Hoe Drenthe een kenniseconomie wordt

Nieuws | de redactie
26 januari 2010 | Hogescholen en provincies trekken naar elkaar toe om samen de transitie naar een kenniseconomie te maken, zeker daar waar de bevolkingskrimp gaat tellen. ScienceGuide sprak hierover met gedeputeerde Janny Vlietstra van de provincie Drenthe. 'In dit soort gevallen moet je niet alleen naar je eigen provincie kijken, je moet het iets breder trekken.’

Vorige week donderdag werd op Stenden Leeuwarden het Kenniscentrum Sociale Innovatie geopend, met steun vanprovincies, de gemeente Leeuwarden en Europese gelden. BestuurslidKlaas-Wybo van der Hoek liet doorschemeren dat met name deprovincie Friesland het belangrijk vond dat het centrum inLeeuwarden gevestigd zou worden. “Ere wie ere toekomt, dit isvooral vanuit de provincie aangeblazen.”

De opening vond plaats op een moment dat het centrum al eentijdje draait en de eerste resultaten getoond konden worden. HetCollege van Bestuur legt de lat hoog voor dit nieuwe centrum. “Hetgeven van HRM-adviezen aan het midden- en kleinbedrijf is nietvoldoende. Dat kunnen we nu ook al”, zegt Van der Hoek. Er moetkennisontwikkeling plaatsvinden, ook met het grote bedrijfsleven.Onderzoeken worden zoveel mogelijk uitgevoerd door studenten.

Ook gedeputeerde Janny Vlietstra van de provincie Drenthe noemtde opening van het Kenniscentrum Sociale Innovatie ‘belangrijk voorhet noorden. In dit soort gevallen moet je niet alleen naar jeeigen provincie kijken, je moet het iets breder trekken.’ Daarombetaalt ook de provincie Drenthe mee aan het Kenniscentrum via SNN,het Samenwerkingsverband Noord-Nederland.

Kinderen kunnen meer

Sociale innovatie is voor de noordelijke provincies vanlevensbelang. Richard Florida heeft aangetoond dat creatief talentzich concentreert in een beperkt aantal stedelijke gebieden, inNederland vooral langs de lijn Amsterdam-Utrecht-Eindhoven. Hetneveneffect hiervan is dat de rest van het land te maken heeft metbraindrain.

Gebeurt dat langere tijd, dan is het gevaar dat regio’s mindervan zichzelf gaan verwachten. Hester de Boer (RUG) beschrijft inhaar promotieonderzoek onder 10.000 leerlingen dat leerlingen in deprovincie Friesland bij een gelijk IQ gemiddeld in lagereschoolsoorten terecht komen dan leerlingen in andere regio’s. Zewijt dit aan leraren en ouders, die – bewust of onbewust – hetniveau van hun leerlingen net iets lager schatten dan terecht zouzijn.

Vlietstra onderschrijft de conclusies van het onderzoek van DeBoer. “Als burgemeester van Winschoten zag ik dat al gebeuren.” Zevoegt daaraan toe dat de provincie Drenthe om die reden ook eenprogramma heeft om onderwijsachterstanden weg te werken.

Drentse profilering

Het zelfbeeld van Drenten is bescheiden. Maar is dat juist nietde dood in de pot? De afgelopen tijd heeft de provincie Drenthedaarom onderzocht hoe de kenniseconomie in Zuid-Oost Drentheversterkt kan worden. Zo moet voorkomen worden dat door vergrijzingen bevolkingskrimp de economie achteruit kachelt.

Daarbij kijkt de provincie nadrukkelijk naar de hogescholen.”Het hebben van hoger onderwijs in je provincie is een heelbelangrijke voorwaarde om de arbeidsmarkt te laten functioneren.Zonder zo’n aanbod heb je in potentie meer problemen om goedearbeidskrachten te kunnen vinden”, zo zegt Vlietstra.

Hogescholen en provincie kijken daarom samen systematisch hoe zeaanwezige kwaliteiten kunnen versterken. In Drenthe gaat het ondermeer om kunststoffen. Dichtbij hogeschool Stenden in Emmen staandrie instituten die zich bezig houden met polymeren. “Alshogeschool zouden we graag met die instituten samenwerken”, zo zegtHugo Verheul, Academic Director van Stenden. Momenteel gaat hij demogelijkheden daartoe na. Het is een van de reële mogelijkheden omde economie in Zuid-Oost Drenthe te versterken en daarbij aan tesluiten bij expertise en bedrijvigheid die al aanwezig is, naast denieuwbouw en uitbreiding van het Dierenpark Emmen.

Ook op het gebied van sensortechnologie wil de provincie zichprofileren. In 2009 ging in Assen het wetenschappelijksensorinstituut Incas van start, onder meer met geld van deprovincie. Ook is Drenthe de thuisbasis van NWO-instituut Astron,dat zich richt op radioastronomie. Een van de uitvloeisels daarvanis het project LOFAR, een radiotelescoop die door antennes inmeerdere landen en een uitgebreid netwerk van sensoren een 10xhogere beeldscherpte kan bereiken dan ‘gewone’ telescopen. Deprovincie verwacht er veel van, juist ook vanwege industriëletoepassingen die hieruit kunnen voortvloeien.

Antwoorden op de krimp

Dat provincies intensief met hogescholen samenwerken, zie je ookop andere plekken in het land. Het gebeurt vooral in provincies diegeen of een beperkt aanbod van universitair onderwijs hebben. Zoheeft de provincie Zeeland de hogeschool Zeeland een eenmalige,meerjarige subsidie gegeven om het hoofd boven water te houden. Ookin het noorden van het land werken de provincies op verschillendemanieren met de hogescholen samen. In Flevoland, tenslotte, is hetvooral de gemeente Almere geweest die zich heeft ingespannen omhoger onderwijs in de provincie te behouden.

Vanwaar deze intensieve samenwerking tussen hogescholen enprovincies, juist in de uithoeken van het land? Dat ze ‘ver van demacht’ zitten, is zeker een reden dat ze elkaar opzoeken, denktvicevoorzitter Klaas-Wybo van der Hoek van Stenden Hogeschool. VoorRandstadhogescholen is het, met andere woorden, makkelijker omdingen in Den Haag te regelen.

Maar ook de bevolkingskrimp wordt sterker gevoeld in Zeeland,Zuid-Limburg en de noordelijke provincies. In Zuid-Limburg wordenom die reden al PABO’s samengevoegd. Met het versterken van dekenniseconomie proberen provincies en hogescholen gezamenlijk tevoorkomen dat hun lokalen straks leegstaan, zoals universiteitenals Halle de laatste jaren overkwam. Het Duitse CHE helpt daarom nual universiteiten na te denken over een slim aanbod voor hunregio.

Een dergelijke aanpak wordt ook in Noord-Nederland gevolgd. Dehogescholen in het noorden van het land onderzoeken nu gezamenlijkwat op termijn hun betekenis zou moeten zijn voor de arbeidsmarktin de regio. Want ook al zijn ze blij met de enorme toevlucht vanDuitse studenten, ze beseffen dat ze daarmee nog niet de ogenmoeten sluiten voor problemen op de middellange termijn. Deuitkomst zal moeten leiden tot meer studenten, want dat is goedvoor de economie, zo valt uit woorden van Stenden-voorzitter RobertVeenstra af te leiden. “Uit onderzoek blijkt dat iedere student delokale economie 25.000 euro per jaar oplevert, mevrouw Vlietstra.Dat is voor de provincie Drenthe al gauw zo’n 20 miljoen perjaar.”

 

 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK