HBO-bètatechniek weer op de kaart
“Techniek was in de jaren zeventig en tachtig populair bijstudenten. In de jaren negentig kwam er een dip. Hiervoor zijnverschillende oorzaken aan te wijzen. Naast verouderd lesmateriaalen een vergrijsd docentenbestand, speelde ook een negatief imagoeen rol, labeling. Na dit diepe dal, zijn er in het afgelopendecennium enorme vernieuwingen doorgevoerd”, zo zet Ineke van derWal, directeur School Engineering and Design, uiteen in gesprek metScienceGuide.
“Het verbreden van het opleidingsaanbod is goed geblekenvoor de instroom. Daarnaast hebben we onze programma’saantrekkelijker gemaakt en hebben we een jonger en diverserdocentenbestand. Er zijn nu veel meer vrouwelijke en allochtonedocenten, vergeleken met tien jaar geleden. We hebben nu 65.000studenten techniek in het hbo, mede dankzij het Platform BètaTechniek. Maar, het streven is 15% groei. We zijn er nogniet.”
Meer, beter, sneller
“Er is een trilemma waarmee het hele hbo te maken heeft,maar bètatechniek zeker niet in de laatste plaats. Een toenemendediversiteit qua instroom, het verhogen van de kwaliteit en hetverhogen van het rendement. Deze drievoudige opdracht vraagt omleiderschap. Hierbij functioneert ‘peer review’ via het PlatformBèta Techniek goed. Bij elkaar in de keuken kijken is leerzaam enhet schept bovendien een band tussen opleidingen enmensen.”
Van der Wal is enthousiast over het HBO-sprint programma.”Het extra geld vanuit het Platform voor technische opleidingenheeft echt geleid tot innovaties. De prestatiecomponent die hetPlatform hanteert is een goede prikkel; goed gedrag wordt beloonden er zijn heldere, meetbare doelstellingen. Het vraaggestuurdekarakter is prettig en er is geen eindeloze financiële enadministratieve rompslomp. Daarnaast worden we als hogeschoolondersteund bij de transformatie van onderwijsinstelling naarkennisinstelling. Het Platform heeft HBO-bètatechniek echt opnieuwop de kaart gezet.
Er wordt nog veel te weinig bètatechniek geadviseerd inhet voortgezet onderwijs. Decanen en studieadviseurs moetenenthousiaster worden over bètatechniek. We moeten zelf daarnaast devoorlichting voor bètatechnische opleidingen aantrekkelijker maken.En we hebben nog steeds te weinig meisjes. We werken metmeidendagen, promoteams en we organiseren speeddates met meisjes inbètasectoren. Het doel is 25% meer meisjes, maar met 5% groei magje eigenlijk al tevreden zijn.”
Van reactief naar proactief
“Het is zaak dat we maatschappelijk het belang erkennenvan hbo-technici naast wo-technici. We moeten daarom doorpakken enbijvoorbeeld snel het
De vergrijzinggolf gaat in het bètatechnisch werkveld eengrote impact hebben. Ondanks de crisis is er werk genoeg in desector. Ook het aantal stageplekken trekt alweer aan. Het is welcruciaal dat bètaopleidingen aan hogescholen zichzelf blijvenvernieuwen in interactie met hun omgeving. Dit vraagt om hetvergroten van het omgevingsbewustzijn. Hogescholen kunnen veel meerdoen met het VO en met het toekomstig werkveld. Het is de kunst omje van een reactieve naar een proactieve houding teontwikkelen.
Die houding wordt door de mondiale kenniseconomie van onsgevraagd. De omgeving van onze jongeren is in toenemende mateinternationaal. Ook al blijf je zelf thuis, je omgeving wordtinternationaler. Onze studenten merken dat al in de klas. En wenemen onze studenten niet voor niets mee naar China; dat is detoekomst. Maar blijf werken aan je omgevingsbewustzijn. Wat vandaagwerkt, hoeft morgen niet te werken.”