Wereldwijde HO-ranking Europees in gang

Nieuws | de redactie
13 mei 2009 | Europa gaat wereldwijde kwaliteitsrankings maken van het hoger onderwijs. Frans van Vught en het Duitse CHE krijgen de opdracht een nieuwe aanpak hiervoor te ontwerpen. “Het gaat dus juist niet om het soort eenzijdige, simplistische lijstjes waar er al zo veel van zijn”, zegt Van Vught, nummer 1 op de laatste ScienceGuide Top 10.

Na de conferentie in Leuven was duidelijk dat het classificatieconcept de basis kon gaan vormen voor serieuze, multi-dimensionale vergelijkingen van prestaties en kwaliteit. Deze transparantie trok tijdens het Policy Forum in Leuven meteen al de belangstalling van landen als Canada, Brazilië en Japan.

Bij de Europese Commissie lagen verschillende voorstellen, onder meer van het toonaangevende tijdschrift ‘The Economist’, zo hoort ScienceGuide in Brussel. Op basis van de uitkomsten van Leuven koos men voor de multi-dimensionale benadering van rankings gebasserd op classificatie en profielen, zoals Van Vught deze met Cheps en CHE al enkele jaren uitwerkt. Het kan geen toeval zijn dat de Vlaamse voorzitter, Frank Vandenbroucke, het nieuwste boek van Van Vught over de classificatie van HO, Mapping the Higher Education Landscape, tijdens de conferentie al aan zijn collega-ministers van de 46 deelnemende landen cadeau deed. (Lees Vandenbroucke’s recensie van dit boek op ScienceGuide)

Geen eendimensionele lijstjes

Frans van Vught reageert zeer verheugd op deze doorbraak en wijst op de brede ‘coalitie’ die dit project zal gaan uitvoeren. “Naast CHE en Cheps doen CWTS uit Leiden en de KU Leuven, met hun indicatoren-experts, hieraan mee. Speciaal voor dit project heeft bovendien het Observatoire des Sciences et Technologie in Parijs zich bij ons gevoegd. Cheps en CHE zullen als ‘penvoerders’ optreden voor het geheel.

Zij krijgen twee jaar om tot een uitwerking te komen. De Europese Commissie wil dit nieuwe instrumentarium niet beperkt, naar binnen gekeerd in Europa opvatten, meent Van Vught. “Doel is het ontwikkelen van een global ranking, niet alleen een Europese. Wel wil men een Europees ontwikkeld instrumentarium zien, dat vervolgens wereldwijd toegepast kan worden op de kwaliteit van het hoger onderwijs. Daarvoor bleek in Leuven de belangstelling al groot, want overal ter wereld heeft men het wel gezien wat betreft die eendimensionale lijstjes. Deze benadering kent de classificatie van de aard en profielen van het HO-aanbod zelf als basis. Daarop kun je wel, met veel meer dimensies tot serieuze rankings komen. Die zijn voor zowel de informatie aan studenten, als voor de eigen beleidsontwikkeling van instellingen zinvol en nuttig toe te passen.”

Écht iets anders

Wat de nu nog meest ‘kwetsbare’ factor in dit project zou zijn, is voor van Vught duidelijk, stelt hij: “Dat is hoe wij het echt, helder uitgelegd krijgen, dat deze vorm van rankings écht iets anders biedt dan het soort lijstjes à la de THES-rankings of die van Shanghai Jiao Tong. De multidimensionele opzet is iets waar je niet bang op moet reageren, uit vrees voor eenzijdige uniforme conclusies. Juist niet. Dit helpt de profielen van instellingen en hun aanbod verstreken en transparant te maken. Dat is juist ook voor de veelzijdige informatie voor studenten behulpzaam. Je kunt dan veel beter en veelzijdiger nagaan wat de inhoud en de kwaliteit van het aanbod is.”

Dat nu al wereldwijd behoefte en belangstelling is gewekt, blijkt uit de eerste reacties. “De Jiao Tong ranking in Shanghai heeft reeds aangegeven ook zelf zich meer multi-dimensionaal te willen ontwikkelen. Zij hebben zelfs belangstelling getoond om mee te doen bij de verdere uitwerking naar een ‘global ranking’ op basis van het Europese instrumentarium. De Carnegie Foundation is ook positief en hoopt dat haar concept van classificatie ook in Europa een inspiratiebron kan worden, ook zij willen samen optrekken hierbij.”

Ook buiten Europa

Verschillende landen van buiten de EU, zoals Noorwegen, zouden zelfs overwegen hun eigen HO-bestel te gaan spiegelen aan zo’n nieuw classificatiesysteem. Dit zou voor het nationale beleid een impuls kunnen zijn en de samenwerking met het HO in Europa kunnen versterken, zo bleek tijdens de informele sessies in Leuven rond het Policy Forum.

De projecten voor R&D-ranking in de EU en voor innovatieve dataverzameling op het kennisterrein zullen geïntegreerd worden uitgewerkt met het project van Van Vught c.s. “Ook dat is een doorbraak te noemen. We kunnen zo én multi-dimensionaal én in samenhang tot een nieuwe visie en aanpak van rankings komen. Dat is ook nog niet eerder gedaan.”





«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK