussen potentieel en reëel gebruik als een vraagstuk vanimplementatie. Hij richtte zich specifiek op het leren vanvreemde/tweede talen binnen het Hoger Onderwijs.
De typische uitgangssituatie is een onderwijscontextwaarin klassikale instructie en interactie worden gecombineerd methet leren buiten de klas, ondersteund door technologie. De optiesvoor het gebruik van technologie en keuzes die docenten in ditverband maken vormen een belangrijk onderdeel van Jagersstudie.
Afstemming
Verdergaande integratie van ICT in het taalonderwijsvereist een goede afstemming van factoren op het gebied vandidactiek, technologie en de institutionele omgeving. Jagerbeschrijft het gebruik van ICT in het talenonderwijs aan de handvan de uitvoering van onderwijsinnovatieprojecten en aan de handvan een internationale enquête.
Tevens geeft Jager een uitgebreide analyse van degeschiktheid van verschillende ICT-toepassingen voor implementatiebinnen taakgericht taalonderwijs, afgestemd op het Common EuropeanFramework of Reference. En hij geeft richtlijnen om deslaagkansen voor brede implementatie van didactisch innovatievetoepassingen met ICT binnen de instelling te vergroten.
Jager organiseert met zijn promotor prof.dr. C. de Bot opde dag voor zijn promotie een internationaal
