‘Steviger toelating, regulering massa, meer soorten’

Nieuws | de redactie
8 januari 2010 | Rector Dymph van den Boom (UvA) vindt minister Plasterk "voorbarig" over de oplossing van problemen door wijziging van het HO-stelsel. Heterogeniteit en veelvormigheid van de vraag naar kennis en talenten vragen om "meer ruimte om de intakeprocedure een meer verplichtend karakter te geven" en om "meer soorten opleidingen te ontwikkelen."

In haar Dies-rede van vrijdag j.l. schetste Van den Boom hoe zijhet HO-landschap observeert en dat is niet als het ongecompliceerdeplaatsje in een fictief Amerika, waar de minister blijkbaar graagrondhangt, in “Lake Wobegon, waar alle vrouwen sterk zijn, allemannen aantrekkelijk en alle kinderen bovengemiddeld.”

Voor de commissie-Veerman geeft de Amsterdamse rector daaromdrie oplossingsrichtingen, die niet zozeer uitgaan van hetstelsel, als wel in het stelsel tot doorbraken voor de aandachtvoor kwaliteit en veelzijdigheid zouden moeten leiden.

Tekst Dies-rede

“Als rector magnificus heb ik het voorrecht om ter gelegenheid vande viering van de Dies Natalis enige bespiegelingen te wijden aanhet landschap van het hoger onderwijs.

Als ik dat landschap overzie, moet ik vaak denken aan LakeWobegon. Dat is een fictieve Amerikaanse stad in Minnesota diebedacht is door de humorist Garrison Keillor. Het is er altijd mooiweer, de mensen zijn er vriendelijk en het geluk lacht de bewonersvan dit kleine plaatsje toe. Elk verhaal over Lake Wobegon begintmet: “Welkom in Lake Wobegon, waar alle vrouwen sterk zijn, allemannen aantrekkelijk en alle kinderen bovengemiddeld.”

In het Nederlandse hoger onderwijs streven wij naar een werelddie lijkt op Lake Wobegon. We willen tot de internationale topbehoren. Onze studenten moeten snel studeren en hoge cijfers halenen heel erg tevreden zijn over de opleiding en de instelling.

Maar de realiteit is weerbarstig. Als we eerlijk zijn, moeten wetoegeven dat misschien wel een heleboel, maar niet al onzestudenten bovengemiddeld zijn en datzelfde geldt voor het onderwijsdat de universiteiten hen aanbieden. Dat is wel jammer, maar het isook begrijpelijk. We maken een enorme groei door en krijgen temaken met studenten van wie de achtergrond, de belangstelling en dekwaliteiten sterk uiteen lopen.

Niet voor niets zei minister Plasterk afgelopen september dathet hoger onderwijs uit zijn voegen barst. Hij stelde eenzeskoppige commissie in, onder leiding van voormalig CDA-ministerVeerman, met als opdracht de toekomstbestendigheid van hetNederlandse hoger onderwijsstelsel op de langere termijn onder deloep te nemen.

U bent waarschijnlijk net zo nieuwsgierig als ik naar debevindingen die de commissie in februari presenteert. Eigenlijkheeft de minister met de formulering van zijn opdracht al eenoplossingsrichting aangegeven. Het stelsel moet mogelijk wordenaangepast. Als dat onze problemen oplost, dan moeten we dat vooraldoen. Maar het lijkt me wat voorbarig.

Boordevol onderwijs

Laten we eerst eens kijken wat de problemen precies zijn. Hetkabinet wil dat vijftig procent van de beroepsbevolking op termijnhoogopgeleid is als onderdeel van de Lissabon-agenda. Waar staan wenu? Het aantal studenten in het hoger onderwijs is sinds 1980 bijnaverdubbeld naar zo’n 526.000 studenten. Deze groei heeft vooralplaatsgevonden in het hbo, maar ook het wetenschappelijk onderwijskende een ongekende groei. Vanaf 1980 is tevens de rijksbijdrageper student in het wetenschappelijk onderwijs naar schatting met 40procent afgenomen.

In tegenstelling tot in de rest van Europa blijft debinnenlandse vraag naar hoger onderwijs in Nederland stijgen.Volgens ramingen zal het aantal studenten toenemen tot 690.000 in2020. Dat is nog eens een groei van 30% ten opzichte van 2007.

Met de groei van de studentenaantallen is ook de heterogeniteitin de studentenpopulatie toegenomen. Tegelijkertijd wil hetministerie bovengemiddelde universiteiten blijven behouden. In LakeWobegon is dat allemaal mogelijk. Maar bij ons gaat dat niet zoeenvoudig. Daarom heeft de minister de hulp ingeroepen van decommissie Veerman.

Gedifferentieerde differentiatie

Duidelijk is dat de heterogeniteit in de studentenpopulatie ommeer differentiatie vraagt. Dat weten we allemaal en iedereen isvóór meer differentiatie. Ik zal u verrassen. Ik ben tégen meerdifferentiatie.

Althans, als dat betekent wat het in de praktijk vaak betekent.Namelijk dat er steeds meer opleidingen bijkomen. In die vorm vandifferentiatie zie ik niets. Er gaat de suggestie vanuit dat devoorbereiding op specifieke beroepen het beste via (zeer)specifieke opleidingen kan gebeuren. Zo ontstaat een bamboebos aanopleidingen voor allerlei niches van de arbeidsmarkt. Ik denk datstudenten zich beter in een bepaalde basisdiscipline kunnenbekwamen. De vorming die zij op die manier krijgen, zal hen instaat stellen zich ook op andere terreinen te bewegen.

Wat mij betreft moeten we differentiatie dus vooral niet zoekenin méér opleidingen. Ik noem meteen een tweede oplossing die watmij betreft niet zonder meer soelaas biedt. En dat is eenstelselwijziging.

We kennen in Nederland twee soorten hoger onderwijs. Het hogerberoepsonderwijs en het wetenschappelijk onderwijs. In beidegevallen worden studenten voorbereid op het uitoefenen van eenberoep. Het verschil zit ‘m in het feit dat het wetenschappelijkonderwijs studenten voorbereidt op beroepen waar een academischeachtergrond vereist of dienstig is. Waar hbo-opleidingen studentenvanaf dag één klaarstomen voor de praktijk.

In de praktijk zien we dat het hbo en het wo in toenemende mateaspecten van elkaar overnemen. Hbo-opleidingen zijn anno 2010 veel’wetenschappelijker’ dan pakweg veertig jaar geleden. Dat is eenbegrijpelijke ontwikkeling, want de hbo’er van vandaag moetgeavanceerde wetenschappelijke kennis gebruiken om zijn beroep goeduit te kunnen oefenen en moet in staat zijn zich deze kenniszelfstandig eigen te maken. Aan de andere kant komt door de grotestudententoestroom het academisch gehalte van de universitaireopleidingen onder druk te staan.

Hbo en wo dreigen door deze ontwikkelingen naar elkaar toe tegroeien. Tegen de achtergrond van de steeds diverserestudentenpopulatie is dat een uitermate onlogische ontwikkeling. Wemoeten onze studenten niet minder, maar juist méér keuze bieden.Binariteit of niet, laat het hbo en wo ieder hun eigen profielbehouden, zodat studenten wat te kiezen hebben.

Wat te doen?

Meer opleidingen in het leven roepen is wat mij betreft dus nietde oplossing. Opheffing van het binaire stelsel op zich ook niet. Uvraagt zich misschien af waar ik wél heil in zie. Ik ziedrie oplossingen waarmee we een passendantwoord kunnen geven op de groeiende en heterogenestudentenpopulatie. Die oplossingen zullen ons bovendien helpen omde studie-uitval te beperken en het studiesucces te verhogen.

Ten eerste denk ik dat we onsonderwijsaanbod moeten differentiëren door meer soortenopleidingen aan te bieden. Nu laten we vele duizenden studentenkiezen uit slechts twee smaken. Hbo of wo. Ik denk dat er meer tekiezen moet zijn. In het hbo kunnen we dat doen door deassociate degree en de hbo-master op grotere schaal in tevoeren. Zo ontstaan in die sector meer keuze- endoorgroeimogelijkheden. Wellicht is nadrukkelijkerniveaudifferentiatie daar ook een optie.

In het wetenschappelijk onderwijs denk ik aan ten minste tweezaken. Maar wellicht zijn er meer manieren. Ik zou willen pleitenvoor een veel ruimer aanbod van brede bacheloropleidingen. Op ditmoment zijn de meeste bacheloropleidingen erg specialistisch. Voorstudenten die precies weten wat ze willen en in alle opzichten goedvoorbereid zijn op een bepaalde studie, is dat prima. Laat datvooral zo blijven. Maar dat geldt lang niet voor alle nieuweeerstejaars die zich bij ons melden.

Veel jonge mensen die gaan studeren, weten eigenlijk nog nietprecies welke richting het beste bij hen past. Veel van diestudenten gaan verloren voor het hoger onderwijs, of vinden pas nameerder pogingen hun bestemming. Dat is een verspilling van talenten een verspilling van tijd en energie.

Deze groep is gebaat bij een brede bachelor, waar ruime aandachtis voor academische vorming en waarbij men de tijd krijgt om eenbeter beeld te krijgen van de verschillende disciplines en de eigenbelangstelling en kwaliteiten. Daarna kunnen deze studenten alsnogkiezen voor een bepaald specialisme.

Bij de UvA hebben we verschillende van dergelijke bredebachelorprogramma’s in huis, zoals de bètagamma-bachelor enfuture planet studies, en de liberalarts-bachelor in het university college. Een bachelor op hetsnijvlak van rechten, economie en sociale wetenschappen is in demaak.

Een tweede nieuw soort opleidingen waar ik aan denk zijnhonoursprogramma’s voor geselecteerde groepen van zeer goedestudenten. Dan bedoel ik niet de extra programma’s van 30 ECTS diewe nu vaak aanbieden in het kader van een honourstraject. Dat noemik verbreding. Ik wil echte verdieping bieden. Onderwijs op eenhoger niveau voor de allerbeste studenten vanaf dag één.

Ik vertelde u dat ik drie oplossingen zie. De eerste is keuzeuit meer soorten onderwijs. De tweede ishet reguleren van de schaal van de hele grote opleidingen. InAmsterdam hebben wij een aantal zeer grote opleidingen, waar zichveel studenten voor aanmelden die we allemaal moeten toelaten. Endan moeten we op het laatste moment weer tijdelijke docenten aanons binden om het onderwijs te verzorgen. Het zou de kwaliteit vanhet onderwijs ten goede komen als we met een stabiele stafbezettingkunnen werken. En dat kan als de instroom bekend is.

Er lijkt daarom wat voor te zeggen om het aantal studenten datwe toelaten in de grote opleidingen wat meer te reguleren. Maar alsde ene universiteit dat op eigen houtje doet, hollen de studentenmet z’n allen naar een andere universiteit. Dit gaat dus alleengoed werken als die regulering op landelijk niveau plaatsvindt.

De derde oplossing die ik voor ogenheb, is uitbreiding van intake-procedures. Dat doen we niet vóór,maar na de poort. De toegankelijkheid van het hoger onderwijs moetovereind blijven. Maar als het aan mij ligt gaan we wél zorgen datiedere student sneller op de juiste plaats terecht komt. Alstijdens de intakeprocedure blijkt dat een student nog niet klaar isvoor een bepaalde opleiding of de verkeerde opleiding heeftgekozen, kunnen wij die student nu adviseren om nog eens goed na tedenken over die keuze. Maar dat is nogal vrijblijvend. Ik denk datuniversiteiten, maar vooral ook de studenten zelf, erbij gebaatzijn als wij meer mogelijkheden krijgen om studenten in de juisterichting te sturen.

Studenten die meer op de praktijk gericht zijn dan opacademische vorming moeten tijdig doorverwezen kunnen worden naareen passende hbo-opleiding. Wij prijzen ons gelukkig met deintensieve samenwerking met de Hogeschool van Amsterdam, die hetmogelijk maakt studenten die mogelijkheid te bieden. Door in eenvroegtijdig stadium te zorgen dat de juiste student op de juisteplek zit, kunnen we de uitval beperken en het studiesuccesverhogen. Dat moet minister Plasterk toch als muziek in de orenklinken.

Conclusie

Ik ga afsluiten. Ik begon met een verwijzing naar de commissieVeerman die in opdracht van minister Plasterk de toekomst van hetstelsel onderzoekt. Mijn conclusie is dat een stelselwijziging opzich niet de oplossing zal bieden voor de groei en toenemendeheterogeniteit van de studentenpopulatie. Er is meer nodig.

Meer ruimte om de intakeprocedure een meer verplichtend karakterte geven. Laat ons meer soorten opleidingen ontwikkelen enaanbieden. Maar het belangrijkste is misschien wel dat wij demiddelen moeten krijgen om iedere student de aandacht te geven waarhij recht op heeft.

En zo sluit ik toch weer af met een constatering die al zovelemalen gedaan is. Maar die ik toch ook vandaag weer moet herhalen.De huidige financiering is voor de door mij genoemde oplossingenontoereikend. Geef ons een vaste, reële vergoeding per student. Danzorgen wij voor goed onderwijs voor iedereen. Want één illusie moetik de minister ontnemen. Wij leven niet in Lake Wobegon. Onzestudenten en docenten zijn mensen van vlees en bloed. Ze hebbenruimte en aandacht nodig. Gelukkig wel.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK