Noodzaak bonussen zelf gecreëerde mythe
Ondermijnende mythe
De bevindingen van De Cremer bevestigen duidelijk het idee dat debonuscultuur die de financiële wereld de afgelopen tien jaarontwikkeld heeft, ten minste ten dele een zelfgecreëerde mythe is.”Een mythe die impliceert dat de intrinsieke motivatie van velebankiers erdoor ondermijnd kan worden.”
Het meest gehoorde argument hiervoor is het feit dat men zonderdeze financiële stimuli toptalent niet aan financiële instellingenzou kunnen (blijven) binden. Het feit dat er zoveel medewerkersbonussen krijgen, wekt dan ook de indruk op dat toptalent eenconcept is dat erg losjes gebruikt wordt.
Past het wel in Rijnland?
Ook wordt binnen Nederland ook vaak geklaagd dat werknemersdie vooral financieel gemotiveerd zijn niet zo goed passen binnenons Rijnlandmodel. Is de bonus dan wel zo zaligmakend als weallemaal geloven? Deze vraag diende als startpunt voor De Cremer omte kijken naar de echte waarde van de bonus alsmotivatiemiddel.
In zijn onderzoek onder 15 Nederlandse topbestuurdersbij banken bestudeerde De Cremer in eerste instantie de vraag hoebelangrijk bonussen voor de ondervraagden zelf waren. Daaropvolgend werden vragen gesteld over hoe belangrijk ze dachten datbonussen voor anderen in de financiële sector waren. De resultatenonthullen duidelijk een psychologisch vooroordeel: alletopbestuurders dachten dat bonussen veel belangrijker waren vooranderen dan voor henzelf.
De Cremer: “Een dergelijk vooroordeel zou dan ook moeten inhoudendat ze ervan uitgaan dat bonussen essentieel zijn bij hetrekruteren van het broodnodige financieel toptalent. Het blijktinderdaad dat deze topbestuurders het belang en de noodzaak vanbonussen hoger dan gemiddeld inschatten en dus bereid zijn om zwaarhierin te investeren”.
Welke bankier de bankman zelf kiest
In een laatste serie vragen werd de geïnterviewdengevraagd welk soort bankier ze zelf zouden vertrouwen voor hetinwinnen van advies voor persoonlijke beleggingen. Ze konden kiezenuit twee typen bankiers: Bankier A werd voorgesteld als iemand diehandelt uit eigenbelang en waarde hecht aan financieel voordeel.Bankier B werd voorgesteld als iemand die het belang van de klantvoorop stelde, en gemotiveerd werd door het bieden van goedeservice. Zonder enige uitzondering kozen alle topbestuurderspersoonlijk voor Bankier B terwijl ze toch duidelijk bankier Azouden aanstellen binnen de eigen bank.
De Cremer besluit met een oproep om een meerrealistische kijk te hebben op het aantrekken van echt toptalent enmeer geld te investeren vanuit de financiële wereld in het opleidenvan managers en financiële talenten aan business schools enuniversiteiten. Op deze manier zal de gemiddelde kwaliteit van hetbankpersoneel fors verbeteren, wat de noodzaak voor excessievebonussen minder groot maakt.