Beter onderwijs, hogere welvaart
De nieuwe PISA-studie The high cost of low educationalperformance laat de welvaartseffecten zien van verhoging vanPISA-scores. Een toename van 25 punten in de PISA-scores in dekomende 20 jaar zou al resulteren in een toename van het BNP inOESO-landen van 115 biljoen dollar. Dit is geen aberratie,want bijvoorbeeld Polen heeft de voorbije 6 jaar zo’n verbeteringvan schoolprestaties al overtroffen. U kunt
Finland
Het best presterende OESO-land in de PISA-studies is Finland.Wanneer alle OESO-landen net zo zouden presteren, leidt dit tot eenBNP-toename van 260 biljoen dollar. “In Finland blijvenleerlingen niet zitten, maar krijgen juist extra aandacht enbegeleiding het jaar erop. Ze worden zo weer bij de groep gebrachten verliezen geen kostbare tijd.”
Zittenblijvers en uitvallers kosten de samenleving heel veel geld,want “the tolerance for failure is too high in Europe”, zegtAndreas Schleicher (hoofdonderzoeker PISA). Dirk van Damme(OESO-denktank CERI) noemde de uitval en het daardoor toenemendereservoir van onontwikkeld talent onlangs op
De lange termijn impact van het verhogen van leeruitkomsten is veelgroter dan de korte termijn impact. Politici komen nu nog weg metonderwijsinvesteringen in een voetnoot van een begroting, schampteSchleicher. Dat kunnen hoogontwikkelde landen zich niet meerpermitteren.
Een opvallend voorbeeld biedt Polen. Daar heeft men de voorbijejaren in het kader van de modernisering naar een Europesekenniseconomie het onderwijs hervormd langs lijnen van de meestsuccesvolle voorbeelden die uit de OECD-analyses naar voren komen.De stijging van de scores als die bij PISA en bij de emancipatoiredoorstroom naar en binnen het hoger onderwijs zijn er nu markant.”We make reality in education transparent,” aldusSchleicher. Paul Hofheinz, president van de Lisbon Council,voegde daar als conclusie aan toe, dat “change begins withtransparency”.
Nederland
De OESO-cijfers zijn ook voor ons land specifiek opmerkelijk. Zoblijkt, dat Nederland relatief hoog scoort en daardoor ‘weinig’hoeft te doen om Finland bij of in te halen. Daarin lijken wij opeen beperkt aantal landen aan de Pacific Rim, als Korea, Japan,Nieuw Zeeland en Australië. Niettemin levert ook voor ons land zo’nFins PISA-niveau nog zeer veel op: een BBP-stijging van 177%.
Aan de andere kant schuilt hierin ook een gevaar, zo laten decijfers zien. Zou Nederland wat zelfgenoegzaam op de huidigeniveaus blijven scoren, dan worden wij in hoog tempo ingehaald bijde PISA-scores door landen die daar bovendien een forse extra inhun BBP mee gaan bereiken. De middelmaat is dan al snelbereikt.
Nut van investeren in onderwijsinnovaties die de leeruitkomsten vanleerlingen verhogen, wordt met deze studie duidelijk. Want decijfers laten zien, dat ‘meer geld per student’ alleen in hetsysteem niet tot betere uitkomsten en welvaartsgroei leidt.Relatief hoge uitgaven, zoals die in de USA, hebben nietautomatisch veel effect. Veeleer blijkt, dat een combinatievan adequate investeringen met een stelsel en beleid, die forsinzetten op stimulering van onderwijsloopbanen en levenlangleren,tot de optimale resultaten leidt. Daarin blijken landen als Finlanduit te blinken.
De gegevens over Nederland laten dit ook zien. De in ons landopvallend hoge PISA-scores kunnen namelijk een nogkrachtiger welvaartseffect krijgen als het onderwijsbestel minderhet karakter van een ‘hordenloop’ met veel uitvalmomenten zoukennen. Bij het mitigeren van die factor in het bestel, zo laat deberekening van Schleicher zien, is ook de impact van desociaaleconomische positie van een student en zijn ouders op dekennisloopbaan op langere termijn veel minder groot. Daardoorgaat de talentontplooiing sterk omhoog en de uitval omlaag, met deaanzienlijke welvaartseffecten waar zijn rapport op duidt voor dekomende generaties.
Europa
Het onderzoek van de OESO zal worden meegenomen in de EU2020strategie. “Nadat Europa de Lissabon-doelstellingen niet heeftgehaald is investeren in het verhogen van leeruitkomsten cruciaal”,aldus Jan Truszczynski, plaatsvervangend Directeur-generaalOnderzoek bij de Europese Commissie.
Dit OESO-onderzoek is zeer interessant voor de uitvoerders van demotie-Hamer, de makers van de KIA-foto van het innovatieplatform ende ’20 commissies heroverweging’. Joeri van den Steenhoven vanKennisland, en bestuurslid van de LisbonCouncil, interpreteert het onderzoek op zijn blog als “eenniet te negeren boodschap”. Zijn analyse van de cijfers vanSchleicher en de conclusies die daar uit te trekken zijn, leest uhier.
Het volledige OESO-rapport leest u
Meest Gelezen
Vrouwen houden universiteit draaiende, maar krijgen daarvoor geen waardering
Hbo-docent wil wel rolmodel zijn, maar niet eigen moreel kompas opdringen
‘Sluijsmans et al. slaan de plank volledig mis’
Wederom intimidatie van journalisten door universiteit, nu in Delft
‘Free riding brengt het hoger onderwijs in de problemen’