Kwaliteit hbo-onderzoek bemoedigt

Nieuws | de redactie
14 januari 2010 | "Onderzoek verdient op termijn een eigen, aan haar [sic] belang rechtdoende positie naast het onderwijs, een verdere uitbouw en een betere zichtbaarheid. Hierbij past een verdere versterking van de onderzoekscultuur." De eerste validatie van lectoraal onderzoek biedt mooie inkijk in de hbo-ontwikkeling.

Voortrekkersrol

De validatiecommissie onder leiding van profPauline Meurs analyseerde het onderzoekswerk aan de HogeschoolUtrecht. De HU mag zich verheugen in bemoedigendeconclusies over hoe men de ontwikkeling van lectoraalonderzoek heeft aangepakt. “Er is buitengewoon veel bereikt in eenkorte tijd” en de HU heeft daarin een voortrekkersrol binnen hethbo.

De afspraken die de hbo-branche onderling heeft gemaakt zijn binnende systematiek van kwaliteitszorg van de hogeschool goedherkenbaar. Men trekt er zo hard aan dat “voor de continuïteit enacceptatie op de langere termijn aandacht voor verderevereenvoudiging en vermindering van werklast geboden [is]”.

Zoektocht

Wel is men in dit stadium “nog zoekende naar bij hetpraktijkgerichte onderzoek passende indicatoren, criteria ennormen.” Die zoektocht met zowel in de HU als binnen het hbo in denbrede, ook internationaal in bijvoorbeeld UASNET, wordenvoortgezet.

De concrete vertaalslag naar het onderwijsproces en de inhoud vanhet hbo-onderwijs verdient ook nog acentuering, zo blijkt tussen deregels door: “onderzoek is weliswaar in de missie en deambities dominant aanwezig, maar in de concrete positionering enhet faciliteren nog duidelijk ondergeschikt aan hetonderwijs.”


De samenvattende conclusies en aanbeveling van deVKO-validatie aan de HU leest hier:

‘Voor een instelling die (evenals alle andere hogescholen) nogmaar zo kort een daadwerkelijke onderzoeksfunctie kent, staat dekwaliteitszorg al opmerkelijk stevig. Er is buitengewoon veelbereikt in een korte tijd. De indruk die de VKO vooraf had op basisvan de aangeleverde stukken, namelijk dat de HU een voortrekkersrolvervult bij de ontwikkeling van (kwaliteitszorg van) onderzoek aanhogescholen, is tijdens het validatiebezoek bevestigd.

De HU heeft een doordacht kwaliteitszorgsysteem voor haar onderzoekontwikkeld en zorgvuldig geïmplementeerd. Mede dankzij deintensieve betrokkenheid van de HU bij de totstandkoming van hetlandelijke kwaliteitszorgstelsel voor onderzoek, zijn debrancheafspraken goed herkenbaar in het systeem. Daarbij is door deHU veel aandacht geschonken aan het creëren van draagvlak enacceptatie. Zowel interne als externe stakeholders zijn en wordenbij het proces betrokken op een wijze die respect afdwingt.

Tot nu toe is men binnen de HU positief over de verhouding tussende te leveren inspanning en opbrengsten van het systeem. Voor decontinuïteit en acceptatie op de langere termijn is aandacht voorverdere vereenvoudiging en vermindering van werklast geboden.

De externe evaluaties geven een overwegend positief beeld van hetonderzoek dat door de HU wordt uitgevoerd, zowel qua organisatieals resultaten. De evaluaties worden voldoende onafhankelijk,zorgvuldig en deskundig uitgevoerd, al valt er op onderdelen van desystematiek nog winst te boeken. De samenhang met hetverantwoordingsinstrumentarium en accreditatie is zichtbaar, maaris gebaat bij verdere fine-tuning en verduidelijking. Het is goedte begrijpen dat de HU, evenals alle andere hogescholen (enUniversities of Applied Sciences elders in de wereld), nog zoekendeis naar bij het praktijkgerichte onderzoek passende indicatoren,criteria en normen.

De VKO acht het van groot belang dat dit zoeken met volle krachtwordt voortgezet, mede in verenigingsverband en met aandacht voorhet internationale perspectief. (Geleidelijke) invoering vannormatieve elementen is noodzakelijk voor de geloofwaardigheid vanhet systeem op de langere termijn. Dit betekent tevens dat de focusminder op processen en meer op de inhoud zal moeten komen teliggen. Ook zou overwogen moeten worden om op den duur incentiveste verbinden aan evaluatie-uitkomsten.

Kenmerkend voor de kwaliteitszorgfilosofie van de HU is het accentop ontwikkeling en verbetering. De houding wordt getypeerd doortransparantie en eerlijkheid. Met de externe rapportages isadequaat omgesprongen en er is goed gehoor gegeven aan deaanbevelingen. Dit geldt zeker voor de maatregelen die binnen degeëvalueerde kenniscentra zijn genomen. Instellingsbreed bieden deexterne rapportages echter ook aanknopingspunten, die door de HUgedeeltelijk al zijn aangegrepen. De VKO wil daarbij vooral wijzenop het belang van verdergaande focus en massa.

Een eerste stap daarmee is genomen door de inrichting vanfacultaire kenniscentra in 2007 en programmering van dekenniscentra in 2009. De vraag of de met de speerpunten aan tebrengen focus tot gevolg heeft dat bepaalde opleidingen daarmeeniet aan onderzoek worden gerelateerd, kan door de VKO nog nietworden beantwoord. Vanuit de constatering dat het onderzoek evidentleidt tot kwaliteitsverbetering van het onderwijs, zou dat eenonwenselijke situatie zijn. Hierin zit dus een spanning die de HUtot het maken van heldere keuzes dwingt.

Verder is onderzoek weliswaar in de missie en de ambities dominantaanwezig, maar in de concrete positionering en het faciliteren nogduidelijk ondergeschikt aan het onderwijs. Dit is gezien de zeerjonge leeftijd van het onderzoek aan hogescholen overigens zeerbegrijpelijk. Onderzoek verdient echter op termijn een eigen, aanhaar belang rechtdoende positie naast het onderwijs, een verdereuitbouw en een betere zichtbaarheid. Hierbij past een verdereversterking van de onderzoekscultuur, iets wat de aandacht heeftvan het college van bestuur en door het VKO ten zeerste wordtonderschreven. Voor de kwaliteitsontwikkeling is daarbij, naast debovengenoemde ontwikkeling van standaarden en criteria, hetHRM-beleid een cruciaal instrument.

Tijdens haar bezoek heeft de VKO kunnen vaststellen dat juist opdat terrein binnen de HU goede initiatieven zijn genomen, zoals deeis dat faculteitsdirecteuren gepromoveerd moeten zijn (omgesprekspartner voor lectoren te kunnen zijn), de aanscherping inhet aanstellingsbeleid voor lectoren en de invoering van de functievan hogeschooldocent. De VKO juicht dergelijke maatregelen vanharte toe.

Op basis van bovenstaande komt de VKO tot de conclusie dat ervoldoende vertrouwen in bestaat dat het door de hogeschoolgehanteerde kwaliteitszorgsysteem in algemene zin leidt tot hetpermanente bewaken en verbeteren van het onderzoek en deorganisatie van dat onderzoek. Ze complimenteert de HU voor hetgeenin korte tijd is bereikt en moedigt de HU aan om met dezelfde inzeten hetzelfde enthousiasme op de ingeslagen weg verder te gaan. Tenslotte spreekt de VKO de hoop uit dat deze rapportage daarbij vanwaarde kan zijn.’


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK