Jongleren op het grensvlak van twee werelden

Nieuws | de redactie
8 februari 2010 | De identiteit van (v)mbo-docenten is opgebouwd uit twee werelden. Die van de (vak)docent én die van het beoogde werkveld. Wat vraagt deze context van docenten, en wanneer is hij of zij ‘een goeie’? En hoe bereidt de lerarenopleiding die docent voor op lesgeven in het beroepsonderwijs? Zou dat beter kunnen? Lector Elly de Bruijn (HU) analyseert en komt met suggesties.

Van oudsher is de lerarenopleiding, ook die aan het hbo, gerichtgeweest op voorbereiding van het leraarschap in het algemeenvoortgezet onderwijs. De laatste tien jaar is daar verandering ingekomen. Het besef is ontstaan dat veel van de studenten les gaangeven in (v)mbo. De mate waarin de opleidingspraktijk daadwerkelijktoewerkt naar verwerving van de eerder in deze notitie uitgewerkterollen en begeleidingsmethodieken in de context van hetberoepsonderwijs, is echter vaak nog beperkt. 

Ik durf de stelling aan dat de lerarenopleiding (nog) niet instaat is de aankomende (v)mbodocenten de wereld in te leiden van dekennis, zienswijzen, vaardigheid, opvattingen en houdingen diehoren bij de beroepspraktijk van hun toekomstige leerlingen, enzorg te dragen voor de verwerving van een startpositie van dieleerlingen daarbinnen.

Te weinig geschikte docenten

Ik heb het dan uitdrukkelijk over de docent in de bovenbouw vanhet vmbo en in het mbo. Tekenend in dit verband is dat een bewegingals het Vakcollege aangeeft dat er feitelijk geen opleidingsroutebestaat voor de docenten die het Vakcollege nodig heeft. Ookvmbo-scholen die de gemengde en/of theoretische leerweg meerberoepsvoorbereidend willen invullen, ervaren het probleem van teweinig geschikte docenten. Voor het mbo speelt het probleem ook ineen aantal opleidingsrichtingen. Bovendien kent men daar hetbijkomende professionaliseringsvraagstuk voor docenten vanopleidingen op niveau vier (die toegang geven tot het hbo) van wiejuist in die combinatie van pedagoog en vakexpert hoogstaandekwaliteit in kennis en kunde wordt verwacht.

De hbo-lerarenopleidingen zullen zich sterker dienen te richtenop toeleiding naar leraarschap in het beroepsonderwijs. Daarbijgaat het onder andere om inkleuring van de landelijkebekwaamheidseisen vanuit de eerder onderscheiden rollen enbegeleidingsmethodieken van een docent beroepsonderwijs. Dat ismisschien nog niet zo moeilijk. Lastiger wordt het om dekennisbasissen die ontwikkeld zijn en worden voor de verschillendevakken uit te werken naar de beroepsdomeinen waartoe hetberoepsonderwijs opleidt. Dan hebben we het bij de talenbijvoorbeeld over vaktaal en bij aardrijkskunde over aard van debedrijvigheid in relatie tot geografische kenmerken, bevolking enbodem, et cetera. Het gaat hier om meer dan het werken metvoorbeelden en contexten. Het gaat om de synthese van deschoolvakdiscipline met de beroepsdomeinkennis.

Bekwaamheid van de lerarenopleiderzelf

Onderliggend aan die inkleuring en die verbinding aan hetdenken, weten en handelen in beroepsdomeinen, ligt nog een heelcruciale kwestie. Dat is de organisatie van het opleiden en debekwaamheid en het profiel van de lerarenopleider zelf. In een deelvan de lerarenopleidingen is daar – van oudsher – een adequatemanier van werken op gevonden; voor een aantal anderelerarenopleidingen moet daarop nog een flinke slag gemaaktworden.

Gezien de gecombineerde identiteit van de docentberoepsonderwijs dient de lerarenopleidingidentificatiemogelijkheden te ontwikkelen voor de aankomendedocenten beroepsonderwijs. Dat wil zeggen: een proces vanberoepsvorming op gang te brengen, gericht op het ontwikkelen vande habitus van de docent beroepsonderwijs. Als de docentberoepsonderwijs inderdaad moet kunnen opereren op het snijvlak vanpedagoog en (vak)expert vanuit het perspectief van een specifiekeberoepspraktijk, moeten zij tijdens hun opleiding ingeleid wordenin die wereld door te leren en oefenen met voldoende rolmodellenvoorhanden. Leerarrangementen dienen daarmee ook gebaseerd te zijnop de primaire beroepspraktijk, zowel door actuele settings in hetbedrijfsleven/werkveld in te bouwen als door sterke verbintenissenaan te gaan met de domeingerichte opleidingen (de niet-educatieveopleidingen aan een hogeschool).

Daarbij wil ik hier niet in discussie gaan over de vraag of er eenapart bekwaamheidsprofiel docent beroepsonderwijs zou moeten komen;eerder heeft het ministerie al besloten dat dat er niet komt. Watmij betreft is er binnen de huidige kaders nog veel meer mogelijkdan nu gebeurt.

Beroepspraktijk moet ingebracht

Als laatste element van die cruciale onderliggende kwestie: watvoor de docent beroepsonderwijs geldt, geldt ook voor delerarenopleiders. Ook die moeten op het snijvlak van verschillendewerelden opereren; ze moeten de geur, kleur, smaak van de zorg enverpleging inbrengen, van het administratiekantoor, van de bank enboekhouder, van de kapsters en de modeboetieks, van deprocestechniek en de garage. Als dat niet het geval is, wordt deprimaire beroepspraktijk – waartoe de leerlingen van (bovenbouw)vmbo en mbo worden opgeleid – alleen maar in afgeleide enartificiële zin ingebracht. Dat doet afbreuk aan de kwaliteit diede docent in het beroepsonderwijs dient in te brengen, en dat kanhet beroepsonderwijs niet hebben. Juist daar geldt verstand vanzaken, uitdaging brengen en grenzen verleggen als motor van leren -en alleen dat verdient het respect van de leerling”.

Prof. dr. Elly de Bruijn (1960) is sinds 2007 lectorBeroepsonderwijs bij de faculteit Educatie, Hogeschool Utrecht.Daarnaast is ze in 2005 aan de Universiteit Utrecht benoemd totbijzonder hoogleraar op het terrein van de pedagogisch-didactischevormgeving van beroepsonderwijs, volwasseneneducatie en leven langleren. Ze werkt in beide functies nauw samen met het landelijkeexpertisecentrum beroepsonderwijs (fusie van CINOP Expertisecentrum& Max Goote Kenniscentrum). Verder is ze sinds eind 2006 lidvan de Raad van Toezicht van het (ROC) Horizoncollege.

Dit is een ingekorte versie van het artikel De docentberoepsonderwijs: jongleren op het grensvlak twee werelden. In:De identiteit van de hbo-professional. (HogeschoolUtrecht, 2009). Het complete artikel vindt u hier.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK