Nederland van avant garde naar middenmoot

Nieuws | de redactie
12 januari 2010 | Nederland raakt de voorsprong in wetenschapsbeleid kwijt. Andere landen halen ons in. Het Rathenau Instituut laat zien hoe hen dat lukt en beveelt aan wat Plasterk zou moeten doen. R&D financiering moet beter aansluiten bij discipline-ontwikkeling. Concurrentie op wo-kwaliteit ontbreekt, waardoor Nederland internationaal moeilijk 'scoort'.

Nederland na 25 jaar in de avant garde

Door het beleid van minister Deetman in de jaren tachtigzijn universiteiten en hogescholen zelfstandiger gemaakt, waardoorze zich sinds de jaren nadien strategisch beter hebbenkunnen positioneren. Daarbij is er door het stelsel vanvisitaties en onderzoeksevaluaties een systeem ingevoerd voorkritische analyses van de kwaliteit van het wetenschappelijkonderzoek. Dat heeft gezorgd voor meer nadruk op excellentonderzoek.

Door de oprichting van onderzoeksscholen en de zogehetenVernieuwingsimpuls zijn de carrièremogelijkheden van jongeonderzoekers verbeterd en zijn zij nu eerder in de gelegenheid omzelfstandig onderzoek te doen. Tenslotte heeft NWO een grotere rolgekregen in de toekenning van onderzoeksgeld.

Deze maatregelen hebben volgens het Rathenau Instituut bijgedragen aan degoede prestaties van Nederlandse wetenschappers in vergelijking metandere landen. Dit terwijl de uitgaven voor onderzoek in ons landrelatief laag zijn: 1,7% van het Bruto Nationaal Product tegenbijvoorbeeld 2.5% in Duitsland (in 2007).

Tijd voor nieuwe maatregelen

Het Nederlandse HO en R&D beleid, in het bijzonder datop basis van de in 2010 25 jaar oude HOAK-nota, is sinds de jarentachtig internationaal veel besproken en toonaangevend genoemd.Andere landen gingen de kunst hier afkijken. Om niet hetslachtoffer te worden van de wet van de remmende voorsprong, doetNederland er volgens het Rathenau Instituut verstandig aan nieuweverbeteringen door te voeren.

“The Netherlands has no initiatives for explicit priority settingto be implemented. Some of the organisations in the research systemhave set their own priorities and as part of innovation policy,priorities have been set. More significant are those prioritiesthat have been set de facto or emerged as a result ofseveral policy instruments to create strengths, clusters andcollaborations. Such an approach of incremental priority settingneeds a regular impulse to promote research quality as well asadditional funds. Currently, the approach is not institutionallysettled and depends on ad hoc policy,”  zo analyseerthet rapport van Rathenau het huidige kennisbeleid.

Over de rol van OCW wordt daarbij nog gezegd, dat deze zwak is enons land daardoor een nationale visie en strategie ontbeert. “Therole of the government and more specifically of the Ministry ofEducation, Culture and Science in strategy and planning is weakcompared to other countries. In other countries we find a tendencyto strengthen coordination at the national level, while in theNetherlands there is no national strategy.

The idea of “governance at arm’s length” is to some extent possiblebecause reforms have been implemented much earlier. As a resultactors in the research system have comparatively more freedomregarding strategy. The flip side is that when actors expect thegovernment to intervene, it has few instruments to do so, thoughsome actors maintain high expectations of the government.”

Weinig inspirerend onderscheid

De taken en verantwoordelijkheden van onderzoeksfinancier NWOzouden net als in andere landen beter verdeeld kunnen worden overmeer organisaties. Ook het evaluatiesysteem is aan vernieuwing toe.Vrijwel alle onderzoeksgroepen scoren zeer goed tot excellent,zodat het echte toponderzoek niet goed wordt onderscheiden.

Ook neemt elders de concurrentie tussen HO-instellingen toe,terwijl in Nederland de gelijkheid nog wordt gekoesterd. Daardooris het moeilijk in internationale rangschikkingen bij detopscoorders te gaan horen, vreest Rathenau. Om hier verandering inte brengen, moet de overheid meer verantwoordelijkheid nemen voorde organisatie en het functioneren van het wetenschapssysteem alsgeheel. In vergelijking met andere landen is er weinig regie enprioriteitstelling.

“In the Netherlands, policy instruments have been implemented whichcould have led to quality and reputational differences, like thesystematic evaluation of research, funding of top graduate schoolsand the ‘Vernieuwingsimpuls’, but this has not happened. Instead,some of these instruments have led to another remarkable systemcharacteristic: the strong networking of university research intointer-organisational graduate schools, virtual institutes, researchconsortia and the like. These inter-organisational constructionsseem to prevent the differentiation of universities instead ofinduce it.” 

Vergelijking van zes Europese landen

Het Rathenau Instituut vergeleek Duitsland, Denemarken,Frankrijk, Italië, het Verenigd Koninkrijk en Nederland. Er isgekeken hoe het wetenschapssysteem georganiseerd is, en welkeveranderingen daarin hebben plaatsgevonden in de afgelopen tweedecennia. Ook zijn de uitgaven, de omvang van onderzoekspersoneelen de output van wetenschappelijk onderzoek vergeleken. 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK