Hogescholen als regisseurs van de kenniseconomie

Nieuws | de redactie
22 maart 2010 | “De tijd van ieder voor zich is wel voorbij.” Voorzitter Robert Veenstra (Stenden) onderstreept tegenover ScienceGuide dat het sectorplan 'Scholen voor ambities' meer dan een beleidsnotitie is op verzoek van OCW. De noordelijke hogescholen committeren zich hiermee de regionale kenniseconomie naar een hoger plan te brengen.

In de provincies Groningen, Friesland en Drenthe leeft al enigetijd het besef dat de regionale kenniseconomie flink wat impulsenkan gebruiken. De bevolking is in bepaalde regio’s nu al aan hetkrimpen. De bevolking heeft een laag opleidingsniveau. Hetambitieniveau is er laag: voor zover mensen nog naar dezeprovincies verhuizen, is het voornamelijk om te’Drenthenieren’.

De noordelijke hogescholen hebben een plan gemaakt met concretedoelen die over 5 jaar bereikt moeten zijn. Zo moet de uitval in debachelorfase gehalveerd zijn. Het onderwijs moet in de hele ketengeïntensiveerd worden. Ook het niveau van de docenten moet wordenopgekrikt. Er moeten lectoraten komen ter ondersteuning van dezenieuwe, integrale educatieve aanpak, alsmede lectoraten om diesectoren te ondersteunen waar het noorden des lands goed in is. Dekosten worden geraamd op een slordige 130 miljoen euro, waarvan 80miljoen door de overheid betaald zou moeten worden.

Stel dat het kabinet in verband met de aangekondigdebezuinigingen het extra geld niet beschikbaar stelt. Watdan?

Veenstra: “We hebben duidelijk tegen elkaar gezegd dat we ons alvier hogescholen echt committeren aan dit plan. Als er geen eurovan de landelijke overheid komt, dan zullen we moeten herijken.Misschien moeten we dan temporiseren, focus aanbrengen of eldersfondsen zoeken.

Maar de winst die we nu al hebben gemaakt, is dat de onderlingeverhoudingen in het noorden heel goed zijn. Daardoor kunnen we onssamen gaan richten op het onderhouden van diverseinvesteringsagenda’s, niet alleen de noordelijkeontwikkelingsagenda’s, maar ook nationaal en Europees, bijvoorbeeldten aanzien van het percentage gewenste hoog opgeleiden.

Stenden heeft overal ter wereld vestigingen. Heeft u zichbij het opstellen van het plan ook laten inspireren doorbuitenlandse regio’s?

“Zeker. Voor ons is het internationaal werken een bron vanvoortdurende inspiratie. Onze start in Qatar was een uitkomst vande ambitie van de overheid om in verband met het groeiende toerismedaar, te voorzien in meer hoger opgeleid personeel in die branche.Ze  vond dit nodig om tot de gewenste economische ontwikkelingvan het toerisme in Qatar te komen. In gezamenlijkheid met deQatari overheid hebben wij daar toen een opleiding hospitalitygestart, waarmee we dus ook nadrukkelijk ondersteunend zijn aan deontwikkeling van de kenniseconomie. Ook in het noorden vanNederland willen we als hogescholen die sectoren ondersteunen dievoor de regio van belang zijn, zoals toerisme, life science,energie en healthy ageing.”

Doelen 2010-2015

Het plan van de vier hogescholen wil in de periode 2010-2015 hetvolgende bereiken:

  • Sterke zwaartepunten van hoogwaardige kennisproductie envalorisatie op innoverende thema’s voor de regio waarin dehogescholen samenwerken;
  • Een pool van hoogopgeleide, getalenteerde afgestudeerdekenniswerkers met ondernemingszin die innovatieve kennisbedrijvenwillen starten;
  • Regio Noord positioneren als kennis- en onderwijsregio in detechniek en (nieuwe) technologie door de samenwerking tussen dehogescholen op alle niveaus.
  • Een geheel van krachtige, doorlopende leerlijnen op voor deregionale kennissamenleving en kenniseconomie relevante gebiedenwaarin de Hogescholen structureel met elkaar samenwerken, lopendvan het pre-HBOtraject tot en met in de toekomst het professionelepromotietraject;
  • Een krachtig en flexibel gezamenlijk onderwijsaanbod voor(oudere) studenten

die zich willen op-, om- of bijscholen.

Drie programmalijnen

In het plan ontvouwen de vier hogescholen drieprogrammalijnen:

1.            Naareen hoog niveau van kennis en beroepsuitoefening;

2.            Vanjong tot oud. Een hoger opleidingsniveau voor de helebevolking;

3.            Praktijkonderzoek,innovatie en kennisvalorisatie voor Noord-Nederland.

 Onder de eerste programmalijn vallenthema’s als: kwaliteit van het onderwijs, intensieve begeleidingvan studenten, maatwerk, het versterken en vernieuwen van bestaandeopleidingen, vergroting van de instroom van buitenlandse studentenen samenwerking daarbij. De hogescholen besteden substantieelaandacht aan de ontwikkeling van een innoverende en ondernemendehouding in de opleidingen. Ze richten daarvoor een kenniscentrumOndernemerschap in.

Voor deze programmalijn is 46 miljoen euro geraamd.

 De tweede programmalijn richt zich opeen hoger opleidingsniveau voor de hele bevolking

Daarin zijn drie onderdelen te onderscheiden:

1.            Deaanpak van de onderwijsachterstand Regio Noord Nederland

2.            HogerOnderwijs voor Volwassenen, Leven Lang Leren. In overleg metwerkgevers en lerenden ontwikkelen de hogescholen een flexibelaanbod van leer/werktrajecten. De Hanzehogeschool Groningen richteen competentiecentrum in.

3.            Erkomt een Expertisecentrum Educatie voor de hele onderwijskolom vanvoorschoolse educatie tot hoger onderwijs voor volwassenen. Dit iseen gezamenlijk opleidings- en onderzoeksinstituut voor alleonderwijsberoepen van docent voorschools- en basisonderwijs totHBO-docent, en van schoolleider tot schoolbestuurder.

De kosten voor de tweede programmalijn bedragen 21 miljoeneuro.

De derde programmalijn richt zich op deversterking van regionale speerpunten en sleutelgebieden.

Noord-Nederland heeft een brede waaier aan economische sectorenzoals energie, healthy ageing en zorg, water, sensortechnologie,agribusiness, life sciences en toerisme, chemie enscheepsbouw/maritiem. De vernieuwing van de Noord-Nederlandseeconomie en de transitie naar een kenniseconomie vraagt omstrategische combinaties van kennisontwikkeling en praktischetoepassing in deze gebieden. De transitie naar een kenniseconomiemoet er bovendien voor zorgen dat er een slag naar de vermarktingvan kennis (kennisvalorisatie) gemaakt wordt en in het MKBinnovatieve spin-off bedrijven ontstaan. De vier hogescholen gaanintensief aan de slag op de kansrijke gebieden metpraktijkonderzoek door nieuwe lectoren, met onderzoeksgerichtonderwijs, met innovatie en kennisvalorisatie. Hiermee is in totaal41 miljoen gemoeid.

 

 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK